In de Liturgie van het Woord kan men kiezen voor twee of drie lezingen. Minstens één van de lezingen moet uitdrukkelijk over het huwelijk handelen. Die staan hieronder met een * aangegeven. Men dient dus minstens één lezing met een * te kiezen.

Er zijn twee mogelijke schema’s:

A. Met twee lezingen

 – Eerste lezing

 – Antwoordpsalm of een ander gezang

 – Evangelielezing

 – Homilie (preek)

Voor de eerste lezing kan men kiezen uit hierna volgende serie eerste lezingen of uit de serie tweede lezingen. Het evangelie kiest men uiteraard uit de serie evangelies. Wel dient men er op te letten, dat óf de eerste lezing óf het evangelie uitdrukkelijk over het huwelijk dient de handelen. Deze lezingen zijn gemarkeerd met een *.

B. Met drie lezingen

 – Eerste lezing

 – Antwoordpsalm of een ander gezang

 – Tweede lezing

 – Alleluja en vers voor het evangelie of een ander gezang

 In de veertigdagentijd alleen: Vers voor het evangelie of een ander gezang.

 – Evangelielezing

 – Homilie (preek)

NB: In sommige lezingen staan gedeelten tussen haakjes afgedrukt. Indien men wil kan men deze stukken weglaten. Laat men ze niet weg, dan dient men de haakjes te verwijderen.

Eerste lezing buiten de paastijd

1*

Uit het boek Genesis           1, 26-28.31a

In het begin, bij de schepping van hemel en aarde,

sprak God, toen Hij de dieren had geschapen:

“Nu gaan Wij de mens maken,

als beeld van Ons,

op Ons gelijkend;

hij zal heersen over de vissen van de zee,

over de vogels van de lucht,

over de tamme dieren,

over alle wilde beesten

en over al het gedierte dat over de grond kruipt.”

En God schiep de mens als zijn beeld;

als het beeld van God schiep Hij hem;

man en vrouw schiep Hij hen.

God zegende hen, en God sprak tot hen:

“Weest vruchtbaar en wordt talrijk;

bevolkt de aarde en onderwerpt haar;

heerst over de vissen van de zee,

over de vogels van de lucht,

en over al het gedierte dat over de grond kruipt.”

God bezag alles wat Hij gemaakt had,

en Hij zag dat het heel goed was.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

2*

Uit het boek Genesis                2, 18-24

In het begin, bij de schepping van hemel en aarde,

na de schepping van de eerste mens,

sprak God de Heer:

“Het is niet goed dat de mens alleen blijft.

Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past.”

Toen boetseerde God de Heer uit de aarde

alle dieren op het land

en alle vogels van de lucht,

en bracht die bij de mens,

om te zien hoe hij ze noemen zou:

zoals de mens ze zou noemen,

zo zouden ze heten.

De mens gaf dus namen

aan al de tamme dieren en aan al de vogels van de lucht

en aan al de wilde beesten;

maar een hulp die bij hem paste,

vond de mens niet.

Toen liet God de Heer de mens in een diepe slaap vallen;

en terwijl hij sliep,

nam Hij één van zijn ribben weg

en zette er vlees voor in de plaats.

Daarna vormde God de Heer uit de rib

die Hij bij de mens had weggenomen,

een vrouw,

en bracht haar naar de mens.

Toen sprak de mens:

“Eindelijk been van mijn gebeente

en vlees van mijn vlees!

Mannin zal zij heten,

want uit de man is zij genomen.”

Zo komt het dat een man zijn vader en moeder verlaat

en zich zo aan zijn vrouw hecht,

dat zij volkomen één worden.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

3*

Uit het boek Genesis              24, 48-51.58-67

In die dagen sprak de dienaar van Abraham tot Laban:

“Ik heb de Heer gezegend,

de God van mijn meester Abraham,

die mij langs de juiste weg heeft geleid,

zodat ik voor de zoon van mijn meester

de dochter van diens broer mocht vinden.

Als u mijn meester uw vriendschap en trouw wilt betonen,

zeg het mij dan;

zo niet, zeg het dan eveneens;

dan kan ik ergens anders gaan zoeken.”

Daarop antwoordde Laban en diens familie:

“Dit is een beschikking van de Heer,

wij kunnen er niets tegen inbrengen.

Rebekka staat voor u gereed;

neem haar met u mee

als vrouw voor de zoon van uw meester,

zoals de Heer beschikt heeft.”

Zij riepen dus Rebekka en vroegen haar:

“Wil je met deze man meegaan?”

Zij antwoordde: “Ik ga mee.”

Toen lieten zij hun zuster Rebekka vertrekken,

samen met haar voedster,

en met de dienaar van Abraham en zijn mannen.

Zij namen afscheid van Rebekka en wensten haar toe:

“Zuster, moogt u worden tot duizendmaal tienduizend

en moge uw nageslacht

de poort van zijn vijanden bezitten!”

Toen maakten Rebekka en haar slavinnen zich gereed;

zij bestegen hun kamelen en volgden de man.

De dienaar begaf zich met Rebekka op reis.

Isaak was teruggekomen van de bron Lachai-Roï;

hij woonde toen in de Negeb.

Bij het vallen van de avond

ging hij buiten wat afleiding zoeken;

toen hij zijn ogen opsloeg,

zag hij ineens kamelen aankomen.

Ook Rebekka keek op,

en toen zij Isaak zag,

liet zij zich van haar kameel glijden

en vroeg aan de dienaar:

“Wie is die man daar,

die over het veld naar ons toekomt?”

De dienaar antwoordde:

“Dat is mijn meester.”

