De onderdelen van dit deel zijn:

  • Lezingen uit de Heilige Schrift
  • Homilie
  • Voorbede
  • Aanroeping van de heiligen
  • Exorcismegebed
  • Zalving met de olie van de geloofsleerlingen

Lezingen uit de Heilige Schrift

Voor de viering van de liturgie van het Woord zijn er verschillende mogelijkheden. Het minimale is één lezing uit de heilige Schrift. Maar men kan ook een viering met twee of drie lezingen houden. Wij geven hier drie series lezingen met een antwoordpsalm en (alleluja)verzen voor het evangelie. In overleg kan men hieruit kiezen. 

Lezingen uit het Oude Testament

1. Uit het boek Exodus  

In die dagen leden de Israëlieten tijdens de woestijntocht hevige dorst. Zij bleven tegen Mozes morren en zeiden: “Waarom hebt gij ons weggevoerd uit Egypte, als wij toch met kinderen en vee van dorst moeten sterven?” Mozes klaagde zijn nood bij de Heer: “Wat moet ik toch aan met dit volk? Ze staan op het punt mij te stenigen.” De Heer gaf Mozes ten antwoord: “Ga met enkelen van Israëls oudsten voor het volk uit, neem in uw hand de staf waarmee ge de Nijl geslagen hebt, en begeef u op weg. Ik zal ginds, voor uw ogen, op een rots staan, op de Horeb. Sla op die rots: er zal water uitstromen zodat de mensen kunnen drinken.” Mozes deed dat in het bijzijn van Israëls oudsten. Hij noemde de plaats Massa en Meriba vanwege de verwijten van de Israëlieten en omdat zij de Heer hadden uitgedaagd door zich af te vragen: “Is de Heer nu bij ons of niet.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

2. Uit de profeet Ezechiël 

 Zo spreekt de Heer: “Ik zal u uit de heidenvolken weghalen en uit alle landen u samenbrengen en u laten terugkeren naar uw eigen grond. Ik zal u met zuiver water besprenkelen en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen. Ik geef u een nieuw hart en een nieuwe geest in uw binnenste: uw hart van steen haal ik uit u weg en Ik geef u een hart van vlees. Mijn geest stort Ik in uw binnenste en Ik bewerk dat gij gaat wandelen naar mijn wetten en dat gij mijn geboden nauwgezet naleeft. Dan zult gij wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, en gij zult mijn volk zijn en Ik uw God.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

3. Uit de profeet Ezechiël 

 De engel van de Heer bracht mij, Ezechiël, terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik hoe er van onder de drempel van de tempel water stroomde in oostelijke richting: de voorzijde van de tempel lag namelijk op het oosten. Het water vloeide onder de rechtervleugel van de tempel door, aan de zijde van het altaar. Daarop leidde hij mij door de noorderpoort naar buiten. Hij voerde mij buitenom naar de oostzijde: het water stroomde van onder de rechtervleugel. Toen ging Hij met een duimstok in de hand verder in oostelijke richting. Hij mat een afstand van duizend el en liet mij vervolgens door het water stappen: het reikte tot aan mijn enkels. Opnieuw mat hij duizend el af en liet mij door het water waden: het kwam tot aan mijn knieën; en hij mat nog eens duizend el af en liet mij weer door het water waden:  nu kwam het tot aan mijn middel. Toen hij nog eens duizend el afgemeten had, was het water een rivier geworden waar ik niet meer door heen kon waden; het water was zo diep dat men er niet stappend, maar allen zwemmend door kon komen. Toen vroeg hij mij: “Ziet ge dat, mensenkind?” Daarna leidde hij mij terug langs de oever van de rivier. Terwijl hij mij terugvoerde, zag ik hoe er op beide oevers van de rivier heel veel bomen stonden. De engel van de Heer zie mij: “De rivier stroomt naar de vlakte in het oosten, en verder stroomt hij naar de Araba om vervolgens uit te monden in de Zoutzee waarvan het water drinkbaar wordt. Overal waar de rivier stroomt, zullen de waterdieren in leven kunnen blijven. Er zal heel veel vis zijn, want overal waar de rivier komt, zal het water drinkbaar worden en zal alles in leven blijven. Op beide oevers van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opschieten waarvan de bladeren niet verwelken en de vruchten niet opraken; want de bomen zullen elke maand vruchten dragen. Zij worden immers gevoed met water uit de tempel. De vruchten zullen dienen als voedsel en de bladeren als geneesmiddel.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

Antwoordpsalmen 

1. Psalm 23 

refr. De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort. 

