bij: Jes. 60, 1-6 en Ef. 3, 2-3a.5-6 en Mt. 2. 1-12

Vierden we met Kerstmis, dat Gods mens werd, geboren uit de maagd Maria, vandaag vieren we, dat de Godmens zich openbaart, dat Hij zich als zodanig doet kennen. Christus openbaart zich aan heel de wereld; niet alleen

aan de Joden, die we al bij de stal gezien in de herders van Bethlehem, maar ook aan de heidenen. Het oude Verbond wordt opengebroken naar een nieuw Verbond, dat niet alleen met het Joodse volk maar met alle mensen

van goede wil gesloten wordt. Aan die mensen van goede wil openbaart zich Christus door een lichtende ster. En de vertegenwoordigers van het heidendom -van de niet-Joden -, de wijzen uit het oosten, gaan in op de openbaring, volgen de ster en aanbidden het Kind Jezus als de pasgeboren Koning van de Joden, als de Messias, door God beloofd voor het heil van de wereld. De gelovige volksverbeelding heeft dan ook terecht een van de wijzen zwart afgebeeld om te symboliseren dat alle volken en rassen talen op de openbaring ingaan. Christus openbaart zich als Gods Zoon en heel de wereld, Joden zowel als heidenen leren Hem kennen.

Zo was het in het begin bij de geboorte; zo is het nu na zijn verlossend lijden, sterven en verrijzen. Christus blijft zich openbaren door zijn Kerk, ook in de wereld van vandaag. En uit alle rassen en stammen en talen knielen eenvoudigen en wijzen neer voor het Kind van Bethlehem en aanbidden het als hun Verlosser. Maar het feest van vandaag laat ook een schaduwzijde zien. Tegenover de wijzen, die huis en haard verlaten om het Kind te vinden, staat Herodes en heel Jeruzalem met hem. Ook zij nemen kennis van de openbaring van Christus, maar ze gaan niet vol blijdschap op zoek naar het Kind. Herodes en Jeruzalem zijn verontrust door die openbaring. Ze vinden het al lang goed zoals het is. Ze willen geen andere Koning. Ze willen hun leven niet veranderen. Hier begint al wat we naderhand zullen zien terugkeren, als heel Jeruzalem roept: aan het kruis met Hem! De kindermoord in Bethlehem is het voorspel op de kruisdood. Het is de reactie van mensen, die geen verlossing wensen, geen oproep tot bekering dulden, zich in hun eigengereidheid niet door God gedwarsboomd willen zien.

En zo gaat Christus door de geschiedenis, zich aan iedere generatie opnieuw openbarend: zijn Kerk is de ster, die de weg naar Hem wijst. Ook nu zijn er Herodessen, die van Hem absoluut niet willen weten. Mensen, die geen behoefte hebben aan Christus als koning over hun leven, maar die zelf willen doen waar ze zin in hebben en die daarom Christus en zijn Kerk belasteren, zwartmaken; zijn leer belachelijk maken en verwerpen. Het lijken er aan het begin van dit nieuwe millennium in onze westerse, van oudsher christelijke wereld, meer dan ooit. Zeer velen zien het licht van de ster niet meer, gaan volkomen op in de glitter en het schijnlicht van de welvaart. Ze knielen neer voor de afgoden van onze tijd, materialisme, individualisme en ongebreidelde vrijheid. En ze lijken daar vooralsnog niet van af te willen.

We moeten daar niet moedeloos van worden. De drie wijzen gingen ook alleen op weg. Ze wachtten niet tot heel de wereld zich aansloot. Ze lieten zich niet door Herodes op een dwaalspoor brengen. Ze gingen naar het licht. Wij sluiten ons bij de wijzen aan; ook wij knielen neer voor het mensgeworden Woord. Ook wij aanvaarden zijn openbaring en willen zijn licht in ons leven laten schijnen. Wij willen net als de drie wijzen de voortrekkers zijn in de tijd die vóór ons ligt, de voortrekkers van God, door wie iets van die ster van Bethlehem in de wereld straalt. Het licht brandend houden waaraan onze medemensen, die op zoek zijn naar de zin van het bestaan, zich zullen kunnen warmen. Laten we ons niet door Herodes uit het veld slaan. Laten we vol overtuiging de wijzen zijn van de nieuwe eeuw, wijs omdat wij Christus heerschappij in ons leven aanvaarden, Hij die de alfa en Omega is, het begin en het einde van alles, de alles vervullende zin van het menselijke bestaan. Amen.