Toen deed zij haar sluier voor.

De dienaar vertelde aan Isaak

alles wat hij gedaan had.

Daarop bracht Isaak Rebekka in zijn tent

en nam haar tot vrouw.

Isaak kreeg haar lief

en vond troost voor het verlies van zijn moeder.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

4*

Uit het boek Tobit                                    7, 6-14

In die dagen

kwam Tobias met Azarias bij Raguël in Ekbatana.

Raguël sprong op, viel hem om de hals,

brak in tranen uit en prees hem gelukkig met de woorden:

“Jij bent de zoon van een nobel en voortreffelijk man.”

Maar toen hij hoorde dat Tobit blind geworden was,

werd hij tot tranen bewogen.

Ook zijn vrouw Edna en zijn dochter Sara schreiden.

Tobias en Rafaël werden met grote hartelijkheid opgenomen.

Men slachtte een schaap

en zette hun een welvoorziene tafel voor.

Toen zei Tobias tot Rafaël:

“Broeder Azarias, als je nu eens ter sprake bracht

waar je het onderweg over gehad hebt.

De zaak moet haar beslag krijgen.”

Rafaël deelde Raguël mee wat ze besproken hadden.

Daarop richtte deze zich tot Tobias met de woorden:

“Eet en drink en laat het je goed smaken.

Jou komt het immers toe

om mijn dochter tot vrouw te krijgen.

Maar ik moet je wel de waarheid vertellen.

Ik heb mijn kind al aan zeven mannen gegeven.

Maar in de nacht dat ze tot haar wilden gaan,

zijn ze om het leven gekomen.

Maar kom, doe je nu te goed.”

Doch Tobias antwoordde:

“Ik zal hier niets meer van gebruiken,

voordat de zaak haar beslag gekregen heeft.”

Daarop zei Raguël:

“Neem haar dan nu tot je vrouw, overeenkomstig de wet.

Jij bent aan haar verwant, zij behoort aan jou.

Moge de God van de hemel

jullie deze nacht voorspoed schenken, jongen,

jullie barmhartig zijn en vrede geven.”

Toen riep hij zijn dochter Sara, nam haar bij de hand

en gaf haar aan Tobias tot vrouw met de woorden:

“Hier is mijn dochter,

neem haar volgens de wet van Mozes tot vrouw

en ga met haar naar je vader.”

En hij zegende hen.

En nadat hij ook zijn vrouw Edna erbij geroepen had,

nam hij een blad papier

en maakte de huwelijksovereenkomst op,

die zij met hun zegel bekrachtigden.

Toen begonnen zij aan de maaltijd.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

5*

Uit het boek Tobit                                 8, 4b-8

Toen Tobias en Sara in de huwelijksnacht

in de kamer alleen waren,

zei Tobias tot haar:

“Sta op, zuster, laten we bidden

dat de Heer zich over ons ontfermt.”

En Tobias bad:

“Gezegend zijt Gij, God van onze vaderen,

en gezegend is uw heilige en heerlijke Naam

door de eeuwen heen.

Mogen de hemelen en alle schepselen U prijzen.

Gij hebt Adam gemaakt

en hem Eva, zijn vrouw, tot hulp en stut gegeven.

Uit hen is het menselijk geslacht voortgekomen.

Gij hebt gezegd:

het is niet goed dat de mens alleen is;

laten we een hulp voor hem maken die bij hem past.

Welnu, Heer, als ik mijn zuster hier tot me neem,

ga ik geen ongeoorloofde verbinding aan,

maar ben ik trouw aan de wet.

Betoon mij uw barmhartigheid

en laat mij aan haar zijde oud worden.”

En Sara zei: “Amen.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

6.

Uit het boek Spreuken 3, 3-6

Laat liefde en trouw u niet verlaten!

Bind ze om uw hals,

schrijf ze op de tafel van uw hart:

dan wordt gij bemind en als verstandig gewaardeerd

door God en de mensen.

Vertrouw op de Heer met heel uw hart

en verlaat u niet op uw eigen inzicht.

Denk aan Hem op al uw wegen

en Hij zal uw paden effenen.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

7*

Uit het boek Spreuken   31, 10-31 of 31, 10-13.19-20.30-31

Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?

Haar waarde gaat die van koralen ver te boven!

Het hart van haar man vertrouwt op haar

en het zal hem aan winst niet ontbreken.

Zij brengt hem geluk, geen ongeluk,

alle dagen van haar leven.

Zij zoekt zorgvuldig wol en linnen uit

en doet ermee wat haar handen aangenaam vinden.

Zij is als een schip van een koopman

en haalt van verre haar voedsel.

Zij staat op terwijl het nog nacht is

en deelt leeftocht uit aan haar gezin

en geeft haar dienstmaagden het deel dat hun toekomt.

Zij slaat het oog op een akker en koopt die,

van de vrucht van haar handen plant zij een wijngaard.

Zij omgordt haar lenden met kracht

en maakt haar armen sterk.

Zij merkt dat haar ondernemingen slagen:

‘s nachts gaat haar lamp niet uit.)

Zij strekt de handen uit naar het spinrokken

en houdt de weefspoel in haar vingers.

Zij opent haar hand voor de behoeftige

en strekt haar armen uit naar de misdeelde.

Zij vreest voor haar gezin geen sneeuw,

want heel haar gezin is in scharlaken gekleed.

Zij vervaardigt dekens;

zij is in fijn linnen en purper gekleed.

Haar man is vermaard in de poorten,

als hij daar zetelt met de oudsten van het land.

Zij vervaardigt linnen kleren en verkoopt ze;

zij levert gordels aan de koopman.

