bij: Wijsh. 6, 12-16 en 1 Tess. 4, 13-18 en Mt. 25, 1-13

Misschien, dat ik dat later nog wel eens doe: wat meer naar de kerk gaan, meer bidden, meer over God nadenken. Als je jong bent, heb je daar niet zo’n zin in. Dan heb je het zo druk met andere dingen. Wij zijn jong; wij hebben een leuke baan. we verdienen aardig. Onze liefhebberij is reizen. Kinderen, jawel, maar nou nog niet; we willen eerst genieten. We houden ons met niemand in de buurt op. Ik ken de mensen eigenlijk niet. We werken de hele dag en s’ avonds is er ook nogal eens iets en anders zijn we blij de gordijnen dicht te kunnen trekken. Zomaar wat uitlatingen van mensen, die je noga1 eens hoort. Dat is het wat het leven van veel mensen in hoofdzaak bepaalt: werk, geld, feest, plezier, vakantie kleding. Daar draait het om. En zelfs bij de mensen, die wel tijd inruimen voor God en de medemens, lijkt die tijd ook steeds minder te worden. Wie besteedt er nog extra tijd door de dag aan gebed. Een keer in de week naar de kerk vinden we al een hele prestatie. Vrijwilligers die zich echt in willen zetten, zijn er moei1ijk te vinden. En allemaal noemen we ons christenen. Is dan elk leven even goed. Kan ieder leven de toets van de kritiek doorstaan; en dan bedoel ik niet de toets van de menselijke kritiek die heeft maar een heel betrekkelijke en soms zelfs helemaal geen waarde; nee, ik bedoel de toets van de goddelijke kritiek. Of God ons leven goedkeurt, daar gaat het om. Niet om wat ik of de buurman vindt. God oordeelt. Jazeker God oordeelt, zegt Jezus. De mensheid lijkt op tien meisjes. Zij zijn op weg naar het bruiloftsfeest. Ze zijn op weg naar de hemel. Alle mensen willen best in de hemel komen. Maar niemand weet wanneer het bruiloftsfeest zal beginnen. Plotseling, jong of oud kun je voor Christus komen staan. En dan moet je lamp brandend zijn, zegt Jezus. Dan moet je leven de moeite waard zijn bij God. Je moet voldoende reserves hebben. Als je die niet hebt, dan is er niets meer aan te doen. Dan ben je te laat, dan klinkt zelfs het harde woord van Jezus: je komt er niet in, want ik ken je niet. Wat is dan die brandende lamp, wat is dan die olie? In feite is dat de liefde tot God en de liefde tot de mensen. Heb je daar in je leven voldoende reserves in opgebouwd. Als je alleen maar kunt zeggen: ik heb heel de wereld gezien; ik heb genoten van het goede der aarde; ik heb feest gevierd en ’s avonds televisie gekeken. Naar de kerk gaan, bidden, vrijwilligerswerk, kinderen krijgen, zieken bezoeken, daar ben ik nog niet aan toe gekomen; dan sta je met lege handen voor Christus .Dan zegt Hij: ik ken u niet. Dan onderga je het lot van die rijke, die dacht dat het leven bestond in volle graanschuren en die stierf toen hij ze volgestouwd had of de rijke vrek, die de arme Lazarus niet eens zag liggen. Dat zijn de vijf onverstandige meisjes. Er zijn echter ook mensen, die we1 reserves opbouwen: voor wie het geloof een serieuze zaak is waar men voor kiest en tijd in investeert. Die God en de medemens het zwaarst laten wegen: die uit liefde tot God tijd vrijmaken voor gebed en sacramenten; die een open oog hebben voor de nood van hun medemensen. Voor wie een huwelijk en een gezin belangrijker zijn dan werk. Voor wie de zorg voor de kinderen boven geld en plezier gaat. Mensen die offers durven brengen voor de dingen die het belangrijkste zijn in het leven. Die mensen hebben hun lamp brandend en die hebben genoeg reserve. Zij zijn rijk bij God. Zij kunnen gerust slapen. Want ze zijn steeds klaar om voor Christus te verschijnen. Belangrijke dingen in je leven uitstellen ter wille van oppervlakkiger dingen of er gewoon niet aan toekomen, omdat je opgaat in de voorbijgaande dingen, dat is levensgevaarlijk, zegt Jezus. Want gij weet niet op welk uur de afrekening komt. En dan is het te laat. Het evangelie is een oproep tot bekering voor ons allemaa1. Sluit je aan, opnieuw of meer bij de verstandige meisjes. Zorg dat je rijk wordt bij God, dat je lamp brandend is, als de bruidegom komt, zodat .ie gerust kunt 1even en gerust kunt sterven, omdat je weet, dat Christus jou kent.