bij: Jes. 55, 10-11 en Rom. 8, 18-23 en Mt. 13, 1-23

U kent wel de uitdrukkingen: “geen woorden maar daden” en “praatjes vullen geen gaatjes”. En we bedoelen dan dat we aan woorden alleen niet veel hebben. Bij mensen zijn woorden vaak gemakkelijk en daden moeilijk. We praten veel en doen weinig. Als de bijbel over God spreekt, dan heeft hij het over een absoluut betrouwbare God, waarbij woord en daad nooit gescheiden zijn. Hij is geen God van loze woorden. Zijn woorden zijn daadkrachtig. Dat staat duidelijk in de eerste lezing: “het woord uit mijn mond keert niet vruchteloos naar mij terug. Het keert pas terug wanneer het mijn wil en zijn zending volbracht heeft”. Gods woord, dat Hij spreekt wordt daad of, als het een belofte betreft: is bezig daad en werkelijkheid te worden, doorheen de geschiedenis. Dat geldt voor het Woord waarmee Hij de schepping tot stand bracht: “en God sprak: er zij licht en er was licht en Hij zag dat het goed was”. Dat geldt voor het Woord dat Hij sprak door de profeten: woorden van dreiging en woorden van het heil. De geschiedenis van het volk van Israël toont aan, dat Hij het voorzegde heil bewerkt metterdaad, stap voor stap in de geschiedenis, maar dat ook woorden van toorn en straf in vervulling gaan.

Het meest duidelijk wordt dit, wanneer Gods Woord vlees wordt. Jezus is het mens geworden Woord van God. In Hem zien we het meest duidelijk hoe Gods Woord zijn zending volbrengt en dan pas terugkeert naar de Vader. Hij preekt de blijde boodschap van verlossing en bewerkt die door zijn lijden, sterven en verrijzen. Door de zending van de Geest, door de stichting van de kerk. Omdat hij de werkzaamheid van Gods Woord heeft ervaren, kan Paulus aan de Romeinen schrijven over de verlossing van heel de schepping, die op handen is; kan hij de ellende, waarin de wereld en ook wij nog vaak leven duiden als barensweeën, als het laatste pijnlijke voorspel op een nieuwe schepping, die in Christus verrijzenis al begonnen is en zich met goddelijke zekerheid zal doorzetten. Gods Woord zal de Verlossing voltooien. Aan de werkzaamheid van het Woord van God hoeven we niet te twijfelen. God is betrouwbaar. Dat Woord moeten we ten volle aanvaarden. Volgens dat Woord moeten we leven. Dat Woord moet richtsnoer zijn van ons doen en laten. En daar ligt nou net het probleem. Niet bij God. Hij is betrouwbaar. Het probleem ligt bij de mensen. Zij hebben moeite het woord van God te aanvaarden. Ze willen hun eigen gang gaan of twijfelen. Ze vertrouwen meer op zichzelf dan op het woord van God. Ook daar is de Schrift vol van. In de woestijn al kwam het  volk van Israël telkens in opstand tegen Mozes en tegen God. In de koningstijd liepen ze vreemde goden achterna, die hun vruchtbaarheid en rijkdom beloofden en ze doodden en vervolgden de profeten, die Gods woord spraken. Het beslissende Woord van God, Jezus Christus, is aan het kruis geslagen. De wereld is vaak niet ontvankelijk en verzet zich tegen het woord van God, dat desondanks zijn belofte volbrengt. Daarvan is de verrijzenis het grote bewijs. De grote Zaaier zaait rijkelijk het zaad van het Woord op de aarde en het zal vrucht dragen in mensen, deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig, maar jammer genoeg niet in alle mensen. Niet alle harten staan open voor het woord van God. Er zijn er die zich afsluiten in ongeloof en trots; er zijn er die het wel opnemen, maar die zich bij de minste tegenslag of moeilijkheid er zich vanaf keren. Dat is de boodschap van deze zondag: Gods heilsplan met de mensen gaat dwars door lijden en dood heen; die nieuwe schepping komt er. God is betrouwbaar, maar alleen zij zullen er deel aan hebben in wie het Woord van God wortel schiet; die het in hun leven opnemen. Die blijven geloven wat er ook gebeurt. Laten we daarom onder alle omstandigheden, ondanks vaak niet volledig begrijpen, naar het voorbeeld van Maria openstaan voor het Woord van God. Dan zal Hij die machtig is, ook aan ons grote dingen doen. Amen.