Kracht en luister zijn haar gewaad

en zij ziet lachend de komende dag tegemoet.

Zij opent haar mond en zij spreekt wijsheid;

van haar tong komen lieflijke lessen.

Zij gaat de gangen van haar gezin na

en eet haar brood niet in ledigheid.

Haar zonen staan op en prijzen haar gelukkig,

haar man staat op en roemt haar:

“Veel vrouwen hebben zich flink gedragen,

maar gij overtreft ze allen!”

Bevalligheid is bedrieglijk, schoonheid vluchtig,

maar een vrouw die de Heer vreest, moet geroemd worden.

Bejubelt haar om de vrucht van haar handen

en roemt haar in de poorten om haar werken.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

8

Uit het Hooglied                   2, 8-10.14.16a; 8, 6-7a

(De stem van de bruid:)

Hoor, daar is mijn lief!

Kijk, daar komt hij aan:

springend komt hij over de bergen,

over de heuvels komt hij aangesneld.

Mijn lief is als een gazel,

het lijkt wel het jong van een hert.

Daar staat hij achter de muur van ons huis.

Hij ziet door het venster

en kijkt door de tralies naar binnen.

Nu roept mijn lief en zegt tegen mij:

“Sta op mijn liefste, kom toch, mijn schoonste.

Mijn duif, verscholen in de spleten van de rots,

in de holten van de bergwand,

laat mij je gezicht zien,

laat mij je stem horen,

want je stem is zo mooi,

je gezicht zo lieftallig!”

Mijn lief is van mij

en ik ben van hem.

(De stem van de bruidegom:)

Draag mij als een zegel op uw hart,

als een zegel aan uw arm:

want sterk als de dood is de liefde,

met de onverbiddelijkheid van het dodenrijk

sluit zij ieder ander buiten.

Haar vonken zijn bliksemschichten,

vlammen van de Heer.

Geen stortvloed van water kan de liefde blussen,

geen rivier spoelt haar weg.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

9*

Uit de Wijsheid van Jezus Sirach           26, 1-4.13-16

Een goede vrouw maakt haar man gelukkig

en het getal van zijn dagen wordt dubbel zo groot.

Een flinke vrouw is een vreugde voor haar man

en zij laat hem al zijn jaren in vrede doorbrengen.

Met een goede vrouw is men goed bedeeld;

wie God vrezen, krijgen haar als hun deel.

Rijk of arm, hun hart is gelukkig

en hun gezicht staat altijd opgewekt.

De bekoorlijkheid van de vrouw verblijdt haar man

en haar vaardigheid geeft merg aan zijn gebeente.

Een zwijgzame vrouw is een geschenk van de Heer

en beschaving is iets onbetaalbaars.

Een ingetogen vrouw is dubbel bekoorlijk

en niets weegt op tegen haar zelfbeheersing.

De zon die opgaat aan de hoge hemel van de Heer:

zo is de schoonheid van een goede vrouw

in haar welgeordend huis.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

10

Uit het boek van de profeet Jeremia  31, 31-32a.33-34a

“Er komt een tijd – godsspraak van de Heer –

dat Ik met Israël en Juda een nieuw verbond sluit;

geen verbond zoals Ik met hun voorvaderen gesloten heb,

toen Ik hen bij de hand heb genomen

om hen uit Egypte te leiden.

Dit is het nieuwe verbond

dat Ik in de toekomst met Israël sluit:

Ik schrijf mijn wet in hun binnenste,

Ik grif ze in hun hart.

Ik zal hun God, en zij zullen mijn volk zijn.

Dan hoeft niemand een ander nog voor te houden:

leer de Heer kennen.

Want iedereen, groot en klein,

kent Mij al”

– godsspraak van de Heer.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

11

Uit het boek Hosea 2, 21-22

Dit zegt de Heer:

“Ik neem u als mijn bruid, voor altijd,

als mijn bruid, in recht en gerechtigheid,

in goedheid en erbarming,

als mijn bruid, in onverbrekelijke trouw:

dan zult gij de Heer leren kennen.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

Eerste lezing in de paastijd

1

Uit het boek van de Openbaring van de heilige apostel Johannes       19, 1.5-9a

Ik, Johannes, hoorde iets

als de machtige stem van een grote menigte uit de hemel.

En zij riepen:

“Alleluia!

Het heil en de eer en de macht zijn van onze God.”

En een stem ging uit van de troon en sprak:

“Looft onze God, al zijn dienstknechten,

gij die Hem vreest, gij kleinen en groten.”

Toen hoorde ik een geluid als van een grote menigte

en als het gedruis van vele wateren

en als het dreunen van zware donderslagen,

en zij riepen:

“Alleluia!

De Heer, onze God, de Albeheerser,

heeft zijn koningschap aanvaard.

Laat ons blij zijn en juichen en Hem de eer geven:

de tijd is gekomen voor de bruiloft van het Lam

en zijn bruid heeft zich al klaargemaakt.

Voor haar bruidskleed kreeg ze

smetteloos, blinkend lijnwaad,

zinnebeeld van de goede daden van de heiligen.”

En de engel zei tot mij:

“Schrijf op:

zalig zij die genodigd zijn

tot het bruiloftsmaal van het Lam.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

TWEEDE LEZING

1

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome              8, 31b-35.37-39

 Broeders en zusters,

 indien God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn?

 Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard,

 voor ons allen heeft Hij Hem overgeleverd.

 En zou Hij ons na zulk een gave

 ook niet al het andere schenken?

 Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen?

 God die rechtvaardigt?

 Wie zal hen veroordelen?

