bij: Jer. 20, 7-9 en Rom.12, 1-2 en Mt. 16, 21-27

Ik wil niet zo aanmatigend zijn om te vergelijken met de profeet Jeremia, maar ik kan zijn verzuchtingen in de eerste lezing van deze zondag heel goed aanvoelen. De profeet heeft namens God geen vrolijke dingen te verkondigen. Hij moet schreeuwen: “geweld en onderdrukking”, dwz hij moet de ondergang van het volk dat zich om God noch gebod bekommert aankondigen. En wat doen de mensen? Luisteren ze naar wat de profeet zegt? Nee! Ze lachen hem uit. Ze zeggen: die zwartkijker, het zal zo’n vaart wel niet lopen. Wij zijn toch Gods volk. Jeremia heeft de neiging er de brui aan te geven. Omdat hij voor God en zijn eer opkomt, moeten ze hem niet, wordt hij niet voor vol aangezien. Je kunt beter stil houden.

Dat is in onze tijd precies hetzelfde. Je kunt je ook als priester beter stil houden. Wat mooie zalvende dingen zeggen waar zich niemand een buil aan kan vallen. Vooral geen dingen aanklagen die fout zijn want dat wordt je niet in dank af genomen. Mensen worden niet graag terecht gewezen. Trouwens waarom zou je dat in de kerk preken. De mensen voor wie het bestemd is, zijn er toch niet. De mensen die in de kerk zitten zijn braaf. Dit zijn de dingen die ik telkens weer hoor. En als je vasthoudt aan de verantwoordelijkheden van je ambt in liturgie en prediking, in het beoordelen van morele situaties, dan ben je ouwerwets, wettisch of moeilijk. Dat is heel vervelend, want ook Jeremia, ook een priester, willen begrepen worden en aardig gevonden worden. Maar ja, als je trouw wilt zijn aan God. als je in zijn ban bent, dan kun je niet anders: dan moet je spreken in zijn naam. Er is een troost: uit heel de bijbel blijkt dat men de profeten nooit heeft geëerd. En dan komt de pastoor er tegenwoordig nog redelijk goed vanaf. Als die zegt dat je niet mag scheiden en hertrouwen, dan zijn ze alleen boos op hem; toen de profeet Johannes de Doper datzelfde zei tegen Herodes, ging zijn hoofd eraf. Jezus zegt het al in de zaligsprekingen: “wee u, als de mensen met lof over u spreken; want uw voorvaders deden hetzelfde met de valse profeten.” Daar troost ik me dan maar mee als men naar andere priesters gaat die het zo nauw niet nemen, die vriendelijk alles goedkeuren en overal begrip voor hebben. Ik ben bang dat zij zich laten leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.

Ik sprak laatst iemand die haar leven helemaal in dienst van het evangelie heeft gesteld; die probeert mensen tot het geloof te brengen. Aan haar wordt wel eens gevraagd: waarom ze zoiets doet. Waarom ze een carrière en een goed betaalde baan opgeeft om mensen het evangelie te brengen? En het antwoord dat ze dan geeft is eenvoudigweg: “ik zou graag willen dat je in de hemel kwam”. Dat is het ook waarvoor ik priester ben: de mensen de weg naar de hemel te wijzen en hen de heilsmiddelen te geven om er te komen. Ik ben er niet om het mensen hier en nu naar de zin te maken, om ze eventjes een goed gevoel te geven als ze toevallig in de kerk zijn of mensen de kerk nodig te hebben. Het gaat om de eeuwige bestemming van de mens.

En de weg naar die eeuwige bestemming is niet gemakkelijk. De weg is smal, zegt Jezus en de poort is eng. We horen dat niet graag – en daarom  mag ik het eigenlijk niet zeggen – maar het is wel zo. We horen vandaag in het evangelie dat die weg langs het lijden loopt. En wij doen net als Petrus niks liever dan het lijden ontvluchten. Waarop Jezus zegt tegen Petrus en tegen ieder die zijn kruis ontloopt, die de gemakkelijkste weg, de brede weg kiest: ga weg satan. Jezus wijst als enige weg ten leven de weg van het offer, de weg van het volbrengen van het geboden, ook al kost dat moeite, van het trouw zijn als de trouw beproefd wordt, van gebed als van alles je van het gebed probeert af te trekken. Je komt niet vanzelf in de hemel. Je zult het kruis van de gehoorzaamheid, van de trouw, van de verguizing van de wereld achter Jezus moeten aandragen. Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Dan heb je geen toekomst. Wordt mensen van God, mensen van Jezus. Dat moet ik u preken en niets anders. Ik kan trouwens net als Jeremia niets anders. wat u er ook van vindt. Amen.