De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort;

Hij laat mij weiden op groene velden.

Hij brengt mij aan water waar ik kan rusten,

Hij geeft mij weer frisse moed. 

Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden omwille van zijn Naam.

Al voert mijn weg door donkere kloven,

ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt.

Uw stok en uw herdersstaf 

geven mij moed en vertrouwen. 

Gij nodigt mij aan uw tafel

tot ergernis van mijn bestrijders.

Met olie zalft Gij mijn hoofd,

mijn beker is overvol. 

Voorspoed en zegen verlaten mij nooit,

elke dag van mijn leven.

Het huis van de Heer zal mijn woning zijn

voor alle komende tijden. 

2. Psalm 27  

refr.:     De Heer is mijn licht en mijn leidsman.

ofwel   Ontwaak, slaper, sta op uit de dood. Christus’ licht zal over u stralen. 

De Heer is mijn licht en mijn leidsman, 

wie zou ik vrezen;

de Heer is de schuts van mijn leven, 

voor wie zou ik bang zijn? 

Eén ding slechts vraag ik de Heer,

meer zal ik niet wensen:

dat ik in Gods huis mag wonen zolang als ik leef;

dat ik de beminnelijkheid van de Heer mag ervaren,

zijn tempel weer met eigen ogen mag zien. 

Uw aanschijn, Heer, tracht ik te zien.

Wil uw gelaat niet verbergen voor mij,

verstoot mij, uw dienaar, niet in uw gramschap.

Want Gij zijt mijn helper, verjaag mij dus niet. 

Ik reken erop in het land van de levenden

het heil van de Heer te aanschouwen.

Zie uit naar de Heer en houd dapper stand,

wees moedig van hart en vertrouw op de Heer.  

3. Psalm 34  

Refr.:  Ziet naar Hem op, dan straalt uw gelaat.

ofwel Proeft en merkt hoe mild de Heer is. 

De Heer zal ik prijzen iedere dag,

zijn lof ligt mij steeds op de lippen.

Mijn geest is fier op de gunst van de Heer,

laat elk die het hoort zich verheugen. 

Ziet naar Hem op, dan straalt uw gelaat

en zult ge niet blozen van schaamte.

Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer,

en redt hen uit hun ellende. 

De engel van God legt een schans om hen heen,

om elk die God vreest te beschermen.

Proeft en merkt op hoe mild de Heer is,

gelukkig de mens die zijn heil zoekt bij Hem. 

Weerhoud dan uw tong van boosaardige taal,

uw lippen van bedrieglijke woorden.

Vermijd dan het kwade en doe slechts wat goed is,

streef altijd naar vrede en laat die niet los. 

Het oog van de Heer is gericht op de vromen,

zijn oor naar hun smeken gekeerd.

Van boosdoeners keert Hij zijn aangezicht af,

zij worden op aarde vergeten.

Naar vromen die roepen luistert de Heer

en redt hen uit iedere nood.

De Heer is nabij voor rouwmoedige harten,

Hij helpt wie zijn schuld erkent. 

Tweede lezing uit het Nieuwe Testament

1. Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome. 

Broeders en zusters, Gij weet toch dat de doop, waardoor wij één zijn geworden met Christus Jezus ons heeft doen delen in zijn dóód? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij een nieuw leven zouden leiden zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt. Zijn wij één met Hem geworden door het beeld van zijn dood, dan moeten we Hem ook volgen in zijn opstanding. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

2.  Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome. 