 Christus Jezus misschien, die gestorven is,

 meer nog: die is opgewekt

 en die, gezeten aan Gods rechterhand, onze zaak bepleit?

 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?

 Verdrukking wellicht of nood,

 vervolging, honger, naaktheid, levensgevaar of het zwaard?

 Maar over dit alles zegevieren wij glansrijk,

 dank zij Hem die ons heeft liefgehad.

 Ik ben ervan overtuigd

 dat noch de dood noch het leven,

 noch engelen noch boze geesten,

 noch wat is noch wat zijn zal,

 en geen macht in den hoge of in de diepte,

 noch enig wezen in het heelal

 ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods,

 die is in Christus Jezus onze Heer.

 Zo spreekt de Heer.

Wij danken God.

2

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome    

12, 1-2.9-18 of 12, 1-2.9-13

Broeders en zusters,

ik, Paulus, smeek u bij Gods erbarming:

wijdt uzelf aan Hem toe

als een levende, heilige offergave,

die Hij kan aanvaarden.

Dat is de geestelijke eredienst die u past.

Stemt uw gedrag niet af op deze wereld.

Wordt andere mensen, met een nieuwe visie.

Dan zijt ge in staat

om uit te maken wat God van u wil,

en wat goed is,

wat zeer goed is en volmaakt.

Uw liefde moet ongeveinsd zijn.

Haat het kwaad, houdt vast wat goed is.

Bemint elkander hartelijk met broederlijke genegenheid.

Acht anderen hoger dan uzelf.

Laat uw ijver niet verflauwen,

weest vurig van geest,

dient de Heer.

Laat de hoop u blij maken,

houdt stand in de verdrukking,

volhardt in het gebed.

Draagt bij voor de noden van de heiligen,

beoefent de gastvrijheid.

(Zegent hen die u vervolgen;

ge moet hen zegenen in plaats van hen vervloeken.

Verblijdt u met de blijden

en weent met hen die wenen.

Weest eensgezind.

Schikt u zonder hooghartigheid

in de omgang met gewone mensen.

Weest niet eigenwijs.

Vergeldt niemand kwaad met kwaad.

Hebt het goede voor met alle mensen.

Leeft voor zover het van u afhangt

met alle mensen in vrede.)

Woord van de Heer.

Wij danken God.

3

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome                13, 8-10

Broeders en zusters,

zorgt dat gij niemand iets schuldig zijt.

Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde.

Wie zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld.

Want de geboden:

gij zult niet echtbreken,

gij zult niet doden,

gij zult niet stelen,

gij zult niet begeren,

en alle andere geboden

kan men samenvatten in dit ene woord:

‘Bemin uw naaste als uzelf’.

De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad.

Liefde vervult de gehele wet.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

4

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome                15, 1b-3a.5-7.13

Broeders en zusters,

wij moeten geen rekening houden met onszelf.

Laat ieder van ons bedacht zijn

op het welzijn en de stichting van zijn naaste.

Ook Christus heeft geen rekening gehouden met zichzelf.

God die de volharding en de vertroosting schenkt,

verlene u ook eensgezindheid

in de geest van Christus Jezus,

opdat gij één van hart

en uit één mond

de God en Vader van onze Heer Jezus Christus

moogt verheerlijken.

Aanvaardt daarom elkander als leden van één gemeenschap,

zoals ook Christus ons in zijn gemeenschap heeft opgenomen

ter ere Gods.

Moge de God van de hoop u vervullen

met alle vreugde en vrede in het geloven,

zodat gij overvloeit van hoop,

door de kracht van de heilige Geest.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

5

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte    6, 13c-15a.17-20

Broeders en zusters,

het lichaam is er niet voor de ontucht maar voor de Heer,

en de Heer voor het lichaam.

God heeft niet alleen de Heer opgewekt uit de dood,

Hij zal ook ons doen opstaan door zijn kracht.

Gij weet toch

dat uw lichamen ledematen zijn van Christus?

Wie zich met de Heer verenigt,

is met Hem één geest.

Onthoudt u van hoererij.

Elke andere zonde die een mens bedrijft,

gaat buiten het lichaam om,

maar de ontuchtige zondigt tegen zijn eigen lichaam.

Gij weet het:

uw lichaam is een tempel van de heilige Geest,

die in u woont, die gij van God hebt ontvangen.

Gij zijt niet van uzelf.

Gij zijt gekocht en de prijs is betaald.

Eert dan God met uw lichaam.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

6

 Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte    12, 31-13, 8a

Broeders en zusters,

gij moet naar de hoogste gaven streven.

Maar eerst wijs ik u een weg die verheven is boven alles.

Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen:

als ik de liefde niet heb,

ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal.

Al heb ik de gave van de profetie,

al ken ik alle geheimen en alle wetenschap,

al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet:

als ik de liefde niet heb,

ben ik niets.

Al deel ik heel mijn bezit uit,

al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood:

als ik de liefde niet heb,

baat het mij niets.

De liefde is lankmoedig en goedertieren;

de liefde is niet afgunstig,

zij praalt niet, zij beeldt zich niets in.

Zij geeft niet om de schone schijn,

zij zoekt zichzelf niet,

zij laat zich niet kwaad maken

en rekent het kwade niet aan.

Zij verheugt zich niet over onrecht,

maar vindt haar vreugde in de waarheid.

Alles verdraagt zij, alles gelooft zij,

alles hoopt zij, alles duldt zij.

De liefde vergaat nimmer.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

7

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze     3, 14-21

Broeders en zusters,

ik, Paulus, buig mijn knieën voor de Vader

naar wie alle vaderschap genoemd wordt

in de hemel en op aarde:

moge Hij u in zijn onmetelijke heerlijkheid geven

dat uw diepste wezen

machtig door zijn Geest wordt gesterkt

dat Christus door het geloof woont in uw hart

en dat gij geworteld en gegrondvest blijft in de liefde.

