Profeten, mensen die in de naam van God spreken, hebben het niet gemakkelijk. Dat is het thema van de lezingen van deze zondag. Maar echte profeten mogen zich daardoor niet laten ontmoedigen. Want het is blijkbaar van het begin af aan zo, dat mensen zich door God niet willen laten gezeggen. Een van de eerste verhalen uit de bijbel is daar al een illustratie van: voor zijn eigen bestwil verbiedt God de mens te eten van de boom van kennis van goed en kwaad, omdat hij anders zal sterven. Maar de mens wijst Gods autoriteit af en stelt er zijn eigen inzicht voor in de plaats. Hij eet van de boom, gaat tegen Gods woord in en de zaak loopt fout. Maar zo is het sindsdien steeds gegaan en nog. Mensen die Gods Woord moeten verkondigen, worden er steeds weer mee geconfronteerd: de onwil om naar God te luisteren. Veel mensen hebben aan God geen boodschap. Profeten zijn dan als lastige horzels die het geweten toch blijven aanklagen. Mensen die toch wel met God rekening willen houden, zijn er ook handig in, God naar hun eigen hand proberen te zetten. Daar spelen de valse profeten op in, die niets anders vertellen dan de mensen willen horen met een beroep op God. Zij verzetten zich meestal nog sterker tegen de echte profeten.

Echte profeten hebben het nooit gemakkelijk. Daarom zegt God tegen de profeet Jeremia laat u door hen niet afschrikken. Trek je er niks van aan wat de mensen zeggen. Houd je mond niet dicht, omdat ze het er misschien niet mee eens zullen zijn. Spreek, wees sterk als een ijzeren zuil, als een versterkte stad, als een koperen muur. Geef niet toe. Verkondig onverkort mijn woord, ook al is het niet welkom en ook al bestrijden ze u. Ik ben bij u. Ook Jezus ontmoet tegenstand. Ze proberen zijn woord te ontkrachten door zijn optreden belachelijk te maken: is Hij niet de zoon van Jozef. En als Jezus doorgaat en van geen wijken weet, proberen ze Hem te vermoorden. Hij gaat echter, superieur, midden tussen hen door en vertrekt. Als het een paar jaar later in Jeruzalem wel lukt Hem te vermoorden, ook dan ontstijgt Jezus superieur aan zijn vervolgers in zijn verrijzenis en hemelvaart. God laat zijn profeet, die zijn taak ten einde toe volbrengt niet in de steek.

Wat betekent dat voor onze tijd? De kerk heeft de taak het woord van God te verkondigen. Zij heeft het woord van God en de heilige Geest ontvangen. En ze doet dat ook. Bij monde van paus en de gezamenlijke bisschoppen verkondigt de kerk heel duidelijk het woord van God voor onze tijd. Als je dat doet ontmoet je tegenstand.

Als de Kerk zegt dat het immoreel is om voor immorele wetten te stemmen in de politiek, dan krijg je meteen als antwoord: er is toch scheiding van kerk en staat. De kerk mag zich niet met politiek bemoeien. Die moet binnen de kerkmuren blijven. Dat is natuurlijk onzin, christen zijn bestaat ook buiten de kerkmuren, bestaat ook in de politiek. De Kerk moet juist de gewetens, ook van politici, vormen. Ruim een week geleden is in de Amerikaans staat New York de meest liberale abortuswet aangenomen. Praktisch tot vlak voor de geboorte mag je daar nu aborteren. Het hoeft niet eens door arts te gebeuren. Triomfantelijk werd de wet door de gouverneur ondertekend als een victorie voor de vrouwenrechten. En de gouverneur is een katholiek. Er zijn bisschoppen in Amerika die zeggen: een dergelijke gouverneur moet je excommuniceren. Hij moet voelen dat je zoiets als katholieke niet kunt doen. Maar de kardinaal van New York, onder wiens kerkelijk gezag de gouverneur valt, doet niets. Dat zou de lieve vrede en de harmonie tussen kerke en staat verstoren. De lieve vrede, de consensus, lijkt tegenwoordig het hoogste goed. Profeten verstoren altijd die lieve vrede als die vals is: zo doet Jezus het vandaag in Nazareth en mensen worden zo woedend dat ze Hem willen doden. De lieve vrede is alleen maar de moeite waard als hij steunt op waarachtigheid en gerechtigheid. Die is belangrijker dan de lieve vrede. Daarom zegt Jezus tegelijk in het evangelie: “Ik ben niet de vrede komen brengen maar het zwaard” en tegelijk: “mijn vrede geef ik u”. In die spanning ligt de profetische taak van de Kerk, van iedere gelovige. Amen.