Broeders en zusters, wij weten dat God in alles het heil bevordert  van die Hem liefhebben, van hen die volgens zijn raadsbesluit geroepen zijn. Want die Hij tevoren heeft gekend, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid met het beeld van zijn Zoon, opdat deze de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Die Hij heeft voorbestemd, heeft Hij ook geroepen. Die Hij riep, heeft Hij gerechtvaardigd, en die Hij rechtvaardigde heeft Hij verheerlijkt. Wat moeten wij hieraan nog toevoegen? Indien God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard: voor ons allen heeft Hij Hem overgeleverd. En zou Hij ons na zulk een gave ook niet al het andere schenken? Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

3. Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte. 

Broeders en zusters, het menselijk lichaam vormt metzijn vele ledematen één geheel; alle ledematen, hoe vele ook, maken tezamen één lichaam uit. Zo is het ook met de Christus. Wij allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen zijn immers in de kracht van één en dezelfde Geest door de doop één enkel lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met één Geest. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

4. Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten. 

Broeders en zusters, Gij zijt allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. De doop heeft u allen met Christus verenigd, Gij hebt Hem aangetrokken als een kleed. Er is nu geen sprake meer van Jood of heiden, slaaf of vrije, man of vrouw; allen tezamen vormt gij één persoon in Christus Jezus. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

5.  Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze. 

Broeders en zusters, ik, de gevangene in de Heer, vraag u met aandrang: leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping die gij van God ontvangenhebt, in alle deemoed en zachtheid, in lankmoedigheid, liefdevol elkaar verdragend. Beijvert u de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals gij ook geroepen zijt tot een en dezelfde hoop, waarvoor Gods roeping borg staat. Eén Heer, één geloof, één doop. Eén God, en Vader van allen, die is boven allen, en met allen en in allen. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God.   

6. Uit de eerste brief van de heilige apostel Petrus 

Dierbaren, treedt toe tot Christus, de levende steen, door de mensen verworpen maar uitverkoren en kostbaar in het oog van God. Laat ook uzelf als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke tempel. Draagt als een heilig priesterschap geestelijke offers op die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus. Gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht: gij,  vroeger geen volk, nu Gods volk; vroeger van genade verstoken, nu begenadigd. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

(Alleluia)verzen voor het evangelie

1.

(Alleluia) Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven; al wie in hem geloofd, zal eeuwig leven hebben. (Alleluia) 

2.

(Alleluia) Ik ben het licht der wereld, zegt de Heer. Wie Mij volgt, zal het licht des levens bezitten, (Alleluia) 

3.

(Alleluia) Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt de Heer. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. (Alleluia)  

4.

(Alleluia) Eén Heer, één geloof, één dpp[, één Gpd en Vader van allen. (Alleluia) 

5.

(Alleluia) Christus Jezus, onze Heiland, heeft de dood vernietigd en heeft het leven doen aanlichten door het evangelie. (Alleluia) 

6.

(Alleluia) Gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige naties; verkondigt de roemruchte daden van Hem die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht. (Alleluia)

Evangelies

1. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.

In die tijd vroeg een wetgeleerde aan Jezus  om Hem op de proef te stellen: “Meester, wat is het voornaamste gebod in de wet?” Hij antwoordde hem: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

2.  Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs. 

In die tijd trad Jezus nader en sprak tot de elf leerlingen: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God.   

3. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus 

In die tijd vertrok Jezus uit Nazareth in Galilea en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen. En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemel openscheuren en de geest als een duif op zich neerdalen. En er kwam een stem uit de hemel: “Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

4. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus. 

In die tijd brachten de mensen kinderen bij Jezus met de bedoeling dat Hij ze zou aanraken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. Toen Jezus dat zag, zei Hij verontwaardigd: “Laat die kinderen toch bij Mij komen en houdt zeniet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan.” Daarop omarmde Hij ze en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

5. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus. 

In die tijd trad een schriftgeleerde op Jezus toe en legde Hem de vraag voor: “Wat is het allereerste gebod?” Jezus antwoordde: “Het eerste is: Hoor, Israël! De Heer onze God is de enige Heer. Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. Het tweede is: gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Er is geen ander gebod voornamer dan die twee.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

6. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes.

