Er zijn veel mensen, die moeite hebben met het evangelie van vandaag. Hoe kan het nou dat Jezus zo’n onrechtvaardige rentmeester, die alles doet wat God verboden heeft, zo prijst en in de bloemetjes zet? Daar deugt toch niets van, zou je zeggen. Je zou eerder verwachten   en dan was het ook veel begrijpelijker   dat Jezus aan het eind van het verhaal zou zeggen: jullie mogen nooit zoiets doen., Maar Hij zegt. daarentegen: zo moeten jullie handelen: als die onrechtvaardige rentmeester. ‘Om dat goed te begrijpen moeten we ons realiseren, dat het om een gelijkenis, een parabel gaat. Jezus gebruikt die verhalen uit het dagelijkse leven om mensen iets meteen duidelijk te maken. Maar om een parabel goed te begrijpen, moet je wel het punt vaan vergelijking, het punt waar het omgaat goed in de gaten houden. De rest is voorbeeld, aankleding. En waar gaat het hier om: het zijn niet de onrechtvaardige dingen waarin we de rentmeester moeten navolgen. Het springende punt zit in het overleg waarmee hij handelt, de slimheid met het oog op de toekomst die hij aan de dag legt. Daar kunnen wij veel van leren, zegt Jezus. Die rentmeester is een kind van de wereld, die alleen maar op materiële dingen uit is. Maar hij doet dat heel planmatig. Eerst vult hij zijn zakken door fraude en als het aan het licht dreigt te komen, zorgt hij door middel van fraude, dat hij vrienden heeft die hem iets verplicht zijn. Zo’n kind van de wereld handelt slim en Hij voegt er met een verzuchting van spijt aan toe: de kinderen van het licht handelen meestal niet met zoveel overleg. De kinderen van het licht, de christenen zijn niet op materiele dingen uit: ze zijn uit op liefde tot God, liefde tot de naaste en ze willen toch het eeuwig leven bereiken. Maar doen ze dat wel planmatig. Doen ze het met net zoveel overleg als de onrechtvaardige rentmeester. Dat zou Jezus willen. En als hij om zich heen kijkt, ziet Hij dat dat niet zo is. Net als de profeet Amos in de eerste lezing: die ziet die vrome Joden, die zeggen eer te willen geven aan God en volgens Gods wet te leven. Ze houden keurig de sabbat en de feesten. Dan zijn ze heel braaf, maar ondertussen denken ze al: als de sabbat voorbij is en mijn handeltje begint weer, dan moet ik zien hoe ik mensen een poot uitdraai en mijn zakken vul met geld. Dat klopt niet met elkaar. En christenen, die zeggen: ik geloof, maar die van huwelijk een puinhoop maken, die inhalig zijn, die nauwelijks ooit in de kerk komen, die geen tijd hebben om te bidden, die hun kinderen een slecht voorbeeld geven. Dat klopt niet. Ze willen kinderen van het licht zijn, maar ze handelen regelmatig als kinderen van de duisternis, als kinderen van deze wereld. Wat Jezus wil zeggen is: als je gelovig bent: leeft dan volgens een vast en overdacht plan, zodat je ook werkelijk uitkomt bij God. En wat dat betreft kun je veel leren van de onrechtvaardige rentmeester en de kinderen van deze wereld. Die weten wat ze willen en handelen ernaar. Maar doen wij dat ook. We zeggen als gelovige christenen, dat niet geld maar de eer van God en het heil van onze naasten het belangrijkste is. Maar handelen we ook met overleg volgens die stelregel? Is ons leven planmatig daarop gericht? Daarom voegt het evangelie eraan toe: als je werkelijk planmatig naar de hemel toe wilt leven, er zeker van wilt zijn dat je daarin opgenomen zult worden: maak je dan vrienden door het geld, dat je zegt niet zo belangrijk te vinden: d.w.z geef het aan de armen en de behoeftigen. Doe er goed mee. Dan zullen zij straks jullie voorsprekers zijn bij God en als het ware zeggen: haal die maar binnen. Hij is onze vriend, hij ‘heeft ons goedgedaan. Je kunt als christen niet van de hak op de tak leven. Je leven moet een doelmatig plan zijn, gericht op God en de naasten, gericht op het eeuwig leven. En dat planmatige kunnen we leren van die rentmeester en van alle mensen die van geld hun leven maken. Amen.