Als we het mysterie van de Drievuldigheid overdenken, medechristenen, dan worden ons twee dingen heel duidelijk. Op de eerste plaats dat God de totaal andere is, een mysterievolle werkelijkheid, die ons menselijk begrip te boven gaat. Maar tegelijk op de tweede plaats, dat dat Goddelijk mysterie ons ontzagwekkend nabij is.

God openbaart zich in het oude testament maar met name ook in Jezus als een mysterie dat wij niet kunnen vatten. Wij horen spreken over één God in drie Personen. Over de Vader, die van eeuwigheid de Zoon voortbrengt. De Zoon is in alles aan de Vader gelijk: al wat de Vader heeft is het mijne. En de Zoon is met de Vader in liefde en eenheid verbonden door de heilige Geest, die als goddelijke Persoon met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt. God is Vader, Zoon en Geest en toch één God. Een mysterie waarin wij God leren kennen zoals Hij is, maar dat tegelijk ons menselijk verstand te boven gaat en geconfronteerd met dat mysterie ervaren we dat God de totaal andere is, de verhevene, die we met geen enkele menselijke maat kunnen meten. Kunnen we er dan niet beter over zwijgen, als we het toch niet begrijpen, als de Drie-eenheid alleen voer voor theologen is, die er geleerde en voor gewone mensen onbegrijpelijke boeken over schrijven. Nee, medechristenen, God heeft zich niet alleen voor de theologen als de Drie-ene geopenbaard, maar voor ons allemaal, opdat wij Hem zouden kennen en daarom Hem meer zouden liefhebben. Immers wat is het belangrijkste voor ons in de openbaring van Vader, Zoon en Geest? Dat God liefde is in zichzelf en wel volmaakte liefde. Liefde veronderstelt meer dan één. Zo is God Vader en Zoon. En liefde streeft naar eenheid. Die eenheid is in God volmaakt gerealiseerd door de persoonlijke liefde van de heilige Geest, die Vader en Zoon verbindt. Het mysterie van de Drie-eenheid maakt ons dus duidelijk dat God volmaakte liefde is in zichzelf op een voor ons onvoorstelbare en verheven manier.

Maar tegelijk wendt dit mysterie zich tot ons mensen en wil ons laten delen in die liefde. In die zin is de Drie-ene God ons ontzaglijk nabij. Immers Gods Zoon wordt mens om ons tot zijn broeders en zusters te maken en zo tot aangenomen kinderen van God. Hij is gekomen om ons op te nemen in de liefde van de Drie-ene God, waarin we onze levensvervulling, onze eeuwige bestemming kunnen vinden. En dat gebeurt hier en nu. Door het doopsel zijn wij ingelijfd bij Christus, de Zoon van God, deel van zijn Lichaam. Als lidmaat van Christus’ bruid, de Kerk, zijn wij als kinderen van God aangenomen. En dat wordt bevestigd en verwerkelijkt door de heilige Geest, de liefde van de Vader en de Zoon, die ons reeds geschonken is. Dat is de grote realiteit waarin wij als christenen mogen leven, nu al en waarvan we weten dat hij toegroeit naar de voltooiing: wij zijn broeders en zusters van Gods Zoon, kinderen van God, begiftigd met de Geest. Wij zijn in God dankzij de Zoon die ons verlost en door wie wij de heilige Geest, de liefde van God zelf ontvangen.

In die werkelijkheid mogen we leven. Die liefde van God die is in Christus Jezus moet door ons naar de wereld stromen. Die liefde van de heilige Geest moet ons doen en laten bewegen. Op die wijze zijn wij in God, nog niet volkomen, maar wel heel werkelijk. Zo wordt ook bij gedoopten de aardse werkelijkheid van het huwelijk opgenomen in het mysterie van de Drie-ene God. In de liefde voor elkaar wordt Gods liefde beleefd en uitgebeeld: de onverbrekelijke liefde tussen Vader en Zoon, tussen de Zoon en zijn Bruid, de Kerk. Een sacrament, waarin christenen de liefde van God en voor God in de relatie met elkaar beleven en gestalte geven en zo toegroeien naar de uiteindelijke voltooiing.

Op de meest uitzonderlijke wijze vieren we ons zijn in God, ons zijn in de liefde van Drie-ene in de eucharistie. Het is de heilige Geest die ons hier samenbrengt rond Christus, die ons herkent als zijn broeders en zusters. In de heilige Geest stelt Hij hier zijn offer van liefde aanwezig en staat ons toe dit met Hem aan de Vader als offer tot vergeving van onze zonden aan de Vader op te dragen waardoor wij in zijn liefde bevestigd worden. In de communie met Hem voedt Hij ons met zijn eeuwig leven, met zijn liefde en beleven we in de Geest onze gemeenschap met Hem en door Hem met de Vader.

Zo mogen wij in ons leven als gedoopten door Christus in de heilige Geest verbonden zijn met de hemelse Vader. Zo nabij is ons de ontzagwekkende, mysterievolle Drie-ene God. Amen.