Er was onder de farizeeën iemand die Nikodemus heette. Hij behoorde tot de voornaamste van de Joden. Eens kwam hij in de nacht bij Jezus en zei: “Rabbi, wij weten dat Gij van Godswege als leraar gekomen zijt, want niemand kan die tekenen doen die Gij verricht als God niet met hem is.” Jezus gaf hem ten antwoord: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien.” Nikodemus zei tot Hem: “Hoe kan een mens geboren worden als hij al oud is? Kan hij soms in de schoot van zijn moeder terugkeren en opnieuw geboren worden?” Jezus antwoordde: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand niet geboren wordt uit water en geest kan hij het rijk Gods niet binnengaan. Wat geboren is uit vlees is vlees en wat geboren is uit de Geest is geest.  Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

7. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. 

 In die tijd kwam Jezus in een stad van Samaria, Sichar genaamd, dichtbij een stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef had gegeven. daar bevond zich de bron van Jakob en vermoeid van de tocht ging Jezus zo maar bij de bron zitten. Het was rond het middaguur. Toen een vrouw uit Samaria water kwam putten zei Jezus tot haar: “Geef Mij te drinken.” De leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om levensmiddelen te kopen. De Samaritaanse zei tot Hem: “Hoe kunt Gij als jood nu te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?” – Joden namelijk onderhouden geen betrekkingen met de Samaritanen. – Jezus gaf ten antwoord: “Als ge enige begrip hadt van de gave Gods en als ge wist wie het is, die u zegt: geef Mij te drinken, zoudt ge het aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven.” Daarop zei de vrouw tot Hem: “Heer, Ge hebt niet eens een emmer en de put is diep: waar haalt Ge dan dat levende water vandaan? Zijt Ge soms groter dan onze vader Jakob die ons d eput gaf en er met zijn zonen en zijn veel uit dronk?” Jezus antwoordde haar: “Iedereen die van dit water drinkt, krijgt weer dorst, maar wie van het water drink dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst emer; integendeel het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een waterbron worden, opborrelend tot eeuwig leven.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

8. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. 

In die tijd zei Jezus tot de menigte: “Niemand kan tot Mij kome, als de Vader die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Er staat geschreven bij de profeten: en allen zullen door God onderricht worden. Al wie naar de leer van de Vader geluisterd heeft, komt tot Mij. Niet dat iemand de Vader gezien heeft: alleen degene die uit God is, heeft de Vader gezien. Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: wie gelooft, heeft eeuwig leven.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God.   

9. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. 

In die tijd riep Jezus met luider stem: “Als iemand dorst heeft, hij kome tot Mij. Wie in Mij gelooft, hij drinke! Zoals de Schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binneneste vloeien.” Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden, zouden ontvangen. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

10. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. 

In die tijd zag Jezus in het voorbijgaan een man die blind was van zijn geboorte af. Zijn leerlingen vroegen Hem: “Rabbi, wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders, dat hij blind geboren werd?” Jezus antwoordde: “Noch hij, noch zijn ouders hebben gezondigd, maar de werken van God moeten in hem openbaar worden. Wij moeten de werken van Hem die Mij gezonden heeft, verrichten zolang het dag is. Er komt een nacht en dan kan niemand werken. Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht der wereld.” Toen Hij zit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte van speeksel slijk, bestreek daarmee de ogen van de man  en zei tot hem: Ga u wassen in de vijver van Siloam” – wat betekent: gezondene -. Hij ging ernaar toe, waste zich en kwam er ziende vandaan. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

11. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. 

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt, snijdt Hij af; en elke die wel vrucht draagt, zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen. Gij zijt al rein dank zij het woord dat Ik tot u gesproken heb. Blijft in Mij, dan blijf Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, maar alleen als ze blijft aan de wijnstok, zo zult gij evenmin vrucht dragen, als gij niet blijft in Mij. Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft terwijl Ik blijf in hem die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt ge niets. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij weggeworpen als rank en verdort; men brengt ze bij elkaar, gooit ze in het vuur en ze verbranden. Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen. Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt dat gij rijke vruchten draagt:  zo zult gij mijn leerlingen zijn. Zoals de Vader Mij heeft liefgehad zo heb ook Ik u liefgehad. Blijt in mijn liefde, Als gij mijn geboden onderhoudt, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden, in zijn liefde blijf. Dit zeg Ik u, opdat mijn vreugde in u moge zijn  en uw vreugde volkomen moge worden.” Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God. 

12. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes. 

Aangezien het voorbereidingsdag was en de joden niet wilden dat de lichamen op sabbat aan het kruis bleven – het was bovendien een grote sabbat -, vroegen zij aan Pilatus verlof de benen van de gekruisigden te breken en hen weg te nemen. Daarom kwamen de soldaten en sloegen zowel bij de ene als bij de andere die met Hem was gekruisigd de benen stuk. Toen zij echter bij jezus kwamen en zagen dat Hij reeds dood was, sloegen zij hem de benen niet stuk, maar een van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans; terstond kwam er bloed en water uit. Die het gezien heeft getuigt hiervan; zijn getuigenis is waar en hij weet dat hij de waarheid zegt, opdat ook gij zoudt geloven. Zo spreekt de Heer.

allen: Wij danken God.  .

Homilie

Voorbede

1.

Broeders en zusters, laat ons samen bidden  en ons beroepen op de barmhartigheid van Jezus Christus voor deze kleinen  die de genade van het doopsel gaan ontvangen; voor hun ouders, hun peters en meters, voor allen die gedoopt zijn.

lector: Heer, geef deze kinderen  door het doopsel het nieuwe leven  en neem hen op in de heilige Kerk;  laat hen delen in het mysterie van uw dood en verrijzenis. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons. 

lector: Maak deze kinderen door het doopsel en vormsel  tot trouwe volgelingen en getuigen van uw Blijde Boodschap. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons. 

Heilig het leven van deze kinderen  en leid hen naar de vreugde van het Rijk van God. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Geef, dat de ouders, de peters en meters  voor deze kinderen een lichtend voorbeeld mogen zijn in het geloof .

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Bewaar deze gezinnen in uw liefde. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Vernieuw in ons allen de genade van het doopsel.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons. 

Heilige Maria, Moeder van God,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Johannes de Doper,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Jozef,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Petrus en Paulus,

allen: wees onze voorspraak

Hier kan men de namen van andere heilige toevoegen bijvoorbeeld de patroonheiligen van de kinderen, van de parochie of de plaats. De litanie wordt besloten met: 

Alle heiligen van God,

allen: wees onze voorspraak

2.

Wij zijn geroepen om Gods eigen volk te zijn, een koninklijke priesterschap, een heilige natie; laat ons nu Gods barmhartigheid afroepen  voor deze kinderen, die de genade van het doopsel gaan ontvangen, voor hun ouders, hun peters en meters, en voor allen die door het doopsel God toebehoren. 

lector: Heer, neem deze kinderen door het doopsel op in uw Kerk.  Doe hem hen delen in uw goddelijk leven. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Mogen deze kinderen die getekend zijn door het kruis,  later openlijk hun geloof belijden in Christus  en Hem volgen in hun verdere leven. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Moge deze kinderen die door het doopsel  op sacramentele wijze met Christus sterven  en met Hem worden begraven,  ook delen in zijn verrijzenis. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.. 

Mogen ze uitgroeien tot levende leden van de Kerk  door het woord en het voorbeeld  van hun ouders, hun peter en meter en van ons allen.  Laat ons bidden:

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Heer, vernieuw de genade van het doopsel in allen,  die hier aanwezig zijn. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Mogen allen die leerling zijn van Christus  en worden gedoopt in het ene Lichaam, één blijven in geloof en één in de liefde. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Heilige Maria, Moeder van God,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Johannes de Doper,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Jozef,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Petrus en Paulus,

allen: wees onze voorspraak

Hier kan men de namen van andere heilige toevoegen bijvoorbeeld de patroonheiligen van de kinderen, van de parochie of de plaats. De litanie wordt besloten met: 

Alle heiligen van God,

allen: wees onze voorspraak

3.

Broeders en zusters, laat ons samen bidden en ons beroepen op de barmhartigheid van jezus Christus voor deze kleinen die de genade van het doopsel gaan ontvangen; voor hun ouders, hun peters en meters, voor allen die gedoopt zijn.

