Het gaat vandaag in de lezingen over zonde en vergeving, een thema dat centraal staat in het evangelie: de zondigheid van heel het menselijk geslacht en van iedere mens afzonderlijk en de vergeving die God ons in Christus aanbiedt. Hij is immer gestorven voor onze zonden. Zijn bloed is vergoten voor onze verzoening met God. Maar als je veel christenen vandaag aan de dag zou moeten geloven, dan is Christus voor niets gestorven of in ieder geval niet voor hen, want ze zijn zich niet bewust van enige zondigheid. Zonde, wie doet er nou zonde. Ik doe toch niks verkeerds. Dat zijn de dingen die je in de pastorale praktijk telkens weer hoort. Maar weinigen hebben het sacrament van de vergeving, van de biecht nog nodig. Als je je dan afvraagt: hoe komt dat? Dan kun je eigenlijk maar tot één conclusie komen: omdat de mensen God aan de kant hebben gezet. 0 ja, ze zeggen wel dat ze geloven. Maar dat is dan meer in een God van eigen maaksel, die precies moet zeggen en goedvinden wat zijzelf denken. Voor steeds meer mensen spreekt God niet door de Bijbel en zeker niet door de Kerk, maar door hun. Wat zij denken, is Gods wil. De bijbel en de kerk zeggen, dat je moet bidden. Maar ik weet zeker dat God liever heeft dat ik geen ruzie maak. Dus hoef ik niet te bidden. De kerk zegt dat het zware zonde is als je niet regelmatig deelneemt aan de eucharistie, maar ik voel dat niet zo. Ik vind….. Ik ben tegen abortus, maar nu mijn eigen dochter in die onmogelijk situatie is kan God toch niet willen …. Ik zeg u: bemint uw vijanden, maar na wat dat familielid me aangedaan heeft, kan niemand verwachten dat ik er nog een voet in huis zet. Gij zult geen echtbreuk plegen: ja maar ze heeft me nooit begrepen, nu heb ik pas de echte liefde gevonden en God wil toch liefde. De kerk vindt ongehuwd samenwonen zonde. Ik vind dat niet, dus is het niet. In de tien geboden staat: eert uw vader en uw moeder; dus heb ik aan mijn verplichtingen voldaan als ze veilig opgeborgen zijn in een bejaarden- of verpleegtehuis. En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Op deze manier zijn veel mensen bezig de zonde volledig uit hun leven te bannen. Maar tegelijk verbannen ze daarmee God, de levende God, die spreekt door bijbel en kerk. En we zijn daar allemaal een beetje mee bezig. En dat is gevaarlijk. Want dan zijn we bezig het geloof te verliezen.

Als je denkt dat je geen zonde doet, dan geloof je niet meer. Dan luister je niet meer naar zijn woord, dan maak je een eigen afgod die precies zegt wat jij wilt. Tegenover de waarachtige majesteit Gods schieten wij steeds weer tekort, ook al proberen we het nog zo serieus Wie God serieus neemt, moet zijn eigen zwakheid steeds weer erkennen. Zouden wij beter zijn dan al die mensen die we op iedere bladzij de van de bijbel tegenkomen en die bij God in meerdere of mindere mate in de schuld staan en die telkens voor de keuze gesteld worden: ofwel eigengereid hun eigen weg gaan én daarmee Gods straf over zich afroepen ofwel zich bekeren, vergeving vragen en Gods barmhartige liefde ontvangen. David die zich in een moment van zwakte tot een verschrikkelijke zonde had laten verleiden en om Batseba te kunnen huwen haar man op slinkse wijze had laten sterven, koos voor het laatste en kreeg vergeving. De publieke zondares in het evangelie, die wist dat ze verkeerd had gedaan en haar geloof en haar liefde met tranen en met balsem bewees, kreeg vergeving, maar de farizeeër Simon die meende dat hij het wel goed deed, krijgt van .Jezus de verwijten. Hij heeft Jezus, Hij heeft God niet nodig. Hij is zonder zonde. Tegen die farizeïsche mentaliteit gaat Jezus zijn hele leven te keer met grote felheid. Denkt u maar aan de tollenaar voor in de tempel die bad: Heer ik dank u dat ik niet ben als die tollenaar daar. 

En de tollenaar achter in de tempel die bad: Heer, wees mij zondaar genadig. De laatste is gerechtvaardigd dwz staat op goede voet met God. Denken dat je niet of nauwelijks zondigt, betekent eigenlijk farizeïsme: niet luisteren naar God maar alleen maar luisteren naar jezelf en daar te tevreden mee zijn en eigenlijk vinden dat God heel tevreden moet zijn met jou. Op grond van de bijbel ben ik bang dat we dan bedrogen uitkomen. Amen.