Als wij door een plotselinge dood een dierbare verliezen, dan wordt ons op heel pijnlijke wijze duidelijk, hoezeer we met deze wereld en vooral met de mensen van wie we houden, verbonden zijn. En tegelijk ervaren we smartelijk hoe broos en voorlopig deze wereld is en ook onze verbondenheid met elkaar. Die ervaring van verliezen en voorlopigheid keert in ons leven steeds weer terug. We kunnen niets van deze wereld behouden. Alles wat we willen vastpakken glipt uiteindelijk vroeg of laat weg tussen onze vingers. Zelfs ons eigen leven waaraan we zo gehecht zijn, kunnen we niet behouden. En toch lijkt de moderne mens meer dan vroegere generaties te willen vasthouden, zich te willen vasthechten aan het leven en er zien uit te halen wat erin zit. Daarbij verdwijnt het begrip “offer” – iets laten om een hoger doel of je grote moeite getroosten omwille van een hoger doel – steeds meer uit het vizier. Het lijkt alsof er voor velen geen hoger doel meer is: het gaat om het hier en nu en om zoveel mogelijk bevrediging van behoeftes. Daar wordt veel aan ondergeschikt gemaakt. We klagen over het verlies van normen en waarden. Maar is het niet vrij algemeen dat we normen en waarden overboord zetten, als ze lastig zijn of niet meteen profijt opleveren. En dan zult u misschien zeggen: maar wij niet, wij zitten toch in de kerk. Ik moet toch constateren, dat ook veel christenen, zelfs kerkgangers, het niet zo nauw nemen met de normen en de waarden. We zijn bv al zo ver afgezakt, dat men het ook binnen een christelijke gemeenschap al vrij algemeen gewoon vindt dat jonge mensen gaan samenwonen voordat ze gaan trouwen, zelfs dat oudere mensen helemaal niet meer trouwen. Men vindt het zelf al gek, als jonge mensen niet willen samenwonen, maar bij het huwelijk hun samenleving pas willen beginnen. Dat kan men zich al bijna niet meer voorstellen. Toch is dat heel duidelijk Gods norm en de norm van de christelijke Kerk. Men verwacht eigenlijk dat je als priester daarover en over een heleboel andere normen, die men lastig vindt je mond houdt. Want het verstoort de gezapige rust waarin we elkaar hebben wijs gemaakt dat het allemaal wel kan. Ik noem nou maar één voorbeeld maar zo zijn er talloze. Ik begrijp dat absoluut niet, als je tenminste gelooft, dat God je eens rekenschap zal vragen van je leven en dat is het toch wat de bijbel, ook het evangelie, steeds weer zegt. “Zie, Ik kom spoedig, en mijn loon breng Ik mee om ieder te vergelden naar zijn werk.” Het evangelie van Johannes maakt steeds weer onderscheid tussen “de wereld” en “de leerlingen”. De wereld trekt zich niets aan van God of gebod. Zij leven van pleziertjes, kortstondig. Hun buik, zegt Paulus, hun begeerten zijn hun god. Daar offeren ze alles aan op. De leerlingen van Jezus hebben een hoger doel. Daar hebben ze offers voor over. Daar zijn ze voor bereid hun kruis te dragen. Een schitterend voorbeeld daarvan is vandaag Stefanus, die niet wegloopt voor zijn verantwoordelijkheid als christen. Die het kruis van een consequent getuigenis op zich neemt en zich laat stenigen, omdat hij weet dat dan het eeuwig loon op hem wacht. Het zijn er in onze maatschappij maar weinigen dit dit getuigenis willen leven door hun manier van leven in te gaan tegen de burgerlijke moraal of onmoraal van onze tijd. En die worden weliswaar niet gestenigd maar uitgelachten en voor ouwerwets verklaard. “Zalig zij, die hun kleren hebben rein gewassen. Zij zullen recht krijgen op de boom des levens en mogen ingaan in de eeuwige Stad”, zegt Johannes vandaag. Dat betekent: het eeuwig leven behoort aan hen die als gedoopte mensen leven, consequent met de offers die dat vraagt volgens de hoge normen van God. Die niet meelopen met de mode van de dag: ze zeggen dit, ze doen dat….

En dan zeggen ze: als u zo praat is het evangelie geen blijde boodschap meer maar een dreigboodschap. Het is het allebei: een blijde boodschap voor allen die hun leven richten op de normen van het evangelie: voor hen is het een boodschap van vrede en eeuwig leven. Voor hen die zich richten naar de wereld, die eigenlijk aan Gods wil geen boodschap hebben en alleen hun eigen zin doen, is het een dreigboodschap. Dan spreekt Jezus over vuur, geween en tandengeknars.