Laat ons de Heer bidden, dat Hij deze kinderen door het doopsel  als zijn kinder(en) aanneemt.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij mogen uitgroeien tot ware leerlingen van Jezus Christus,  met Hem verbonden als ranken met de wijnstok. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat Christus’ geboden mogen onderhouden  en mogen blijven in zijn liefde.  en zo de blijde boodschap verkondigen aan de mensen. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij, gerechtvaardigd door de genade van Jezus, de Heiland,  het leven mogen erven. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat hun ouders, peters en meters hen mogen opvoeden in geloof en liefde. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat alle mensen mogen delen in de herschepping door het doopsel.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons. 

Heilige Maria, Moeder van God,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Johannes de Doper,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Jozef,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Petrus en Paulus,

allen: wees onze voorspraak

Hier kan men de namen van andere heilige toevoegen bijvoorbeeld de patroonheiligen van de kinderen, van de parochie of de plaats. De litanie wordt besloten met: 

Alle heiligen van God,

allen: wees onze voorspraak

4.

Wij zijn geroepen om Gods eigen volk te zijn, een koninklijke priesterschap, een heilige natie; laat ons nu Gods barmhartigheid afroepen  voor deze kinderen, die de genade van het doopsel gaan ontvangen, voor hun ouders, hun peters en meters, en voor allen die door het doopsel God toebehoren. 

Laat ons de Heer bidden  dat deze kinderen door het doopsel  Hem mogen toebehoren  en zijn liefde ondervinden. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij, herboren uit het water en heilige Geest, leven uit de Geest  en dit allen laten blijken.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij aan de verleiding van de satan kunnen weerstaan  en het kwaad in leven overwinnen. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij de Heer beminnen  uit heel hun hart en met al hun krachten  en hun naasten als zichzelf. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat wij allen, hier aanwezig,  deze kinderen voorgaan  in echt en overtuigd geloof.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.. 

Dat allen, die met het kruis van Christus zijn getekend,  toen zij werden gedoopt  dit laten zien in hun manier van leven. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Heilige Maria, Moeder van God,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Johannes de Doper,

wees onze voorspraakallen: wees onze voorspraak wees onze voorspraak

Heilige Jozef,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Petrus en Paulus,

allen: wees onze voorspraak

Hier kan men de namen van andere heilige toevoegen bijvoorbeeld de patroonheiligen van de kinderen, van de parochie of de plaats. De litanie wordt besloten met: 

Alle heiligen van God,

allen: wees onze voorspraak

5. 

Bidden wij tot Christus voor deze kinderen, hun ouders, hun peters en meters en voor allen die gedoopt zijn.  Dat zij herboren mogen worden tot eeuwig leven  uit het water en de heilige Geest. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij overtuigde leden van uw Kerk worden. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij luisteren naar het evangelie, het bewaren in hun hart en ernaar leven.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij later mogen naderen tot het altaar en deelnemen aan uw offer dat wij daar gedenken.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij God en de medemens liefhebben,  zoals Gij ons allen hebt geleerd.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat zij mogen groeien in heiligheid en in de wijsheid van de heilige Geest, door het woord en het voorbeeld van ons allen. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Dat uw volgelingen één mogen zijn in geloof,  één in liefde. 

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Heilige Maria, Moeder van God,

wallen: wees onze voorspraak

Heilige Johannes de Doper,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Jozef,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Petrus en Paulus,

allen: wees onze voorspraak

Hier kan men de namen van andere heilige toevoegen bijvoorbeeld de patroonheiligen van de kinderen, van de parochie of de plaats. De litanie wordt besloten met: 

Alle heiligen van God,

allen: wees onze voorspraak.

6.

Broeders en zusters, laten wij samen bidden voor deze kleine kinderen die gedoopt gaan worden, voor de ouders en peetouders en voor alle mensen die zich christen noemen. 

