Het beeld van de herder en de schapen, toegepast op mensen, is voor de moderne mens niet bepaald een aantrekkelijk beeld. De moderne mens wil zich niet graag geleid zien als een onnozel schaap. De moderne mens is mondig. Hij weet zelf zijn weg wel te bepalen. Niemand hoeft hem iets te vertellen of voor te schrijven. Hij wil zelf bewust zijn eigen levensgang bepalen. Hij wil hoogstens iemand die hem daarbij inspireert, maar dan toch min of meer vrijblijvend. Iemand die hem concrete wegen wijst, ervaart hij al gauw als betuttelend, als inbreuk makend op zijn vrijheid. Onafhankelijk, zelfbewust, mondig, eigen geweten, dat zijn de dingen die de moderne mens aanspreken. Nou zeg ik: moderne mens, want zo noemt hij zich graag, maar eigenlijk is het de oude mens. Zo noemt de bijbel hem: Adam, de oude mens. Adam denkt geen leiding nodig te hebben. Hij wil vrij zijn, van elke vrucht eten als hem dat belieft. En zijn geweten blijkt uiteindelijk geen belemmering.

Maar die oude mens, die Adam, die weer verrassend modern is, loopt dan wel in zeven sloten tegelijk en maakt van de wereld en van de menselijke verhoudingen een puinhoop. Kijk maar om u heen, wat de zelfbewuste, mondige mens met zijn eigen geweten er de laatste 40 jaar in ons land van gemaakt heeft: we hebben echtscheidingen met alle gevolgen van dien voor de kinderen als nooit tevoren; we hebben zelfmoorden bij de vleet; de maatschappij wordt steeds onveiliger; beginnend menselijk leven ondervindt nauwelijks nog wettelijke bescherming. Dat gebeurt er in een maatschappij van zgn. mondige, zelfbewuste mensen, die geen Herder nodig hebben. Ze lopen verloren.

Jezus zegt: Ik ben de goede Herder. Dat betekent: Ik weet de weg naar de grazige weiden, de weg naar het geluk. Sluit je bij mijn kudde aan en je bent veilig. Ik doe het niet voor mezelf. Ik doe het voor jullie. Kijk maar, Ik geef mijn leven op het kruis voor mijn schapen. Volg mij, Ik zal je weiden. Ik geef je te eten, Ik verzorg je, als je ziek bent. Ik zoek je zelfs op als je verloren loopt. Aanvaard Mij als de herder van je leven. Dat betekent, zusters en broeders, dat we nederig moeten zijn. Moeten erkennen dat we in ons leven de leiding van de Herder nodig hebben. Hij, en Hij a11een weet de weg. Daarvoor moeten we meer onze oren en minder onze mond openen. Jezus is en blijft de Herder van zijn kudde, de kerk. Maar Hij deelt in alle tijden zijn herderschap mee aan de herders van de Kerk, de paus, de bisschoppen en de priesters. Zij zijn de zichtbare herders in Christus’ naam. Zij mogen niets doen op eigen gezag; in eenheid met elkaar en in afhankelijkheid van Christus wijzen zij de kudde de weg; spreken zij gezagvol Jezus’ woorden; delen zij het voedsel uit van de eucharistie. Houden ze Gods geboden voor, bezoeken en zalven ze zieken in zijn naam, spreken ze vrij van zonden in zijn Naam. Herder zijn in de kerk, paus, bisschop of priester is geen gemakkelijke taak. Je bent – en dat heb je met allen gemeen – lid van de kudde van Christus, staat onder zijn leiding. Maar tegelijk mag en moet je Christus in zijn kudde vertegenwoordigen: moet je soms harde woorden spreken, heel duidelijke wegen wijzen, ook als een gedeelte van de kudde anders wil. Dat is de speciale verantwoordelijkheid waarvoor je door Christus geroepen bent. Je moet oppassen dat je niet de mentaliteit van de huurling krijgt, die de makkelijkste weg bewandelt, die het wel gelooft en die de schapen weerloos maakt tegen rovers. Christus roept in zijn kerk zulke mensen; die daar hun leven aan willen geven: Hij roept mensen die priester willen worden; die hun leven willen geven in dienst van de schapen. Christus moet hun Herder en Leidsman ten leven kunnen zijn door mensen die zich als priester aan Hem willen geven. De Kerk doet vandaag op roepingenzondag een beroep op alle jonge mensen te luisteren naar de roepstem van de Heer en ze roept allen op te bidden om herders voor de kerk, om priesters, die Christus als Herder van de kudde handen en voeten willen geven met heel hun leven. Amen.