Nog steeds iedere dag, broeders en zusters, ervaren jonge mensen de verheven waarheid van het verhaal uit genesis, dat we hoorden in de eerste lezing. Op wonderlijke en onverklaarbare wijze voelen man en vrouw zich tot elkaar aangetrokken en zeggen: ja, hij is het; zij is het; die hulp die bij mij past. Met hem, met haar durf ik het leven aan. Zonder hem, zonder haar is mijn leven niet compleet. Zij is vlees van mijn vlees, gebeente van mijn gebeente. Ze hoort bij mij. Dat is de kracht van de liefde, die God met zijn schepping aan ons meegegeven heeft. Het is iets wat je overkomt, een Godsgeschenk. Het is het verhaal van alle, jonge mensen die verliefd worden. Het is het  verhaal waarom mensen trouwen, zich in lief en leed voor het leven met elkaar verbinden. En zo wil God het, zegt de bijbel. Het is geen toevallige speling van de natuur, die wij als mensen bij zouden kunnen sturen. Het is de wil van God, dat het zo loopt met mensen en dat ze op deze wijze hun leven met elkaar gestalte geven, zodat zij volkomen één worden. En dan weten we ook, en dat ervaren we iedere dag opnieuw dat Gods geschenken je dan wel in de schoot geworpen worden. Je hoeft er in eerste instantie niets voor te doen. Maar als je het hebt gekregen dan moet je er wel iets van maken. Dan houdt het een opdracht in. En in dit geval is de opdracht het geschenk te handhaven en uit te bouwen: de eenheid die men in eerste instantie ervaren heeft als een verliefdheid, als een zich tot elkaar aangetrokken voelen, uit te bouwen tot een hechte en bestendige eenheid in liefde en trouw. Zo wil God het vanaf het begin. En als men daar nog aan mocht twijfelen, dan bevestigt Jezus dit nog eens uitdrukkelijk in het evangelie. Menselijke seksualiteit moet geordend zijn op het huwelijk waar men in liefde en trouw, in duurzame verantwoordelijkheid voor elkaar leeft en het leven doorgeeft aan het volgende geslacht van mensen. Zo eenvoudig en tegelijk zo moeilijk is Gods opdracht, door Christus bevestigd. En gelukkig zijn er binnen en buiten de kerk nog veel echtparen die het zo willen beleven. Maar tegelijk weten we ook, dat vooral ook in onze dagen veel mensen niet meer aan een huwelijk toekomen en gaan samenwonen als een soort huwelijk op proef. Er zijn er ook die zich niet willen bidden of zich verliezen in losvaste seksuele relaties, die elkaar opvolgen. En bij die wel trouwen gaan een groeiend aantal paren na verloop van enige tijd weer uit elkaar. De Kerk veroordeelt dit en noemt samenwonen en een tweede huwelijk objectief zwaar zondig. En men vindt de kerk hard en onbarmhartig. Ze heeft niet voldoende begrip voor mensen in moeilijke situaties. Maar kan de kerk anders? Christus’ uitspraken zijn ook duidelijk en opvallend hard. Het is zoals de paus telkens tot de jongeren zegt: kan en mag de kerk een andere Christus preken, dan de vaak veeleisende Christus uit het evangelie? Zou men God niet méér moeten gehoorzamen dan mensen? Natuurlijk heeft de kerk begrip voor de moeilijke situaties waarin mensen verkeren. De kerk veroordeelt geen personen, maar ze veroordeelt wel de objectief zondige situatie waarin mensen verkeren en die  duidelijk in strijd is met Gods bedoelingen. En dat doet ze omdat Christus dat van haar vraagt. Waarom eist Jezus zoveel van zijn volgelingen op dit punt? Ik denk, zusters en broeders, omdat het alles met de liefde te maken heeft en omdat christenen het ware wezen van de liefde behoren te kennen. Ze kennen immers Christus, zijn goddelijke liefde voor de mensen, die zichzelf prijs gaf tot op het kruis, tot in de dood. En Hij verwacht van zijn volgelingen, dat ze hun seksualiteit ordenen op die liefde, die onvoorwaardelijk trouw is en tot het uiterste gaat. In die optiek is samenwonen liefde met een ingebouwd voorbehoud en dus geen echte liefde. Is liefde die het opgeeft, liefde die voor het kruis opzij gaat en dus geen christelijke liefde. Wie mijn volgeling wil zijn, moet zijn kruis opnemen en Mij volgen. Dat geldt even hard voor zieke, die aan bed gekluisterd is, voor de ouder wiens kind hem veel verdriet doet als voor een echtgenoot die in de steek gelaten is en voortaan alleen door het leven moet. Zijn wij werkelijk bereid het kruis in ons leven te aanvaarden als consequentie van onze liefde, zoals Christus dat vraagt en zijn we bereid het kruis van anderen te helpen dragen, vooral als het heel zwaar op hen drukt. Het kan zijn dat mensen uit vrees voor het kruis de gemakkelijkste weg gaan, maar het kan ook zijn dat wij teveel aan de kant staan, als mensen in onze omgeving in hun huwelijk een zwaar kruis te dragen krijgen. De voornaamste kracht om ons kruis te dragen is de liefde in praktijk te brengen, met alle offers die dat vraagt, is met Christus verbonden te leven met name door de eucharistie en de communie. Hij is de liefde zelf. Zonder Hem is echte liefde onmogelijk, kunnen we Gods opdracht tot een christelijk, trouw en verantwoordelijk huwelijksleven nooit waarmaken. Amen.