Als je theologische literatuur leest, kun je de meest gekke dingen tegenkomen. Niet het bijbels getuigenis, niet het geloof van de Kerk is dan de leidraad maar eerder de vooropgezette mening dat er geen wonderen kunnen gebeuren. Dat alles moet verlopen zoals het meestal verloopt. Dit soort redeneringen zijn de vrucht van het zogenaamde Verlichtingsdenken. De Verlichting is een stroming vanuit de achttiende eeuw, met als hoogtepunt de Franse Revolutie, waarin het verstand en met het verstand beredeneerbare het enige is. Jezus is dan alleen maar een moreel hoogstaande persoon, alleen bij wijze van spreken Zoon van God. En de maagdelijke geboorte valt buiten de natuurwetten en heeft dus alleen maar een symbolische betekenis. In de katholieke Kerk is deze wijze van denken pas echt na het tweede Vaticaanse concilie doorgebroken en meteen door de Kerk veroordeeld. Paulus VI heeft daarop gereageerd met zijn geloofsbelijdenis en verzucht dat door de openstaande ramen van de Kerk ook de rook van satan was binnengedrongen. Ten aanzien van Pasen beweren de verlichtingstheologen: na de dood van Jezus waren de apostelen eerst verslagen, maar onder leiding van Petrus hebben ze tegen elkaar gezegd: het kan toch niet afgelopen zijn. Wij moeten het werk dat Jezus begonnen is doorzetten. Zo kwamen ze tot de conclusie dat Hij verrezen was. De verrijzenis van Jezus wordt dan teruggebracht tot een gebeurtenis in het hoofd van de apostelen. Het verhaal van het lege graf noemen ze dan louter een inkleding van het geloof achteraf zonder enige historische betekenis. Het is goed te beseffen dat voor dit soort opvattingen geen enkel bewijs of aanwijzing te vinden is. Het is absoluut niet wetenschappelijk zoals men vaak doet voorkomen. Het is het verdraaien van de Bijbelse gegevens om ze aan te passen aan een vooropgezet idee. Laten we onbevangen kijken naar de Bijbelse berichten. En wat zien we dan bij de naast betrokkenen? Eigenlijk hetzelfde als bij die moderne theologen: ongeloof: verrijzenis, dat kan toch niet! Ongeloof bij Maria Magdalena: ze hebben de Heer weggehaald. Ongeloof bij de apostelen als de vrouwen komen zeggen, dat ze engel hebben gezien, die zegt, dat Hij leeft: ze beschouwen het als beuzelpraat van vrouwen, zegt Lucas. Ongeloof bij de Emmaüsgangers: het graf is wel leeg en er zijn vrouwen die zeggen, dat ze een verschijning van een engel hebben gehad, maar dat kan natuurlijk niet. Uit henzelf is er helemaal geen gedachte aan verrijzenis. Pas de verschijningen van de verrezen Heer, zijn aanwezigheid, die zich onweerstaanbaar opdringt brengt hen tot geloof.

En het evangelie van vandaag geeft ons nog een heel duidelijk voorbeeld van het feit, dat de apostelen geen naïeve zweverige dwepers waren. Tomas gelooft het zelfs niet, als zijn collega apostelen hem vertellen, dat de Heer verschenen is. Pas als ik Hem zie en voel, zal ik geloven. Gelukkig maar, dat degene die getuigen moesten zijn van de wonderbaarlijke verrijzenis van de Heer, geen goedgelovige zweverige figuren waren bij wie de wens de vader van de gedachte was. Ze stonden met beide benen op de grond en waren geneigd in eerste instantie te zeggen: maak dat de kat maar wijs. Omdat Tomas zo was, zo reëel, net zo reëel als wij, maakt dat zijn getuigenis naderhand des te waardevoller. Als Hij dan uitroept: “Mijn Heer en mijn God!” is dat niet iets wat in zijn hoofd ontstaan is, een interpretatie achteraf, maar een werkelijkheid die zich onweerstaanbaar aan hem opdringt, waar hij niet omheen kan.

Zo tekent de heilige Schrift de getuigen van de verrijzenis. En gelukkig maar dat ze zo zijn: want als wij zalig moeten worden door te geloven en niet door zelf te zien, dan moet ons geloof kunnen steunen op betrouwbare getuigen, die wel gezien hebben wat ze niet konden geloven.

De verrijzenis van Christus is het centrum van ons geloof. Als Christus niet werkelijk is verrezen, met lichaam en ziel, dan is ons geloof waardeloos, zegt Paulus, houd dan maar op christen te zijn. Waar maken we ons dan nog druk over. Maar zo is het niet: Christus is werkelijk verrezen, en al wie in Hem gelooft zal met Hem de dood overwinnen en verrijzen tot onvergankelijk leven. Amen.