De hemel lijkt zover weg, medechristenen, zover van onze aarde verwijderd, dat de mensen hem zich altijd achter die onbereikbare hoogte van zon, maan en sterren hebben voorgesteld. De hemel is immers de plaats waar God woont, die onvoorstelbaar grote God, die hemel en aarde gemaakt heeft en bij wie vergeleken wij ,mensen maar prutsers zijn; die onvoorstelbaar heilige God, die totale liefde is en in wie geen gebrek te vinden is. Tussen die sfeer van God en de aarde van de mensen ligt een onvoorstelbare afstand. En de zonde en de onvolkomenheden van de mensen maken die afstand alleen nog maar groter, zo groot zelfs dat hij door de mens niet overbrugd kan worden. Geen enkel wonder van de techniek, geen toren van Babel en geen ruimtesonde, hoe hoog ze ook streven, hoezeer ze ook proberen God in zijn hemel te bereiken; het lukt niet. 0h, de mens wil wel; het streven naar het goddelijke zit er als het ware in gebakken: maar bij alles wat hij uit zichzelf onderneemt om de hemel te bereiken, vindt hij slechts afgoden, afgoden, die na verloop van tijd niets waard blijken te zijn. Als de mens op eigen houtje de hemel gaat bestormen, een Hemelvaart gaat ondernemen, loopt het altijd op een mislukking uit, of het nu de toren van Babel is, de socialistische heilsstaat of de consumptiemaatschappij waarmee we de hemel willen bereiken: we kunnen het niet, een Hemelvaart op eigen kracht. Alleen Gods genade kan die hemel een stukje dichterbij brengen. Alleen God die uit pure liefde onze aarde nadert brengt de hemel binnen het bereik van de mensen. In Jezus Christus is God in de wereld gekomen en daarmee een stuk hemel op aarde. Voor hen die geloven is de hemel niet alleen meer ver weg. Het Rijk der hemelen is nabij, zegt Jezus. Wat Hij zegt, wat Hij doet is iets van het Rijk der hemelen. In zijn liefde voor de mensen wordt God zichtbaar in de wereld, is de hemel ontzettend dichtbij. Dat is dan ook de hemel die we moeten zoeken. Natuurlijk is die hemel er hier op aarde nooit helemaal. Maar alleen in die richting is hij te vinden: God en zijn hemel. Niet in de richting van maanraketten en statussymbolen of ideologieën, van welvaartsdrang of macht is de hemel te vinden, maar in rechtvaardigheid, vrede, dienstbetoon naastenliefde. Als je zo leeft, net als Jezus: dan is de hemel dichtbij. Dan blijf je niet gespaard voor ellende, maar in de diepste ellende is de hemel, is God het meest nabij: kruisdood en verrijzenis liggen vlak bij elkaar.

Alleen Jezus kent de juiste hemelvaart: Hij is de goede weg gegaan en Hij is opgestegen tot de hoogste hemel. Dat vieren we vandaag. Hij zit aan Gods rechterhand. Onze broeder Jezus Christus heeft door zijn leven en sterven de afstand tussen God en mensen overbrugd. En Hij wil ons allen tot zich trekken. Zijn Hemelvaart moet de onze worden. Wij zullen zijn weg moeten gaan in verbondenheid met Hem. En die weg ligt allereerst op onze eigen aarde: werken aan het rijk der hemelen, dat rijk van liefde en gerechtigheid, Gods aanwezigheid bespeuren in de mensen, die je liefde en je hulp nodig hebben, dat is het begin van onze hemelvaart, al een stukje hemel op aarde. Niet omhoog kijken naar de hemel, maar getuigen zijn van Christus Rijk tot aan het uiteinde der aarde. Dat is niet altijd gemakkelijk: het zicht is soms verduisterd net als bij de apostelen door een wolk, die Hem aan onze ogen onttrekt. Alleen het geloof kan door die wolk heen kijken en gelukkig worden wij in ons geloof geholpen door de Goddelijke Helper, die Jezus samen met de Vader over ons uitblaast: de heilige Geest, die ons begeestert en ons samenbrengt, die ons drijft tot de liefde. Levend in die heilige Geest zijn wij een stukje hemel op aarde, verbonden met de reeds volledig hemelse Mens Jezus, die zetelt aan de rechterhand van God, waar wij Hem zullen zien van aangezicht tot aangezicht, als onze hemelvaart volbracht is.