Het lijkt met elkaar te vloeken om op het feest van Christus Koning het evangelie te lezen van Christus, die aan het kruis hangt. Een koning immers moet macht bezitten en wie is er nou machtelozer dan een gekruisigde? Een koning moet overwinnaar zijn, anders is hij koning af. Een gekruisigde is toch geen overwinnaar maar een verliezer. Het lijkt met elkaar te vloeken en de wereld spot er ook mee. Pilatus die een opschrift laat aanbrengen: dit is de koning van de Joden. In dit opschrift wil hij de joden en Jezus belachelijk maken. Hoe kan dat nou, een mooie koning hebben jullie, een koning die niets kan, die machteloos aan een kruis hangt. De overheidspersonen van het Joodse volk lachen. Hem uit. De soldaten drijven de spot met Hem. Het volk staat op een afstand toe te kijken. Zijn leerlingen staan nog verder weg. Niemand neemt het voor Jezus op. Niemand gelooft er in Hem. Een paar dagen geleden riepen ‘ze nog: Hosanna de Zoon van David. Toen verwachtten ze nog, dat Hij echt koning zou worden en op de troon van David zou zetelen. Maar nu Hij machteloos aan het kruis hangt, is die droom uit. Ze blijven op afstand, ze zwijgen of spotten. Een verliezer lach je uit of je hebt medelijden met Hem. Die juich je niet toe. En Jezus is een verliezer. Er is er op dat moment maar één die het begrepen heeft en dat is een van de twee misdadigers die met Hem gekruisigd was. Hij is de enige, die in Jezus, die naast Hem hangt een koning ziet. Een hij vraagt: “Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw koninkrijk gekomen zijt”. Vanuit zijn eigen machteloze positie die menselijkerwijs geen enkel uitzicht meer biedt, begrijpt hij, dat Jezus koning is van een rijk, dat het rijk van de keizer, van Pilatus, van de Joden verre overstijgt. Hij is vooralsnog de enige, die begrijpt, dat Jezus’ rijk niet van deze wereld is. En Jezus die niet geantwoord heeft op de schimpscheuten van de spotters, geeft nu wel een antwoord aan die misdadiger naast Hem, die gelooft: vandaag nog zult ge met Mij zijn in het paradijs. Als wij vandaag aan het einde van het kerkelijk jaar Christus Koning vieren, dan betekent het dat we geloven, dat Jezus uiteindelijk de geschiedenis beheerst. Dat alle andere machten, die we nu aan het werk zien het niet zullen halen: de machten van onderdrukking, van vervolging, van de machtigen van deze aarde, de machten van ziekte en dood. Zij worden overwonnen door de macht van Christus. Maar die macht van Christus is in deze wereld geen overweldigende macht; geen macht met kletterende wapens en klinkende successen. Die macht van Jezus, die het uiteindelijk zal halen is de machteloze macht van de liefde. Is jezelf geven in liefde tot je machteloos op een kruis hangt en sterft. De macht van Jezus komt tot gelding in het jezelf geven, in je leven verliezen om het te vinden. En dat vinden we met de spotters rond het kruis, met de leerlingen die op afstand bleven allemaal moeilijk in de praktijk te geloven. We willen allemaal wel geloven in Christus de Koning, maar dan toch meer net als de Joden en de soldaten: “Kom van het kruis af en red uzelf en ons.” Hoe vaak vinden we niet, dat Jezus moet komen om onze ziekte te genezen, onze dierbaren van de dood moet redden of ons uit een nood moet komen bevrijden. We bidden er niet alleen om, maar we zijn boos op God als we het niet krijgen. Hoe kan God dit toelaten? Waaraan heb ik dit verdiend, is dan de vraag. Er zijn mensen die niet meer naar de kerk gaan en van God niet meer willen weten, als hun iets ernstigs is overkomen. Ze willen eigenlijk niet accepteren wat het betekent, dat Jezus zelf gestorven is op het kruis en juist op het kruis koning was, Dat zijn rijk niet van deze wereld is. Geloof in Christus Koning betekent, dat je tot Hem roept in alle nood. Je mag Hem natuurlijk vragen: maak me beter; help mijn kind. Maar je moet tegelijk bereid zijn net als Hij jezelf te geven en je hoop op Hem te stellen over de grens van dit leven heen. Want uiteinde rijk is zijn rijk niet van deze wereld. Als Hij ons geneest van een dodelijke ziekte, is het slechts een teken van zijn goedheid en maar heel voorlopig. Sterven moeten we toch. En pas door het sterven heen bereiken we de volheid van zijn koninkrijk. Kiezen voor Christus koning is steeds weer de werkelijkheid van het kruis durven accepteren als het middel tot heil. In feite kiezen we in ons leven altijd tussen de mentaliteit van de twee misdadigers aan het kruis. We zijn ofwel de ongelovige die in zijn ellende zegt: Jij kunt toch alles. Red ons dan uit deze ellende. Als je dat niet doet, dan wil ik niks met je te maken hebben. Ofwel we zijn die andere, die in zijn ellende zegt: Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw koninkrijk gekomen zijt. Die laatste vindt gehoor door het kruis heen. Amen.