bij: Jes. 7, 10-14 en Rom. 1, 1-7 en Mt. 1, 18-24

Jozef dacht erover in stilte van Maria, zijn verloofde, te scheiden, lezen we in het evangelie. We kunnen dat goed begrijpen; het is zo menselijk, want wat aan Maria aan het gebeuren is, is voor het normale menselijke verstand maar voor één uitleg vatbaar en omdat Jozef daar buiten stond, wilde hij de band verbreken. Jozef was een rechtschapen man en wilde Maria niet in opspraak brengen; daarom wilde hij in stilte van haar weggaan. Het is zo menselijk. Het gebeurt nog steeds; alleen hebben de meeste mensen niet de kiesheid van Sint Jozef. De meeste mensen doen het tamelijk luidruchtig: die maagdelijke geboorte van Jezus, dat kan toch niet, daar geloof ik niet in. Jozef is natuurlijk de vader van Jezus. En het gebeurt niet alleen rond dit geloofspunt. Het gebeurt vrij algemeen rond een vergelijkbaar geloofspunt: de Kerk. De kerk, dat zijn wij samen en daarmee uit. Dat de Kerk een onveranderlijke waarheid bezit, dat is natuurlijk onzin. Dat kan niet. Wie maakt er nou uit wat waar is. Als wij ons ergens prettig bij voelen, dan is dat genoeg. En men verwijdert zich al dan niet geruisloos van die kerk en zoekt dan soms een beetje steun bij gelijkgezinden.

Bij Sint Jozef komt het niet zo ver. Waarom? Omdat hij niet alleen naar zichzelf luistert, niet alleen naar zijn eigen beperkte mensenverstand. Jozef luistert naar de stem van God, naar God die groter is dan ons hart en groter dan ons verstand. En Gods engel zegt hem in een droom, dat hier geen normale mensen gebeurtenissen plaats vinden. De menswording van God valt immers buiten de normale, voorstelbare orde. Hij zal Zoon van mensen zijn en tegelijk Zoon van God, niet bij wijze van spreken, maar werkelijk God uit God, licht uit Licht, ware God uit de ware God. Daarom wordt het Kind niet geboren uit de wil van een man, maar uit de heilige Geest zelf. Dat gaat buiten de natuurlijke dingen om. Maar willen we dat kunnen zien, dan moeten we ons hoofd buigen in geloof voor deze unieke gebeurtenis. Niet zeggen: dat kan niet, omdat het normaal niet gebeurt en je terugtrekken in je eigen normale zekerheden, want dan mis je het geheim, het mysterie, dan mis je God in deze wereld. De grootheid van Jozef bestaat juist daarin, dat hij zijn hoofd gebogen heeft voor Gods geheim, voor het mysterie dat God voltrok aan zijn bruid. Hij nam zijn vrouw tot zich en werd voor de Joodse wet de vader van Jezus en verzekerde zo zijn afstamming van koning David. Door in geloof zijn hoofd te buigen voor de grote daden van God, kreeg hij deel aan die grote daden, werd hij een actieve medewerker aan Gods menswording in de wereld. Zo is St. Jozef ons voorbeeld. Willen wij immers iets begrijpen van Gods grote daden, willen wij er deel aan krijgen, willen wij vanuit die daden kunnen leven en gered worden, dan moeten wij niet stil blijven staan bij ons beperkte verstand, maar ons hoofd buigen voor het mysterie, voor Gods unieke handelen in Jezus en in het levenswerk van Jezus, zijn heilige Kerk, waardoor Hij zijn verlossende werk voortzet.

Als we alleen maar vertrouwen op ons verstand, Gods bijzonder ingrijpen afwijzen, omdat we het niet kunnen vatten en het geloof en de kerk op een menselijke manier willen verklaren, dan raken we onherroepelijk verwijderd van het geheim van God. Dat staan we hoogstens nog open voor een plat soort christendom, waarin Jezus de loutere inspiratie is van een soort menselijkheid, die om de tien jaar aan de mode wordt aangepast; waarin iedere verticale, goddelijke dimensie wordt weggeredeneerd, waar de heilige Geest de knusse geest wordt die ons toevallig bezielt, waar eredienst vervangen wordt door mensendienst op maat en waar de Kerk wordt afgedaan als het werk van mensen is en waar paus en bisschoppen uit zijn op het behoud van macht.

Laten wij een voorbeeld nemen aan Jozef, die oog had voor God. Laten we ons hoofd buigen voor de grote, onvoorstelbare dingen die God doet in deze wereld. Oog hebben voor de heilige Geest, die in Maria de Emmanuel doet groeien; die in de gemeenschap van de gedoopten onder leiding van de gewijde herders het Lichaam van Christus laat groeien, toegerust met Gods waarheid, met Gods heilsmiddelen. Dan pas, dan allen zien we hoe God werkelijk met ons bezig is, God-met-ons is in Jezus, in zijn heilige Kerk. Amen.