Het wijnwonder van Kana wordt ons door de evangelist Johannes niet verteld om te 1aten zien hoe Jezus de mensen op dat feest in Kana een plezier deed en uit de nood hielp. Het wordt genoemd: het begin van de tekenen en de openbaring van zijn heerlijkheid. Het gebeuren is een teken. Door Jezus wordt water in wijn veranderd. Het is het teken van het feit, dat Jezus gekomen is om de wereld en de mensen om te vormen tot een hoger plan; dat Hij gekomen is om de wereld en de mensen .tot volmaaktheid te brengen. Dat is de heerlijkheid die Hij aan de wereld en de mensen meedeelt. De wijn is in het oude testament steeds het symbool van de vreugde van het rijk Gods, van de eindtijd. De profeten spreken steeds van uitstekende belegen wijnen die volop aan iedereen geschonken worden, als de Messias komt  en het rijk Gods begint. Dat Jezus hier volop wijn verschaft, betekent, dat Hij zich als Messias presenteert en dat in Hem die eindtijd, het Rijk Gods begint. In het schenken van de wijn in Kan openbaart Jezus dus iets van de Heerlijkheid van het rijk Gods dat in Hem begonnen is. Bovendien denkt iedere christen die dit evangelie leest bij het horen van de wijn die Jezus in overvloed schenkt aan de eucharistie waarin de beker met wijn wordt omgevormd tot het Bloed van Christus, dat het Nieuwe Verbond bewerkt en bezegelt. Jezus’ Bloed lijft ons in bij het rijk van God en is nu al in de eucharistie het onderpand van de komende heerlijkheid. Omdat Jezus bij het laatste avondmaal wijn gekozen heeft om het sacrament van zijn Bloed te zijn, dat ons verlost, dat wij mogen drinken als middel tot en als voorsmaak van de komende heerlijkheid, mogen we het wijnwonder van Kana ook in dit licht zien. Het is een teken van de beginnende verlossing. Daarom zegt Jezus ook zo plechtig tegen Maria: “Nog is mijn uur niet gekomen”. Het uur, mijn uur betekent in het evangelie van Johannes altijd: het uur van de kruisdood en de verheerlijking, het moment van de verlossing. Jezus ziet dus het wijnwonder sterk verbonden met zijn verlossingswerk dat op het kruis zijn hoogtepunt vindt: het uur waarop de mensenzoon wordt overgeleverd, het uur waarop de mensenzoon wordt verheerlijkt. Dat uur stelt Jezus niet vast. Dat uur is afhankelijk van de wil van de Vader. Vandaar: de aanvankelijke afwijzing. Jezus verlossingswerk wordt niet door mensen, alleen door de wil van God bepaald. Toch is de bede van Maria niet tevergeefs. Je zou kunnen zegden: haar vertrouwen op Jezus verhaast het uur dat God heeft vastgesteld. Immers als Maria tegen de bedienden heeft gezegd: doet maar wat Hij u zeggen zal, dan blijkt het uur toch gekomen. Vertrouwvol gebed, gelovig vertrouwen heeft blijkbaar invloed op Gods beslissingen, verhaast het uur dat door God is vastgesteld, het uur van de verlossing. Nadenkend over dit evangelie, zusters en broeders, kunnen we voor ons leven een paar conclusies trekken: Op de eerste plaats: Jezus is in staat mijn leven op een hoger plan te brengen. Hij heeft dat gedaan. We zijn gedoopt. Ons gewone menselijke leven is opgenomen in het goddelijke leven. Water is tot wijn gemaakt. Voor gehuwden geldt, dat hun natuurlijke huwelijksband in Christus tot sacrament geworden is, van water tot wijn. Dat in de eucharistie dagelijks  voedsel  gemaakt is tot Brood van eeuwig leven. Laten we ook bewust leven vanuit die orde van God. Daarbij helpt ons de aansporing van Maria: doet maar wat Hij u zeggen zal. Doen wat Jezus vraagt, dan wordt water tot wijn. En het laatste: Jezus leeft vanuit de wil van de Vader. Dat betekent dat Hij kan wachten op het uur dat de Vader heeft vastgesteld. Wij zijn in ons gebed vaak zo haastig, zo ongeduldig. God moet meteen doen wat wij willen. Dit evangelie toont ons Jezus: uw wil geschiede op het uur dat U wilt. Maar tegelijk mogen we net als Maria vertrouwvol vragen in de hoop dat het uur verhaast wordt. Amen.