Moogt gij in staat zijn, mèt alle heiligen, te vatten

wat de breedte en de lengte en de hoogte en de diepte is,

en te kennen de liefde van Christus

die alle kennis te boven gaat.

Moogt gij de volheid bereiken

die de volheid van God zelf is.

Aan Hem

die door de kracht welke in ons werkt,

bij machte is oneindig meer te volbrengen

dan al wat wij kunnen vragen of bevroeden,

aan Hem zij de heerlijkheid

in de kerk en in Christus Jezus,

tot in alle geslachten,

van eeuwigheid tot eeuwigheid!

Amen.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

8

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze                4, 1-6

Broeders en zusters,

ik, Paulus, de gevangene in de Heer,

vraag u met aandrang:

leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping

die gij van God ontvangen hebt,

in alle deemoed en zachtheid,

in lankmoedigheid, liefdevol elkaar verdragend.

Beijvert u de eenheid van de Geest te behouden

door de band van de vrede:

één lichaam en één Geest,

zoals gij ook geroepen zijt tot een en dezelfde hoop

waarvoor Gods roeping borg staat.

Eén Heer, één geloof, één doop.

Eén God en Vader van allen,

die is boven allen en met allen en in allen.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

9

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze                  4, 23-24; 32-5, 2

Broeders en zusters,

geheel uw denken moet zich vernieuwen.

Bekleedt u met de nieuwe mens,

die naar Gods beeld is geschapen

in ware gerechtigheid en heiligheid.

Weest goed voor elkaar en hartelijk.

Vergeeft elkaar

zoals God u vergeven heeft in Christus.

Weest navolgers van God

zoals geliefde kinderen past.

Leidt een leven van liefde

naar het voorbeeld van Christus,

die ons heeft bemind

en zich voor ons heeft overgeleverd

als offergave en slachtoffer,

God tot een lieflijke geur.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

10*

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efese           

5, 2a.21-33 of 5, 2a.25-32

Broeders en zusters,

leidt een leven van liefde

naar het voorbeeld van Christus,

die ons heeft bemind

en zich voor ons heeft overgeleverd.

(Weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus.

Vrouwen, weest onderdanig aan uw man als aan de Heer.

Want de man is het hoofd van de vrouw,

zoals Christus het hoofd is van de kerk.

Hij is ook de Verlosser van zijn lichaam,

maar zoals de kerk onderdanig is aan Christus,

zo moet ook de vrouw haar man in alles onderdanig zijn.)

Mannen, hebt uw vrouw lief,

zoals Christus de kerk heeft liefgehad:

Hij heeft zich voor haar overgeleverd

om haar te heiligen,

haar reinigend door het waterbad met het woord.

Hij heeft de kerk tot zich gevoerd als een heerlijke bruid,

zonder vlek of rimpel of fout,

heilig en onbesmet.

Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben,

zoals ze hun eigen lichaam liefhebben.

Wie zijn vrouw bemint, bemint zichzelf.

Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat;

integendeel, hij voedt en koestert het.

En zo doet Christus met de kerk,

omdat wij ledematen zijn van zijn lichaam.

‘Daarom zal de man vader en moeder verlaten

om zich te hechten aan zijn vrouw,

en die twee zullen één vlees zijn.’

Dit geheim heeft een diepe zin.

Ik voor mij betrek het op Christus en de kerk.

(Hoe dit ook zij,

ieder van u moet zijn vrouw beminnen als zichzelf

en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.)

Woord van de Heer.

Wij danken God.

11

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Filippi

4, 4-9

Broeders en zusters,

verheugt u in de Heer te allen tijde.

Nog eens: verheugt u!

Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn.

De Heer is nabij.

Weest onbezorgd.

Laat al uw wensen bij God bekend worden

in gebed en smeking, en nooit zonder dankzegging.

En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat,

zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.

Tenslotte, broeders en zusters,

houdt uw aandacht gevestigd

op al wat waar is, al wat edel is,

wat rechtvaardig is en rein,

beminnelijk en aantrekkelijk,

op al wat deugd heet en lof verdient.

En brengt in praktijk wat u geleerd is en overgeleverd,

en wat gij van mij hebt gehoord en gezien.

Dan zal de God van vrede met u zijn.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

12

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse             

3, 12-17

Broeders en zusters,

bekleedt u als Gods heilige en geliefde uitverkorenen

met tedere ontferming,

goedheid, deemoed, zachtheid en geduld.

Verdraagt elkander en vergeeft elkander,

als de een tegen de ander een grief heeft.

Zoals de Heer u vergeven heeft,

zo moet ook gij vergeven.

Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid.

En laat de vrede van Christus heersen in uw hart;

daartoe zijt gij immers geroepen als leden van één lichaam.

En weest dankbaar.

Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen.

Leert en vermaant elkander met alle wijsheid.

Zingt voor God met een dankbaar hart

psalmen, hymnen en liederen,

ingegeven door de Geest.

En al wat gij doet in woord of werk,

doet alles in de naam van Jezus de Heer,

God de Vader dankend door Hem.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

13

Uit de brief aan de Hebreeën             13, 1-4a.5-6b

Broeders en zusters,

de broederlijke liefde hoort bij de dingen

die altijd moeten blijven.

En vergeet de gastvrijheid niet;

door haar hebben sommigen zonder het te weten

engelen onthaald.

