bij: Gen. 8, 8-15 en 1 Petr. 3, 18-22 en Mc. 1, 12-15

Satan, de grote tegenstrever van God, probeert altijd en overal de mens in zijn invloedsfeer te trekken en hem van God af te houden. Hij doet dat sluw en geslepen. In grote lijnen wordt zijn werkwijze in het boek Genesis geschilderd. De mens, die door God geschapen is naar zijn beeld en gelijkenis, als een persoon met bewustzijn en vrije wil, wordt door zijn Schepper opgeroepen Hem lief te hebben en die liefde moet zich concreet uiten in respect voor de scheppingsorde en de geboden van de Schepper. Zolang de mens maar weet wie hij is en daarnaar handelt; zolang hij maar weet dat hij schepsel is en zich naar zijn Schepper moet voegen, is de wereld goed en de mens gelukkig zoals in een gezin waarin de kinderen uit liefde tot de ouders hen gehoorzamen. Maar Satan speelt sluw in op de verborgen droom van de mens: als je je niet aan de geboden houdt, als je je gehoorzaamheid opzegt, dan ben je zelf god. Dan heb je met niemand iets te maken. God verbiedt je dingen om de baas te blijven. Als je dat verbod negeert ben jezelf de baas. En voor die verleiding zwicht Adam, de mens en dat doet hij nog steeds, met het bekende gevolg: de aarde is vol distels en dorens, vol doodslag en moord, vol oorlog en dreiging. En de oorzaak is, dat de mens niet aan de verleiding kan weerstaan zelf god te spelen. Hij wil een trotse, zelfbewuste mens zijn, voor wie gehoorzaamheid een slaafse ondeugd is in plaats van een uiting van liefde. Herkent u deze mens, trots en zelfbewust; de mens die steeds maar zegt: ik vind en dus is het zo; niemand hoeft mij iets te zeggen, ik zal het zelf wel uitmaken. Herkent u die mens in uzelf? Dat is de mens, van wie God zelfs een ogenblik spijt had, dat Hij hem gemaakt had en die Hij door de zondvloed van de wereld wilde verdelgen. maar er is gelukkig ook een andere mens en met het oog op die mens, die andere Adam, heeft God de wereld ondanks alles toch in zijn hand gehouden en een eeuwig verbond gesloten, waarvan we de voorafbeelding zien in het verbond met Noach waarvan de regenboog het teken is. En die andere, nieuwe Adam is Jezus Christus. Hij heeft het even moeilijk als wij. Ook Hem probeert Satan binnen zijn invloedssfeer te trekken, Hem los te weken van de Vader en te zorgen, dat Hij zijn opdracht niet in gehoorzaamheid zou vervullen. Steeds is de Verleider aanwezig in het leven van Jezus: de joden verwachten een Messias-koning die hen van de Romeinen zou bevrijden. Was het voor Jezus niet verleidelijk na het wonder van de broodvermenigvuldiging zich door een enthousiaste menigte tot koning te laten uitroepen. Ze zouden Hem op handen gedragen hebben. Dan had Hij trots en zelfbewust kunnen zeggen: kijk eens wat ik bereikt heb. En later als hij bewust van de dreiging in Jeruzalem op weg daarheen door Petrus ervan afgehouden wordt. Zou het niet verleidelijk zijn geweest aan de druk van de leerlingen toe te geven. Want wie wil er nou jong sterven? Toch klinkt Jezus besliste woord: ga terug, satan, je laat je leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil. Satan probeert Jezus te verleiden, maar Hij weerstaat als de nieuwe Adam aan die bekoring. Hij blijft helemaal gericht op de wil van God. Hij is gehoorzaam aan de Vader in alles, zelfs tot de moeilijke dood op het kruis. Zo, in die gehoorzaamheid toont Hij de ware liefde van de mens tot God. En zo brengt Hij in zijn persoon de hele mensheid weer bij God. Zo is Hij onze verlossing. Van ons wordt gevraagd te leven zoals Jezus, gehoorzaam aan Gods geboden, nederig, liefdevol. Dat is de weg ten leven, door Hem gebaand. En zoals Noach een ark bouwde op bevel van God voor zijnen om beschermd te zijn en veilig te midden van een wereld, die trots en zelfbewust naar de ondergang gaat, zo heeft Christus voor ons zijn Kerk gebouwd, het schip van Petrus, de veilige ark in de woelige wereld. En die ark van de kerk kan schudden op de golven van de wereld, maar Christus haar Heer zal haar niet ten onder latenĀ  aan. En wat de wereld ook zegt en wat de wereld ook doet, die ark zal de plaats blijven waar men naar het voorbeeld van Jezus gehoorzaam wil zijn aan de wil van God, nederig en gehoorzaam zich buigend voor Hem, die onze Schepper is en die ons in Christus verlost heeft en ons in de Kerk het veilig voertuig geeft naar zijn