God, bron van alle leven, laat deze kinderen door het doopsel  delen in uw scheppende liefde. Schenk aan hen goedheid en wijsheid voor het leven en laat hun blijdschap uitstralen over ons allen. Laat ons bidden:

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

God, licht dat in de wereld schijnt, open de ogen van deze dopelingen voor uw vriendelijk licht. Dat zij de weg mogen vinden en volgen die Jezus Christus ons is voorgegaan en die leidt tot het eeuwig geluk. Laat ons bidden:

Heer, wij bidden U, verhoor ons.  allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

God laat de dauw van uw zegen neerdalen over deze dopelingen. Dat hun gaven zich mogen ontvouwen tot volle pracht en rijpheid om vruchten voort te brengen van liefde en gerechtigheid. Laat ons bidden:

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.s. 

God, Vader van alle mensen, geef de ouders en peetouders van deze dopelingen het vermogen hen te helpen als volgeling van Jezus, de Christus, te leven. Laat ons bidden:

Hallen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.hoor ons. 

God die ons verlost en bevrijdt, vernieuw en versterk in alle gedoopten het geloof, de hoop en de liefde en breng hen bijeen in uw koninkrijk. Laat ons bidden:

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

God die ons met uw Geest bezielt en kracht tot leven schenkt, zegen deze dopelingen en heel hun familie met een goede gezondheid en vooral met het vaste vertrouwen op uw bemoedigende aanwezigheid in ons midden. Laat ons bidden:

allen: Heer, wij bidden U, verhoor ons.

Heilige Maria, Moeder van God,

wees onze voorspraak

Heilige Johannes de Doper,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Jozef,

allen: wees onze voorspraak

Heilige Petrus en Paulus,

allen: wees onze voorspraak

Hier kan men de namen van andere heilige toevoegen bijvoorbeeld de patroonheiligen van de kinderen, van de parochie of de plaats. De litanie wordt besloten met: 

Alle heiligen van God,

allen: wees onze voorspraak

Exorcismegebed 

Is de bedienaar een leek met doopvolmacht, dan laat hij het exorcismegebed weg. 

1.

Heer onze God:  Gij hebt uw Zoon naar de wereld gezonden om de macht van de Boze te breken en de kwade geest uit ons te drijven, om de mens aan de duisternis te onttrekken  en over te brengen naar het wonderlijk rijk van uw licht; wij bidden U: bevrijd deze kinderen  van de smet van de eerste zonde, en maak hen tot woning van uw heerlijkheid, tot tempel van uw heilige Geest. Door  Christus onze Heer.

Amen.

2.

Barmhartige God, Gij hebt uw Zoon naar de wereld gezonden om de macht van de duivel te breken, de duisternis van de zonde t verdrijven en de bevrijding te brengen van Adams schuld. Door de verlossing kunnen wij weer nieuwe en vrije mensen worden om te leven als kinderen van het licht. Geef ook deze kinderen deel aan die vrijheid en neem hen blijvend onder uw hoede om U, God, trouw te kunnen blijven in de bekoringen van het kwaad. Geef hun kracht en sterkte door uw geest van liefde en heiligheid. Dat vragen wij U door Christus onze Heer.

Amen.

3.

Heer, almachtige God, Gij hebt uw enige Zoon gezonden om de mens te bevrijden uit de zonde, de slavernij, en hem te roepen tot de ware vrijheid; wij bidden U voor deze kinderen die de verleiding van deze wereld zullen ondervinden en moeten vechten tegen het kwaad: bevrijd hen van de smet van de eerste zonde, door de kracht van het lijden, sterven en verrijzen van uw Zoon; geef hun de genade van uw Gezalfde en blijf hen op hun levensweg begeleiden. Door Christus onze Heer.

Amen. 

Zalving met olie van de geloofsleerlingen

De dopelingen worden nu een voor een met de olie van de geloofsleerlingen gezalfd op de borst. Daarbij zegt hij:  

De kracht van Christus, de Heiland, moge jullie sterken. Als teken daarvan zalven we jullie met de olie in de naam van onze Heer, de Gezalfde, die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen.

Amen. 

Om een goede reden kan de celebrant besluiten deze zalving weg te laten. In dat geval zegt hij eenmaal: 

De kracht van Christus, de Heiland, moge jullie sterken, Hij die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen.

Amen. 

In stilte legt hij nu ieder kind de hand op het hoofd.