Denkt aan hen die gevangen zijn

als waart ge met hen in de gevangenis,

en aan hen die mishandeld worden,

want ook gij hebt een lichaam.

Het huwelijk is iets kostbaars;

laten we het allen in ere houden

en de trouw respecteren.

Leeft niet alleen voor geld,

eest tevreden met wat ge hebt.

God zelf heeft gezegd:

“Ik laat u niet alleen,

Ik zal u nooit in de steek laten.”

Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen:

“De Heer is mijn helper,

ik heb niets te vrezen.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

14*

Uit de eerste brief van de heilige apostel Petrus

                                                                             3, 1-9

Dierbaren,

gij, vrouwen, moet het gezag van uw mannen aanvaarden;

dan worden ook mannen

die nog gehoorzaamheid weigeren aan het woord van God,

zonder woorden gewonnen

door het gedrag van hun vrouw,

als zij getuigen zijn

van uw reine en godvruchtige levenswijze.

Zoekt uw schoonheid niet in uiterlijke dingen,

zoals kunstige kapsels, gouden sieraden en mooie kleren,

maar veeleer in de innerlijke hoedanigheden van het hart,

in het onvergankelijke sieraad

van een zacht en gelijkmatig gemoed

dat kostbaar is in het oog van God.

Zo tooiden zich eertijds de heilige vrouwen

die hun hoop hadden gesteld op God

en aan hun man onderdanig waren,

zoals Sara,

die gehoorzaam was aan Abraham

en hem haar heer noemde.

Gij toont u haar dochters,

als gij deugdzaam leeft en geen verschrikking vreest.

Evenzo gij, mannen,

toont in het huwelijk begrip voor uw vrouwen;

bewijst hun de eer die het zwakkere geslacht toekomt,

want met u zijn zij erfgenamen van de genade des levens;

dan zullen uw gebeden geen belemmering ondervinden.

Tenslotte, weest allen eensgezind

in meegevoel, broederliefde, barmhartigheid en ootmoed.

Vergeldt geen kwaad met kwaad;

als men u uitscheldt, scheldt dan niet terug.

Integendeel, zegent elkander,

opdat gij de zegen verwerft waartoe gij geroepen zijt.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

15

Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes

                                                             3, 18-24

Kinderen,

wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen

maar met concrete daden.

Dat is onze maatstaf;

daardoor krijgen wij de zekerheid

dat wij thuishoren bij de waarachtige God.

Dan mogen wij ook vóór zijn aanschijn

ons geweten geruststellen,

ook als het ons veroordeelt,

want God is groter dan ons hart

en Hij weet alles.

Dierbare vrienden,

daar ons geweten ons niet hoeft te veroordelen,

mogen wij vrijmoedig met God omgaan;

wij krijgen van Hem alles wat wij vragen,

omdat wij zijn geboden onderhouden

en doen wat Hem aangenaam is.

En dit is zijn gebod:

van harte geloven in zijn Zoon Jezus Christus

en elkaar liefhebben, zoals Hij ons bevolen heeft.

Wie zijn geboden onderhoudt,

blijft in God,

en God blijft in hem.

En dat Hij in ons woont,

weten we door de Geest die Hij ons gegeven heeft.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

16

Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes                      4, 7-12

Vrienden, laten wij elkander liefhebben,

want de liefde komt van God.

Iedereen die liefheeft,

is een kind van God, en kent God.

De mens zonder liefde kent God niet,

want God is liefde.

En de liefde die God is,

heeft zich onder ons geopenbaard,

doordat Hij zijn enige Zoon in de wereld gezonden heeft

om ons het leven te brengen.

Hierin bestaat de liefde:

niet wij hebben God liefgehad,

maar Hij heeft ons liefgehad,

en Hij heeft zijn Zoon gezonden

om door het offer van zijn leven

onze zonden uit te wissen.

Vrienden,

als God ons zozeer heeft liefgehad,

moeten ook wij elkander liefhebben.

Nooit heeft iemand God gezien,

maar als wij elkaar liefhebben,

woont God in ons,

en is zijn liefde in ons volmaakt geworden.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

EVANGELIES

1

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

Lof zij U, Christus.

In die tijd,

toen Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op

en nadat Hij zich had neergezet,

kwamen zijn leerlingen bij Hem.

Hij nam het woord en onderrichtte hen aldus:

“Zalig de armen van geest,

want aan hen behoort het rijk der hemelen.

Zalig de treurenden,

want zij zullen getroost worden.

Zalig de zachtmoedigen,

want zij zullen het land bezitten.

Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,

want zij zullen verzadigd worden.

Zalig de barmhartigen,

want zij zullen barmhartigheid ondervinden.

Zalig de zuiveren van hart,

want zij zullen God zien.

Zalig die vrede brengen,

want zij zullen kinderen van God genoemd worden.

Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid,

want hun behoort het rijk der hemelen.

Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt

en lasterlijk van allerlei kwaad beticht

om Mijnentwil.

Verheugt u en juicht,

want groot is uw loon in de hemel.’

Woord van de Heer.

Wij danken God.

2

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

Lof zij U, Christus.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:

“Gij zijt het zout der aarde.

Maar als het zout zijn kracht verliest,

waarmee zal men dan zouten?

Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen

en door de mensen vertrapt te worden.

Gij zijt het licht der wereld.

Een stad kan niet verborgen blijven,

als ze boven op een berg ligt!

Men steekt toch ook niet een lamp aan

om ze onder de korenmaat te zetten,

maar men plaatst ze op de standaard,

zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn.

Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen,

opdat zij uw goede werken zien

en uw Vader verheerlijken die in de hemel is.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

3

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

Lof zij U, Christus.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:

“Verzamelt u geen schatten op aarde,

waar ze door mot en worm vergaan

en waar dieven inbreken om te stelen;

maar verzamelt u schatten in de hemel,

waar ze niet door mot en worm vergaan

en waar dieven niet inbreken om te stelen.

Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.

Niemand kan twee heren dienen:

hij zal de een haten en de ander liefhebben,

ofwel de een aanhangen en de ander verachten.

Gij kunt niet God dienen èn de mammon.

Daarom zeg ik u:

weest niet bezorgd voor uw leven,

wat ge zult eten of wat ge zult drinken,

en ook niet voor uw lichaam,

wat ge zult aantrekken.

Is het leven niet méér dan het voedsel

en het lichaam niet méér dan de kleding?

Let eens op de vogels in de lucht:

ze zaaien niet en maaien niet

en verzamelen niet in schuren,

maar uw hemelse Vader voedt ze.

Zijt gij dan niet veel méér dan zij?

Trouwens, wie van u is in staat

met al zijn tobben aan zijn levensweg één el toe te voegen?

En wat maakt gij u zorgen over kleding?

Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien.

Ze arbeiden noch spinnen.

Toch zeg ik u:

zelfs Salomo in al zijn pracht

was niet gekleed als een van hen.

Als God nu het veldgewas,

dat er vandaag nog staat

en morgen in de oven wordt geworpen,

zó kleedt,

hoeveel te meer dan u, kleingelovigen?

Maakt u dus geen zorgen over de vraag:

wat zullen wij eten

of wat zullen wij drinken

of wat zullen wij aantrekken?

Want dat alles jagen de heidenen na.

Uw hemelse Vader weet wel

dat gij al deze dingen nodig hebt.

Maar zoekt eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid:

dan zal dat alles u erbij gegeven worden.’

Woord van de Heer.

Wij danken God.

4

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

Lof zij U, Christus.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:

“Niet ieder die tot Mij zegt: Heer, Heer!

zal binnengaan in het koninkrijk der hemelen,

maar hij die de wil doet van mijn Vader die in de hemel is.

Ieder nu, die deze woorden van Mij hoort

en ernaar handelt,

kan men vergelijken met een verstandig man

die zijn huis op rotsgrond bouwde.

De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag,

de storm stak op en zij stortten zich op dat huis,

maar het viel niet in,

want het stond gegrondvest op de rots.

(Maar ieder die deze woorden van Mij hoort,

doch er niet naar handelt,

kan men vergelijken met een dwaas

die zijn huis bouwde op het zand.

De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag,

de storm stak op en zij beukten dat huis,

zodat het volledig verwoest werd.”

Toen Jezus deze toespraak beëindigd had,

was het volk buiten zichzelf van verbazing over zijn leer.

Want Hij onderrichtte niet zoals hun schriftgeleerden,

maar als iemand die gezag bezit.)

Woord van de Heer.

Wij danken God.

5*

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

Lof zij u, Christus.

In die tijd kwamen er Farizeeën naar Jezus toe

om Hem op de proef te stellen met de vraag:

“Staat het een man vrij

zijn vrouw te verstoten, om welke reden dan ook?”

Hij gaf hun ten antwoord:

“Hebt Gij niet gelezen, dat de Schepper

in het begin hen als man en vrouw gemaakt heeft

en gezegd heeft:

daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten

om zich te binden aan zijn vrouw

en deze twee zullen worden één vlees?

Zo zijn er dus niet langer twee,

één vlees als zij geworden zijn.

Wat God derhalve heeft verbonden,

mag een mens niet scheiden.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

6

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

Lof zij U, Christus.

In die tijd riep Jezus zijn leerlingen bij zich

en sprak:

“Gij weet dat de heersers van de volkeren

hen met ijzeren vuist regeren

en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen.

Dit mag bij u niet het geval zijn;

wie onder u groot wil worden,

moet dienaar van u zijn,

en wie onder u de eerste wil zijn,

moet slaaf van u wezen,

Zoals ook de Mensenzoon

niet gekomen is om gediend te worden,

maar om te dienen

en zijn leven te geven als losprijs voor velen.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

7

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs

Lof zij U, Christus.

In die tijd

ondervroeg een van de Farizeeën, een wetgeleerde, Jezus

om Hem op de proef te stellen:

“Meester, wat is het voornaamste gebod in de wet?”

Hij antwoordde hem:

“Gij zult de Heer uw God beminnen

met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand.

Dit is het voornaamste en eerste gebod.

Het tweede, daarmee gelijkwaardig:

gij zult uw naaste beminnen als uzelf.

Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

8*

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus

Lof zij U, Christus.

In die tijd zei Jezus:

“In het begin, bij de schepping,

heeft God de mens als man en vrouw gemaakt.

Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten

om zich te binden aan zijn vrouw

en deze twee zullen één vlees worden.

Zo zijn zij dus niet langer twee,

één vlees als zij geworden zijn.

Wat God derhalve heeft verbonden,

mag een mens niet scheiden.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

9

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

Lof zij U, Christus.

In die tijd

sprak Jezus tot zijn leerlingen:

“Ik zeg u:

weest niet bezorgd voor uw leven,

wat ge zult eten

en ook niet voor uw lichaam,

wat ge zult aantrekken.

Het leven is meer dan de kleding.

Let eens op de raven;

ze zaaien niet en maaien niet,

ze hebben geen voorraadkamer of schuur,

maar God voedt ze.

Hoeveel meer zijt gij dan de vogels!

Trouwens, wie van u

is in staat met al zijn tobben

aan zijn levensweg één el toe te voegen?

