bij: Hand. 6, 1-7 en 1 Petr. 2, 4-9 en Joh, 1-12

Het evangelie dat we zojuist hebben horen voorlezen bevat in het kort heel de Blijde Boodschap van Jezus Christus. Mag ik enkele punten met u langs lopen.

De vraag van Filippus: “Heer, laat ons de Vader eens zien”, is ons eigenlijk allemaal uit het hart gegrepen. Ook wij willen God wel eens zien, een duidelijk en zichtbaar bewijs van zijn aanwezigheid hebben. En dan zegt Jezus tegen Filippus en tegen ons: “Hoe kun je dan nou vragen? Jullie kennen Mij toch. In mij wordt die grote onzichtbare God zichtbaar en tastbaar. Heb je dat nog niet begrepen? Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Wie Mij ziet, ziet de Vader. Jezus getuigt hier van het centrale punt van ons geloof: de menswording van God en het bestaan in God van Vader en Zoon, die duidelijk van elkaar onderscheiden zijn en toch één. Willen wij de onzichtbare, almachtige God kennen, weten wie Hij werkelijk is, dan moeten we naar Jezus kijken en luisteren. Hij is de menselijke gestalte van God, het Woord van God, dat vlees geworden is en waarin God zich definitief heeft uitgesproken. Kijken en luisteren naar Jezus, dan ontmoeten wij de volle waarheid. Ik ben de waarheid, zegt Jezus. Zoek niet verder. Bij Mij, in Mij vind je de waarheid omtrent God, omtrent de bedoeling van leven, omtrent de liefde. En Jezus is niet ver weg. Hij leeft in ons midden. Het apostolisch getuigenis van de Kerk geeft de waarheid die Christus is onfeilbaar door. “Ik ben de waarheid, in Mij vind je God” betekent: ga niet op eigen houtje zoeken: ontmoet Mij zoals Ik leef in mijn Kerk, zoals Ik spreek in mijn Kerk, zoals mijn Kerk Mij met gezag verkondigt.

Zo vind je ook de weg naar het geluk, de weg naar God. Ik ben de weg. Je moet in Mij zijn, met mij zijn om de weg naar God te vinden. Ik leg je de zin uit van het leven, van het lijden, van de dood. Ik wil met je meegaan zoals Ik met de Emmaüsgangers meeging, je de zin van het leven uitleggend. Ik wil in je leven en in jou gaan naar de armen en hulpbehoevenden, Ik wil jouw liefde zijn in je huwelijk, Ik wil jouw liefde gestalte geven in je verhouding tot je kinderen, tot je ouders. Mag Ik met mijn Woord en mijn daad in jouw leven komen. Mag Ik met mijn vergeving in je leven komen, want Ik alleen kan je met de Vader verzoenen. Ik ben de weg.

En als Ik, de Verrezene, die de dood heb overwonnen, in je mag leven, dan heb je het leven, het goddelijk leven in je. Dan hoef je niet bang te zijn voor het duister van de dood. Laat dan je hart niet verontrust worden. In het huis van mijn Vader is immers ruimte voor velen. En Ik heb ook voor jou een plaats bereid. Dan zul je eens zijn waar Ik zetel aan de rechterhand van mijn Vader. Ik ben het Leven. Mag Ik in je leven? Ik leef al in je door het doopsel. Mag Ik dat eeuwig leven voeden met mijn Lichaam waarin Ik de dood heb overwonnen en dat ik je geef als het Brood van eeuwig leven. Mag Ik jou zo in de kracht van dat voedsel mijn weg van liefde doen gaan?

Want wie in Mij gelooft, zal ook de werken doen die Ik doe. Als Ik in je mag leven, als je mijn waarheid aanvaardt, mijn weg gaat, dan zul je op Mij lijken en de dingen doen die Ik gedaan heb.

En Jezus voegt daaraan op het eind van het evangelie toe: “Ja grotere werken dan Ik gedaan heb, zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga.” Wij christenen zullen zelfs grotere werken doen dan Jezus tijdens zijn aardse leven gedaan heeft. Want Jezus gaat naar de Vader. En van de Vader zendt Hij de heilige Geest die over ons komt. De Goddelijke Kracht die het evangelie uitstuwt over heel de aarde en die in ieder van ons werkt, zodat het werk van Christus in en door ons zich uitbreidt en voltooit. Vanaf de rechterhand van de Vader werkt Jezus door de heilige Geest in al zijn gelovigen, in heel de Kerk de grote dingen waarmee Hij tijdens zijn aardse leven en in zijn sterven en verrijzen een begin heeft gemaakt. In de heilige Geest voltooit Hij in en door ons zijn verlossingswerk.

Dat is ons geloof, medechristenen: Jezus, de weg, de waarheid en het leven. Als Hij in ons leeft, als zijn waarheid in ons is, dan gaan we zijn weg, zijn we op weg naar de Vader in liefde en vertrouwen. Dan is zijn vrede in ons, de vrede die alle begrip, ook alle droefheid te boven gaat; de vrede die voltooid zal worden in het hemels vaderhuis. Amen.