Een kind voelt zich veilig bij de voorschriften en de regels, die het van zijn ouders ontvangt of die het op school krijgt. Als aan die regels de hand gehouden wordt, kan het kind binnen dat stramien gelukkig zijn. Het merkt dat zijn ouders of de onderwijzer op school tevreden zijn. Binnen die regels voelt het kind zich geborgen. Zonder regels kan een kind niets aanvangen. Een zogenaamde vrije opvoeding leidt tot voortdurende botsingen met de omgeving, omdat het kind zich niet weet te gedragen, uit zichzelf zijn weg niet weet in het leven. Een puber, die zijn eigen leven wil gaan bepalen, gaat zich verzetten tegen de regels. Hij zet zich af tegen zijn ouders en wil vaak precies het tegendeel van wat zij willen. Regels voorschriften, geboden noemen ze vaak ouwerwets. Zij willen anders leven, hun eigen regels ontdekken. Volwassen zijn betekent dan opnieuw de regels aanvaarden, maar nu niet omdat ze van buitenaf komen, maar omdat men inziet dat ze goed zijn. Volwassen zijn betekent ook regels en normen op elkaar kunnen afstemmen, weten wat het belangrijkste is, als regels met elkaar in conflict komen: de juiste mentaliteit waarin de bedoeling van normen  en regels tot hun recht komen. Ik heb de indruk, dat de Joden in het oude testament vaak iets weg hadden van kinderen. Ze voelen zich veilig bij de geboden, die ze via Mozes van God ontvangen hadden. De vele voorschriften en regels gaven hun een veilig gevoel Door het onderhouden van de wet, zo stipt mogelijk, waren ze dicht bij God. God is tevreden met hen, als ze de wet onderhouden. En zij zijn trots omdat ze Gods modelkinderen mogen zijn. Het kinderlijke uit zich ook in het ijverige uiterlijk voldoen van de regels zonder dat men de geest achter de wet echt ontdekt. De farizeeën in het evangelie houden kinderlijk vast aan de precieze wetsvoorschriften, maar daardoor komen ze vaak in conflict met de geest die achter de wet zit: u weet: op sabbat mag je niet werken, geneeskundig bezig zijn is werken: dus je mag op sabbat niet genezen. Daar komt Jezus in conflict met de farizeeën. Jezus zegt: Gods wet kan nooit bedoeld zijn om te verhinderen dat we mensen helpen. Dus hier moet de wet wijken voor de hulp aan de naaste. Zo ook vandaag in  het evangelie: Jezus zegt: het is goed om uiterlijk rein te zijn voor God, maar als je je op een kinderlijke manier vastklampt aan die uiterlijke reinheidsregels van schotels en vingertoppen wassen, terwijl het eigenlijk gaat om innerlijke reinheid van liefde, zuiverheid, rechtvaardigheid, die niet zo goed in precieze regeltjes te vatten is, dan zit je goed fout. Jezus wil een volwassen omgaan met de wet. Daarom zegt Hij ook: Ik ben niet gekomen om de wet af te schaffen, maar om hem te voltooien. Een volwassen omgaan met de wet betekent de wet serieus nemen. Je mag de geboden niet terzijde schuiven. De geboden zijn belangrijk. Zij zijn een gave Gods die richting geven aan ons leven. Maar ons hele leven is niet in geboden te vatten. En daarom is naast de geboden de Geest die levend maakt even belangrijk. De Geest die ons helpt de geboden toe te passen in de praktijk me in .de concrete praktijk de geboden ven opzichte van elkaar ordent. De geest leert ons bv dat de zondagsplicht een zwaar gebod is, dat niet wijkt omdat je kinderen toevallig koffie komen drinken maar wel moet wijken, als je buurman plotseling ziek wordt en hulp nodig heeft. Dan mag je hem niet in de steek laten en naar de kerk gaan. Dat volwassen omgaan met geboden waarin de geboden serieus genomen worden en tegelijkertijd de geest van rechtvaardigheid en liefde waarin ze moeten worden volbracht, dat wil Jezus van ons christenen. Misschien hebben we in het verleden als christenen ook te kinderlijk de geboden proberen te volbrengen: denkt u maar eens aan de vasten- en onthoudingswet: .je mocht geen vlees eten. Daar hielden we ons ook allemaal aan, maar die het zich konden permitteren aten met een gerust geweten de duurste vis. Tegenwoordig is de houding van veel christenen vaak puberaal. Ze lappen pen de geboden aan hun laars en zoeken hun eigen vrijheid en zetten zich vaak af tegen de geboden. We moeten opnieuw komen tot wat Jezus wil: volwassen geloof en een volwassen onderhouden van Gods geboden. Amen.