Drieëndertigste zondag door het jaar a

bij: Spr. 31, 10-13.19-20.30-31 en 1 Tess. 5, 1-6 en Mt. 25, 14-30 De dag des Heren’ komt als een dief in de nacht, zegt Paulus in de tweede lezing. En dan zijn we weer bij het thema van de laatste zondagen van het kerkelijk jaar. Het einde van de wereld, het einde van ons…

Tweeëndertigste zondag door het jaar a

bij: Wijsh. 6, 12-16 en 1 Tess. 4, 13-18 en Mt. 25, 1-13 Misschien, dat ik dat later nog wel eens doe: wat meer naar de kerk gaan, meer bidden, meer over God nadenken. Als je jong bent, heb je daar niet zo’n zin in. Dan heb je het zo druk met andere dingen. Wij…

Eenendertigste zondag door het jaar a

bij: Mal. 1, 14b-2, 2b.8-10 en 1 Tess. 2, 7b-9.13 en Mt. 23, 1-12 In de eerste lezing uit de profeet Maleachi gaat God nogal te keer tegen de priesters uit die tijd en in het evangelie vaart Jezus uit tegen de farizeeën en de Schriftgeleerden. De leiders van het volk van God komen er…

Dertigste zondag door het jaar a

bij: Ex. 22, 20-26 en 1 Tess. 1, 5c-10 en Mt. 22, 34-40 Voor het gevoel van veel mensen verdraagt zich het “gij zult, gij moet” uit het evangelie niet direct met beminnen, met liefhebben. Voor veel mensen zijn “moeten” en “liefhebben twee verschillende dingen. Liefde laat zich niet dwingen, zeggen ze dan. Men gaat…

Negentwintigste zondag door het jaar a

bij: Jes. 45, 1.4-6 en 1 Tess. 1, 1-5b en Mt. 22, 15-21 Voor de joden was het een godsdienstig probleem of je aan de keizer belasting mocht betalen of niet? Immers de joden kenden eigenlijk alleen maar tempelbelasting, alleen maar belasting aan God. Uit dat geld werden offers op gedragen. De joden kenden eigenlijk…

Achtentwintigste zondag door het jaar a

bij: Jes. 25, 6-10a en Fil. 4, 12-14.19-20 en Mt. 22, 1-14 Als één ding duidelijk wordt uit de lezingen van vandaag, dan is het wel, dat het grote Messiaanse bruiloftsfeest er komt. Er kan gebeuren wat wil, maar dat grote feest van God zal doorgaan. Veel mensen zijn somber gestemd wat betreft de toekomst…

Zevenentwintigste zondag door het jaar a

bij: Jes. 5, 1-7 en Fil. 4, 6-9 en Mt. 21, 33-43 Er is veel inspanning nodig om in de Bijbelse tijd woeste grond geschikt te maken voor de landbouw. Er waren nog geen technische hulpmiddelen. Alles moest met de hand gebeuren. In de brandende moet er gezwoegd worden om de helling vrij van stenen…

Zesentwintigste zondag door het jaar a

bij: Ez. 18, 25-28 en Fil. 2, 1-11 en Mt. 21, 28-32 Wij voelen ons, medechristenen, nette, keurige mensen, die de plichten van onze godsdienst zo goed mogelijk nakomen. Over het algemeen zijn we tamelijk tevreden over onszelf: we doen het nog niet zo slecht. Kijk maar eens naar die anderen, denken we dan -want…

Vijfentwintigste zondag door het jaar a

bij: Jes. 55, 6-9 en Fil.1, 20c-24.27a en Mt. 20, 1-16a Het is mij meerdere malen overkomen, dat als je de naam van iemand in lovende zin gebruikte en zei: dat is toch ‘nen aardige mens; dat er dan iemand zei: ja maar, die is in de oorlog fout geweest, weet u dat niet. Of:…

Vierentwintigste zondag door het jaar a

bij: Sir. 27, 30-28, 7 en Rom. 14, 7-9 en Mt. 18, 21-35 De vraag, die Petrus vandaag aan Jezus stelt is ons uit het hart gegrepen: vergeving dat is allemaal goed en wel, maar er zijn toch zeker wel grenzen. Sommige mensen kunnen je zo diep beledigen, zo diep kwetsen en dat nog wel…