Als ge dus zelfs machteloos staat

tegenover zoiets gerings

wat tobt ge dan over de rest?

Let eens op de bloemen,

hoe zij groeien;

zij spinnen noch weven.

Toch zeg ik u:

zelfs Salomo in al zijn pracht

was niet gekleed als een van hen.

Als God nu het veldkruid,

dat er vandaag nog staat

en morgen in de oven wordt geworpen,

zó kleedt,

hoeveel te meer dan u, kleingelovigen?

Vraagt dus ook gij niet,

wat ge zult eten en wat ge zult drinken,

en weest niet ongerust.

Want dat alles jagen de heidenen in de wereld na.

Uw vader weet wel, dat gij dat alles nodig hebt.

Maar zoekt dan zijn rijk,

dan zullen die dingen aan u erbij gegeven worden.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

10*

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

Lof zij U, Christus.

In die tijd was er, op de derde dag,

een bruiloft te Kana in Galilea,

waarbij de moeder van Jezus aanwezig was.

Jezus en zijn leerlingen

waren eveneens op die bruiloft genodigd.

Toen de wijn opraakte

zei de moeder van Jezus tot Hem:

“Ze hebben geen wijn meer.”

Jezus zei tot haar:

“Vrouw, is dat soms uw zaak?

Nog is mijn uur niet gekomen.”

Zijn moeder sprak tot de bedienden:

“Doet maar wat Hij u zeggen zal.”

Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik van de joden

zes stenen kruiken,

elk met een inhoud van twee of drie metreten.

Jezus zei hun:

“Doet die kruiken vol water.”

Zij vulden ze tot bovenaan toe.

Daarop zei Hij hun:

“Schept er nu wat uit

en brengt dat aan de tafelmeester.’

Dat deden ze,

en zodra de tafelmeester het water proefde

dat in wijn veranderd was

– hij wist niet waar die wijn vandaan kwam,

maar de bedienden die het water geschept hadden,

wisten het wel –

riep hij de bruidegom en zei hem:

“Iedereen zet eerst de goede wijn voor,

en wanneer men eenmaal goed gedronken heeft, de mindere.

U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.”

Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen

en openbaarde zijn heerlijkheid.

En zijn leerlingen geloofden in Hem.

Woord van de Heer.

Wij danken God.

11

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

Lof zij U, Christus.

In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen:

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:

wie in Mij gelooft,

zal ook zelf de werken doen die Ik doe.

Ja, grotere dan die zal hij doen,

omdat Ik naar de Vader ga.

En wat gij ook zult vragen in mijn Naam,

Ik zal het doen,

opdat de Vader moge verheerlijkt worden in de Zoon.

Als gij Mij iets zult vragen in mijn Naam,

zal Ik het doen.

Als gij Mij liefhebt,

zult ge mijn geboden onderhouden.

Dan zal de Vader op mijn gebed

u een andere Helper geven

om voor altijd bij u te blijven:

de Geest van de waarheid,

voor wie de wereld niet ontvankelijk is,

omdat zij Hem niet ziet en niet kent.

Gij kent Hem, want Hij blijft bij u

en zal in u zijn.

Wie mijn geboden onderhoudt die hij heeft ontvangen,

hij is het die Mij liefheeft.

En wie Mij liefheeft,

zal door mijn Vader bemind worden;

ook Ik zal hem beminnen

en Ik zal Mij aan hem openbaren.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

12

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

Lof zij U, Christus.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:

“Zoals de Vader Mij heeft liefgehad,

zo heb ook Ik u liefgehad.

Blijft in mijn liefde.

Als gij mijn geboden onderhoudt

Als gij mijn geboden onderhoudt,

gelijk Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden,

in zijn liefde blijf.

Dit zeg Ik u,

opdat mijn vreugde in u moge zijn

en uw vreugde volkomen moge worden.

Dit is mijn gebod,

dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

13

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

Lof zij U, Christus.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:

“Dit is mijn gebod,

dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.

Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze,

dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.

Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied.

Ik noem u geen dienaars meer,

want de dienaar weet niet wat zijn heer doet,

maar u heb Ik vrienden genoemd,

want Ik heb u alles meegedeeld

wat Ik van de Vader heb gehoord.

Niet gij hebt Mij uitgekozen maar Ik u,

en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan

en vruchten voort te brengen, die blijvend zijn.

Dan zal de Vader u geven

al wat gij Hem in mijn Naam vraagt.

Dit is mijn gebod,

dat gij elkaar liefhebt.”

Woord van de Heer.

Wij danken God.

14

De Heer zij met u.

En met uw geest.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

Lof zij U, Christus.

In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad:

“Heilige Vader,

niet voor hen alleen bid Ik

maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven,

opdat zij allen één mogen zijn

zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U:

dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove,

dat Gij Mij gezonden hebt.

Ik heb hun de heerlijkheid gegeven

die Gij Mij geschonken hebt,

opdat zij één zijn zoals Wij één zijn:

Ik in hen en Gij in Mij,

opdat zij volmaakt één zijn

en opdat de wereld zal erkennen,

dat Gij Mij hebt gezonden

en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad.

(Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt,

met Mij mogen zijn waar Ik ben,

opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen

die Gij Mij gegeven hebt,

daar Gij Mij lief hebt gehad

vóór de grondvesting van de wereld.

Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend,

Ik heb U erkend,

en dezen hier hebben erkend

dat Gij Mij gezonden hebt.

Uw Naam heb Ik hun geopenbaard

en Ik zal dit blijven doen,

opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad,

in hen moge zijn en Ik in hen.”)

Woord van de Heer.

Wij danken God.

HOMILIE