bij: Jes. 25, 6-10a en Fil. 4, 12-14.19-20 en Mt. 22, 1-14

Als één ding duidelijk wordt uit de lezingen van vandaag, dan is het wel, dat het grote Messiaanse bruiloftsfeest er komt. Er kan gebeuren wat wil, maar dat grote feest van God zal doorgaan. Veel mensen zijn somber gestemd wat betreft de toekomst van de wereld; atoomgevaar, vernietiging van de natuur door het onverantwoordelijk gedrag van de mens. Het verlies van normen en waarden, de verruwing van onze samenleving waardoor mensen pessimistisch worden.

Daar recht tegenover staat het grenzeloze optimisme van de Bijbel, niet omdat de bijbel denkt, dat mens zo goed en verantwoordelijk is, nee, dat optimisme is eigenlijk alleen op God gebaseerd. Het is niet de mens maar God zelf, die alles ten goede leidt. En daarom is er geen plaats voor zwartgallig pessimisme maar voor hoop. Onze God is een verlossende God, een God die redding brengt. Die redding, die goede toekomst, die mooie afloop wordt door de profeet Jesaja vandaag geschilderd als een maaltijd met een overvloed aan fijne spijzen en kostelijke vreugdevolle wijnen. Een maaltijd, want een maaltijd heeft iets feestelijks; het brengt mensen bij elkaar; het vormt een gemeenschap; en een maaltijd samen met God. geeft ook gemeenschap met Hem. Dan zal hij de sluier wegnemen, die over de mensen lag en hen bedrukte, die hen soms verhindert God te zien. Dan zal hij ook de dood, de grote vijand van de mens, vernietigen. Verdriet en pijn zal hij wegnemen. En iedereen, alle volken zonder onderscheid zijn uitgenodigd voor deze feestmaaltijd. Dan zal iedereen erkennen: gelukkig hebben wij een God die ons redt en bevrijdt. Betekent dat dan ook, dat iedereen aan dat feestmaal. zal deelnemen. Nee, zegt Jezus in het evangelie. Want met name die het eerst genodigd zijn, laten het afweten. Ze hebben het te druk met hun eigen zaakjes. Gods grote zaak interesseert hen niet. Ze wijzen Gods uitnodiging af. Ze vinden de profeten, die namens God uitnodigen om op weg te gaan naar het bruiloftsmaal maar lastposten. Ze mishandelen en doden hen. Maar het bruiloftsfeest van God moet doorgaan dan maar zonder het uitverkoren Joodse volk als ze dan per se niet willen. En daarom stuurt God de apostelen, de missionarissen, de Kerk naar alle uithoeken van de aarde om iedereen uit te nodigen: armen en rijken, goeden en slechten om te leven in hoop naar het grote bruiloftsfeest toe. Het is nog steeds de taak van de Kerk om de hoopvolle uitnodiging tot alle mensen te laten komen. Dat is ook de zin van missionering. Mensen hoop en uitzicht bieden in Godsnaam. Toch staat er een klein waarschuwinkje bij: de bruiloftszaal stroomt vol met mensen van allerlei slag maar eentje wordt er alsnog door God buitengezet, omdat hij geen bruiloftskleed had. De uitnodiging horen alleen is blijkbaar niet voldoende om binnen te gaan. Je moet er wel iets voor doen. De uitnodiging moet je veranderen, je moet je bekeren, je instelling moet totaal anders worden, je moet voortaan vruchten van gerechtigheid voortbrengen. Velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren. Dat wil zeggen: je kunt de uitnodiging van God wel ontvangen hebben, maar als die uitnodiging je niet verandert, als je er geen ander mens van wordt, dan hoor je nog niet bij de uitverkorenen, dan heb je nog geen bruiloftskleed aan; dan word je alsnog niet toegelaten tot het feest. Medechristen, het feest van God gaat door, met of zonder ons. Maar we zijn uitgenodigd. En we kennen de snit van het bruiloftskleed. Het is ons als het ware door Christus in zijn evangelie voorgeknipt. Zolang we op weg zijn, zijn we niet volmaakt. Gerechtigheid en liefde staan lang niet altijd zo centraal in ons leven als eigen zou moeten. Daarom zullen we steeds bezig moeten blijven om ons bruiloftskleed meer passend te makken. Daarom is ook noodzakelijk, dat we iedere week hier in de kerk even halt houden, luisteren naar de corrigerende woorden uit het evangelie en laten zien dat we ingaan op de uitnodiging van God op zijn bruiloftsmaal. Want de eucharistie die we hier vieren is niets anders dan een voorproef, weliswaar nog onder sluiers, van het hemelse bruiloftsmaal met God. Wekelijks herhaalt Hij zijn uitnodiging om met een vernieuwd hart aan zijn maaltijd deel te neen, als voorbereiding en als voorsmaak van de komende heerlijkheid. Iedereen is genodigd. Maar ook hier zijn jammer genoeg velen geroepen, doch weinigen uitverkoren. Amen.