bij: Jes. 49, 3.5-6 en 1 Kor. 1, 1-3 en Joh. 1, 29-34

We zijn vertrouwd met het beeld van Lam Gods. Het is een veel gebruikt motief in de religieuze kunst. Het beeld wordt ons vóór de communie in iedere eucharistie voorgehouden. Maar spreekt het beeld ook tot ons? Klinkt er alles in mee, wat Johannes de Doper wil zeggen als hij Jezus aanduidt als het “Lam Gods”? Voor de Joden, die het Johannes hoorden zeggen, was het duidelijk. Het Lam deed hen denken aan de uittocht uit Egypte. In de nacht van de uittocht moest men een lam slachten en het bloed van het lam op posten van de deuren smeren. En toen de engel van de dood die nacht door Egypte ging en alle eerstgeborenen sloeg met de dood, toen ging hij de deuren voorbij, waarop het bloed

van het lam was gesmeerd. Het bloed van het lam redde van de dood; het was een bezegeling van het reddend verbond tussen God en zijn volk. Dat is het eerste wat meeklinkt in de uitspraak van Johannes de Doper. Een tweede is de profetie van Jesaja over de lijdende dienstknecht van God. Daar zegt de profeet: “Hij werd doorboord om onze misdaden; door zijn wonden werden wij genezen. Hij werd mishandeld, maar hij onderging het gedwee zonder enig protest als een lam dat ter slachting geleid wordt. De profeet schildert hier de dienaar van God, die als een lam ter slachtbank wordt geleid en de zonden van het volk wegdraagt. Een derde element, dat voor de Joden meeklinkt in de uitspraak van Johannes, is een ritueel, dat ze ieder jaar op grote Verzoendag meemaakten: dan laadde de hogepriester symbolisch de zonden van heel het volk op de rug van een bok en die werd dan de woestijn in gestuurd. Die zondebok droeg symbolisch de zonden van het volk weg. Johannes de Doper wijst dus Jezus aan als de zondebok, die niet alleen de zonden van het volk, maar zelfs van heel de wereld zal wegdragen, zodat geen schuld voor God meer op de mensheid drukt. Hij zal als een Lam ter slachtbank worden geleid en door zijn dood worden wij genezen. Zijn Bloed is het Bloed van een nieuw Verbond, de voltooiing van het oude. Ieder die dat Bloed aan zijn deurposten smeert, zal gered worden van de eeuwige dood. In die zin is Jezus het Lam van Godswege. Door zijn dood, door zijn Bloed bevrijdt Hij de mensheid uit de slavernij van de zonde en de dood. Daarom kan Jezus ook dopen met de heilige Geest. In de plaats van de zonde en de schuld, die Hij wegneemt bij de mens, stelt Hij de heilige Geest, de Geest van het kindschap Gods,

waardoor wij in staat zijn God Vader te noemen en waardoor het eeuwig leven in ons is. Uit onszelf zijn we slaven van zonde en dood, net zoals de Joden slaven waren in Egypte, niet bij machte zichzelf te bevrijden. Zo staat de zonde en de dood tussen ons en God in, ware het niet dat Jezus die zonde en die dood voor ons heeft weggedragen, toen Hij als

een lam ter slachtbank werd geleid. Dat is de verlossing en we krijgen aan die verlossing deel door het doopsel met de heilige Geest. Wij, christenen, zijn verloste mensen, kinderen van God dankzij Christus, het Lam Gods, onze Verlosser. Daarom mogen we ook altijd leven als blije mensen, die weten dat ze op weg zijn naar het Beloofde Land. Ja, we moeten af en toe nog wel door de woestijn. Het is niet altijd makkelijk in het leven. Maar we weten toch, dat zonde en dood zijn weggedragen en dat we met Christus het Beloofde land zullen bereiken. Amen.