Drieëntwintigste zondag door het jaar a

bij: Ez. 33, 7-9 en Rom. 13, 8-10 en Mt. 18, 15-20 Geloven kun je niet alleen; ja natuurlijk, je kunt wel iets geloven, maar als het gaat over christelijk geloven, dan kun je dat alleen binnen en in verbondenheid met een gemeenschap. In het Oude Testament is het heilshandelen van God gericht op zijn…

Tweeëntwintigste zondag door het jaar a

bij: Jer. 20, 7-9 en Rom.12, 1-2 en Mt. 16, 21-27 Ik wil niet zo aanmatigend zijn om te vergelijken met de profeet Jeremia, maar ik kan zijn verzuchtingen in de eerste lezing van deze zondag heel goed aanvoelen. De profeet heeft namens God geen vrolijke dingen te verkondigen. Hij moet schreeuwen: “geweld en onderdrukking”,…

Eenentwintigste zondag door het jaar a

bij: Jes. 22, 19-23 en Rom. 11, 33-36 en Mt. 16, 13-20 Er werd en er wordt van alles over Jezus beweerd. Dat was in Jezus’ tijd, toen sommigen zeiden: Hij is Johannes de Doper of Jeremia, die teruggekomen is of één van de profeten. En dat is ook nu het geval. Er worden talloze…

Twintigste zondag door het jaar a

bij: Jes. 56, 1.6-7 en Rom. 11, 13-15.29-32 en Mt. 15, 21-28 In het oude testament gaat het over de uitverkiezing van het volk van Israël. God heeft met Abraham en zijn nakomelingen een verbond gesloten en dat verbond later in de woestijn bij de Sinaï vernieuwd en bevestigd: “Onder alle volkeren der aarde zult…

Negentiende zondag door het jaar a

bij: 1 Kon. 19, 9a.11-13a en Rom. 9, 1-5 en Mt. 14, 22-33 Jezus, wandelend op het stormende meer van Galilea. Vertelt Matteüs ons dit verhaal als een demonstratie van Jezus’ kunnen, als een blijk van zijn goddelijke macht toen in die vroege morgen op het meer nu bijna tweeduizend jaar geleden. Zo kunnen we…

Achttiende zondag door het jaar a

bij:  Jes. 55, 1-3 en Rom. 8, 35.37-39 en Mt. 14, 13-21 Er is veel honger in de wereld. Allereerst lichamelijke honger. Een groot gedeelte van de wereld heeft nauwelijks te eten. We kennen de verschrikkelijke beelden van de televisie. Die hongerige mensen op die eenzame plek in Galilea zijn een beeld van die hongerende…

Zeventiende zondag door het jaar a

bij: 1 Kon. 3, 5.7-12 en Rom. 8, 28-30 en Mt. 13, 44-52 Evenals de vorige zondagen verhaalt Jezus vandaag hele gewone duidelijke voorbeelden die passen in het alledaagse leven van zijn toehoorders. Een dagloner zoals er zoveel zijn in Israël, doet uur na  uur zijn routinewerk op de akker van zijn heer. Niets is…

Zestiende zondag door het jaar a

bij: Wijsh. 12, 13.16-19 en Rom. 8, 26-27 en Mt. 13, 24-43 Met de parabel van het onkruid tussen de tarwe wil Jezus aangeven dat Gods rijk hier op aarde nooit in zijn zuivere vorm voorkomt. De tarwe van het rijk Gods, van goedheid, van de Godsliefde, van de rechtvaardigheid is altijd vermengd met het…

Vijftiende zondag door het jaar a

bij: Jes. 55, 10-11 en Rom. 8, 18-23 en Mt. 13, 1-23 U kent wel de uitdrukkingen: “geen woorden maar daden” en “praatjes vullen geen gaatjes”. En we bedoelen dan dat we aan woorden alleen niet veel hebben. Bij mensen zijn woorden vaak gemakkelijk en daden moeilijk. We praten veel en doen weinig. Als de…

Veertiende zondag door het jaar a

bij: Zach. 9, 9-10 en Rom. 8, 9.11-13 en Mt. 11, 25-30 Een kenmerk van de christen, zegt Paulus in zijn brief aan de Romeinen, is dat zijn leven beheerst wordt door de heilige Geest, door de Geest van God. En die heilige Geest is een geest van liefde, van jezelf vergeten en gericht zijn…