Het huwelijk tussen twee gedoopten is volgens de leer van de katholieke Kerk en ook van de Oosters orthodoxe kerken een sacrament.

 Een huwelijk kan wanneer een van de partijen katholiek is alleen geldig gesloten worden voor de pastoor van de parochie waar men elkaar het jawoord geeft én twee getuigen.

 De betreffende pastoor kan een willekeurige priester of diaken delegeren om zijn plaats in te nemen. Dat betekent dat alleen priester of diaken zijn niet voldoende is om geldig te assisteren bij een huwelijk. Men moet pastoor zijn van de parochie waar het huwelijk gesloten wordt of door die pastoor gedelegeerd.

 Het betekent ook dat een huwelijk van een katholiek en een protestant, gesloten voor de dominee alleen, door de katholieke Kerk als ongeldig huwelijk en dus als een concubinaat wordt beschouwd. Zijn er belangrijke redenen die verhinderen dat men de canonieke huwelijksvorm (voor pastoor en twee getuigen) zou volgen, dan kan men van de bisschop dispensatie vragen in de huwelijksvorm. De bisschop zal dan een andere publieke vorm van huwelijkssluiting (meestal het burgerlijk huwelijk) aanwijzen als door de Kerk erkende huwelijkssluiting.

 Voor een huwelijk tussen een katholiek en een gedoopte niet-katholiek dient verlof bij de bisschop worden aangevraagd. Dit verlof is niet vereist voor de geldigheid van het huwelijk. Bij een huwelijk van een katholiek met een niet-katholiek (tenzij het een oosters orthodoxe gelovige betreft) zal in de regel niet te eucharistie gevierd worden. Immers de niet-katholieke partij en haar familieleden kunnen niet tot de communie worden toegelaten. Men kiest dan voor een woorddienst.

 Voor een huwelijk tussen een katholiek en een niet-gedoopte bestaat er een huwelijksbeletsel. Indien daarin niet is gedispenseerd kan het huwelijk niet geldig gesloten worden. Indien er wordt gedispenseerd mag er geen eucharistie worden gevierd. Er zijn aparte teksten voor een huwelijk tussen katholiek en een niet-gedoopte.

 Een dergelijk huwelijk is geen sacrament omdat voor het sacrament beiden gedoopt moeten zijn. Laat de ongedoopte partij zich tijdens het huwelijk dopen dan wordt het bestaande huwelijk door het doopsel zelf tot sacrament.

 Het huwelijk met een eucharistie zal op zijn plaats zijn als het bruidspaar ook in het gewone leven de eucharistie waardeert als de bron van hun christelijk leven.

 In andere gevallen zal men kiezen voor een huwelijk met een woorddienst.

De liturgische situatie

Voor veel aanstaande bruidsparen die zelf hun huwelijksliturgie willen samenstellen, is de keuze van de goede teksten niet zo’n eenvoudige zaak. Er circuleren allerlei merkwaardige teksten die men steeds van elkaar overschrijft maar die niet passen in de eredienst. Immers ook een huwelijksliturgie is op de eerste plaats eredienst, en wel eredienst van de katholieke kerk als geheel. Een huwelijksviering dient daarom te gebeuren met de teksten en de riten zoals die door Kerk zijn voorgeschreven. De viering krijgt een persoonlijk karakter door de keuze die het bruidspaar maakt uit de teksten van de Kerk.

Deze huwelijkswerkmap bevat alle officiële teksten van het huwelijksrituaal van de katholieke Kerk en dan ook nog op een overzichtelijke wijze geordend. Stelt u uit deze teksten een huwelijksliturgie samen, dan is het een viering, niet alleen van u maar ook van de katholieke Kerk. Dat is iets wat lang niet van alle huwelijken die in katholieke kerken gevierd worden gezegd kan worden.

 In de map komen geen liederen voor. De liederen moeten in overleg met het koor dat zijn medewerking aan de huwelijksviering verleent, gekozen worden. De gezangen dienen bij de liturgie te passen. Ongepast zijn alle profane liederen en cd’s. De zang in de liturgie dient God te verheerlijken.

U vindt de teksten voor drie verschillende soort vieringen:

  1. Huwelijksviering met Eucharistie
  2. Huwelijksviering met Woorddienst
  3. Huwelijksviering met een ongedoopte