Eten en drinken zijn basisbehoeften voor de mens, basisbehoeften voor zijn lichamelijk leven. Maar eten en drinken zijn tegelijk symbolen van de diepere levensbehoeften, van de geestelijke dingen, want de mens heeft die even hard nodig en als het erop komt misschien zelfs nog wel harder dan dat lichamelijk eten en drinken. Want die geestelijke dingen, daarvan hangt zijn geluk af, zijn geestelijk welbevinden.

Je moet wijs leven, zegt de bijbel: je moet de juiste dingen kiezen, de juiste dingen doen, want alleen een wijze mens wordt gelukkig, alleen een wijze mens staat bij God in de gunst. In de eerste lezing van deze zondag wordt de wijsheid voorgesteld als een vrouw die mensen uitnodigt te eten van het brood dat zij geeft, te drinken van de wijn die zij gemengd heeft. De mens wordt uitgenodigd wijs te worden en het geestelijk voedsel te eten dat zij aanreikt want alleen zo word je wijs, alleen zo vind je genade in Gods oog. Want alleen de wijzen zullen leven, de dwazen zullen sterven.

In het evangelie zegt Jezus, dat Hij zelf die wijsheid is. Hij leert niet die wijsheid alleen. Hij is zelf die wijsheid. Wil je wijs zijn, wil je genade vinden in God oog, wil je leven (leven met een hoofdletter), dan moet je Hem in je opnemen. Kon je dat de vorige zondagen, in de gedeeltes uit hoofdstuk zes van het Johannesevangelie nog symbolisch opvatten: je moet mijn woorden in je opnemen; je moet mijn woorden eten; je moet leven van wat Ik zeg; vandaag gaat Jezus beslissend verder.

Wil je wijs zijn, wil je genade vinden in Gods ogen, wil je Leven (met een hoofdletter), dat wil zeggen: leven boven dit aardse bestaan uit, eeuwig leven, dan moet je mijn vlees eten en mijn bloed drinken. Dat is niet meer symbolisch. Vlees eten en bloed drinken is zo concreet dat het merendeel van zijn toehoorders afhaakt. Het klinkt kannibalistisch en ze zeggen: die woorden zijn hard, Hij is gek geworden, maar Jezus neemt er geen enkel woord van terug. Hij laat ze heengaan. Als ze zijn vlees niet willen eten en zijn bloed niet willen drinken, kunnen ze niet bij Hem horen; kunnen ze het eeuwig leven dat Hij komt brengen niet ontvangen. Hij zegt het nog duidelijker: mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank. Hier kan toch geen misverstand meer over verstaan. Toch is dat in de kerk geschiedenis wel geweest. In alle tijden zijn er mensen geweest die deze woorden niet aanvaarden zoals ze er staan maar er een of andere symbolische duiding aan geven, een bij wijze van spreken. De katholieke en ook de orthodoxe kerk is altijd blijven vasthouden aan de werkelijke betekenis van de woorden van Jezus en daarom staat in deze kerken de eucharistie centraal. Het is namelijk het werkelijke vlees en bloed van de Heer waardoor wij verlost worden, waardoor we eeuwig leven ontvangen. De Heer wil ons niet voeden met zijn woord alleen maar met zichzelf, voor ons heil geofferd aan de Vader, met zijn vlees en bloed dat spijs en drank van eeuwig leven wordt.

Het is niet toevallig dat protestanten praktisch alleen maar woorddiensten houden en maar een paar keer per jaar avondmaal vieren. Omdat ze een symbolisch verstaan van het sacrament hebben, voegt dat ook nauwelijks iets toe aan het Woord.

Wij geloven het woord van Jezus dat het ware wijsheid is, dat het voor ons van levensbelang is, dat wij het brood dat zijn vlees is eten want zo alleen gaat Hij meer en meer in ons leven en hebben we leven in ons. Maar laten we ons niet vergissen. Het heeft alleen maar zin zijn vlees te eten en zijn bloed te drinken, als we ook zijn woord in ons opnemen en ernaar leven. Iemand die zich in de praktijk niets aantrekt van het Woord, die niet leeft volgens de geboden en zich niet bekeert, eet en drinkt zichzelf een veroordeling, als hij te communie gaat, zegt Paulus.

Woord en sacrament, leven en communie moeten hand in hand gaat want anders bezondig je aan het lichaam en bloed van de Heer. In die zin zou het misschien wijzer zijn voor mensen die nauwelijks ooit in de kerk komen en zich van de geboden van de Kerk niet veel aantrekken om niet te communie te gaan, zonder eerste schoon schip te maken.