Och, als je maar goed bent voor elkaar, dat is het belangrijkste. Dan ben je een goed christen. Dan hoef niet je per se zondags naar de mis. Dat is een geluid, medechristenen, dat we in onze dagen nogal eens horen. Maar die uitspraak is, waarschijnlijk onbedoeld, niet zo heel erg christelijk. Want als je dat zegt, zeg je eigenlijk: ik heb Christus niet nodig, ik kan het alleen wel. Ik ben in staat uit mezelf zodanig goed te zijn dat God met mij tevreden moet zijn. En dat, terwijl Jezus zegt: los van Mij kunt ge niets. Voordat men überhaupt christen kan worden, moet men het diepe besef van onmacht hebben; onmacht om tot God te komen; het besef, dat je zo onheilig bent, zo zondig, dat de hoogheilige God voor jou onbereikbaar is. Dat is onze menselijke werkelijkheid zoals die door de Bijbel geschilderd wordt. En die tragische menselijke werkelijkheid krijgt zijn bekroning in de dood. Zo staat het met ons. En dat goed zijn voor elkaar, zelfs als we het werkelijk proberen, is altijd zo gebrekkig, dat het ons niet kan redden en we zijn uit onszelf niet in staat over de dood heen te springen. Daarom hebben we verzoening nodig, verzoening met God. Die pogingen tot verzoening zijn er steeds geweest. Talloze priesters in het oude testament droegen talloze offers op, maar zoals de Hebreeënbrief zegt: die offers waren gebrekkig en ook de priesters waren zondig. Zij konden geen definitieve verzoening bewerken tussen de mens en God. Hier kan alleen God zelf in zijn barmhartigheid uitkomst brengen. En dat doet Hij door zijn Zoon als mens naar de aarde te sturen. De Godmens Jezus Christus, de zondeloze, brengt het volmaakte offer, het offer van zijn eigen leven en zo bewerkt Hij voor alle mensen verzoening en dat wordt bezegeld in de verrijzenis, de overwinning op de dood en het schenken van de heilige Geest, waardoor men kinderen van God kan worden. Christen zijn is dus op de eerste plaats deel krijgen aan Christus en zijn levensoffer; je door Hem en zijn volmaakte offer laten verzoenen en zo de Geest van het kindschap ontvangen van waaruit je gedreven wordt in liefde voor God en je naaste te leven. En dat is heel concreet mogelijk. Want hoewel Christus als eerstgeborene van een nieuwe schepping reeds zetelt aan de rechterhand van de Vader, is Hij ons ook op aarde nabij. Hijs is aanwezig in zijn Lichaam, de Kerk, waardoor zijn Geest in overvloedige mate stroomt. Daarom laat een christen zich door het doopsel inlijven in Christus, in zijn Lichaam, de Kerk, om zijn zonden te laten afwassen, de Geest te ontvangen en in Christus te zijn. En om in Christus te blijven neemt een christen telkens opnieuw deel aan de viering van de eucharistie, de centrale viering die Christus aan zijn Kerk naliet. Immers de heilige eucharistie is het offer van verzoening, waardoor wij verlost zijn. Het is Christus’ kruisoffer, zijn gebroken Lichaam, zijn Bloed tot vergeving van de zonden, het unieke offer van het nieuwe en eeuwige verbond, dat telkens opnieuw in ons midden tegenwoordig gesteld wordt en waaraan we deel krijgen en dat wij als Kerk met Christus, ons Hoofd, mogen opdragen aan de Vader als ook ons offer van verzoening, van dankzegging en smeking. Het is de volmaakte eredienst van de Hogepriester Christus, waaraan wij als zijn priesterlijk volk mogen deelnemen en dat omdat wij met Christus in zijn Kerk één lichaam vormen ook onze eredienst is. In de eucharistie ontmoeten we niet alleen Christus’ offer, maar ook Hem persoonlijk. Hij is volledig en persoonlijk aanwezig in het brood en in de wijn, waarin wij Hem kunnen aanbidden als onze God en Verlosser. In de communie komt Hij bij ons en voedt het goddelijk leven van ons doopsel met de gaven van zijn Lichaam en Bloed, die spijs en drank van eeuwig leven zijn. En het is ook in de eucharistie, dat wij als Kerk worden opgebouwd tot het Lichaam van Christus. Omdat wij deelhebben aan het ene Brood en de ene Beker, vormen zijn samen het ene Lichaam van Christus. De heilige eucharistie is dus het sacrament van Christus’ aanwezigheid onder ons, van zijn verzoenend offer, van zijn levengevend voedsel, waardoor Hij zelf het volk Gods, zijn Lichaam opbouwt.

Wie kan dan nog zeggen? Ik hoef niet naar de Mis of een andersoortige viering op zondag is gelijkwaardig aan de eucharistie. De eucharistie is het centrum van de Kerk, en dient het centrum te zijn van het leven van de individuele gelovige: omdat de eucharistie Christus is en wij alleen door Hem en met Hem en in Hem echt kunnen leven en de christelijke liefde tot God en de naaste gestalte kunnen geven.

Broeders en zusters, hoe kunnen we de Heer beter danken voor de gave van de eucharistie dan door zoveel we kunnen samen te komen rond de Tafel van Heer om Hem te ontmoeten in Woord en Sacrament en van daaruit ons christen zijn gestalte te geven in het leven van alledag. Amen.