Er zijn genoeg blinden in de wereld, mensen die niet kunnen zien. Maar wat nog erger is: er zijn nog veel meer mensen die hun ogen gesloten houden voor waar het werkelijk om gaat in het leven, die hun ogen geheel of grotendeels gesloten houden voor God en voor hun naaste.
Er zijn veel doven in de wereld, mensen die niet kunnen horen. Maar wat nog erger is: er zijn nog veel meer mensen die hun oren gesloten houden voor de stem van God, voor de roep om hulp van hun medemensen.
Er zijn lammen in de wereld, mensen die niet goed uit de voeten kunnen. Maar wat veel erger is: er zijn nog veel meer mensen, die te lamlendig zijn om de juiste levensweg te bewandelen.
Daardoor lijkt de wereld vaak, ook onze samenleving met elkaar op een steppe zonder water, dor en droog, eigenlijk onleefbaar.
Van die wereld, van die samenleving profeteert Jesaja in de eerste lezing, dat God het er niet bij zal laten zitten. Over die wereld zal God gaandeweg zijn oordeel voltrekken. En dat oordeel is als een tweesnijdend zwaard. Er zitten twee kanten aan: enerzijds komt God om de wraak te voltrekken, anderzijds komt Hij om te redden. De wereld en de mensen, die volharden in hun blindheid, die doof blijven voor God, die te lamlendig zijn om Gods weg te gaan, die zullen gestraft worden. Het onrecht dat ze begaan hebben of waar ze zich niet tegen hebben verzet zal gewroken worden. En daarmee zal God recht doen aan de ontrechten, aan de kleinen, aan degenen die trouw blijven aan God maar door de wereld terzijde geschoven worden. Gods oordeel betekent voor hen redding: doven gaan horen, blinden gaan zien, lammen gaan lopen, de steppe zal bloeien. Dat oordeel gaat zich voltrekken: voor de godvijandige wereld betekent het de ondergang, voor voor de kleine getrouwen betekent het redding, herschepping, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Die kleinen, die trouwe gelovigen, die de schijn zo vaak tegen hebben, wil Jesaja bemoedigen. God zal hen recht doen.
In het evangelie vandaag zien we dat met Jezus, dat nieuwe Godsrijk doorbreekt. De tekenen zijn er. Vandaag is het de doofstomme die gaat spreken, maar u kent ook de genezingen van de lamme en de blinde. Het is Jezus, die redt, Jezus die geneest. In Hem is er een nieuwe toekomst voor de wereld, voor de mens, die oprecht naar God verlangt. “Effeta”, zegt Hij, “ga open”. Oren en mond, ga open; niet alleen de oren en de mond van het lichaam, maar ook vooral de oren en de mond van het hart. Ga open voor God, ga open voor je medemens. Ga open voor het evangelie van Jezus. Neem het evangelie van Jezus op in je hart en verkondig het in woord en daad. Dan ontkom je aan het oordeel van de wraak dat de oude wereld zal treffen; dan hoor je bij de nieuwe wereld, die Jesaja voorspelt; dan verdwijnt er een stukje dorheid uit de woestijn van de aarde. Dan gebeurt nu al wat met zekerheid eens door God voltooid zal worden: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wij christenen, wij gaan met de blinde, de lamme en de doofstomme naar Jezus om te zien waar het in het leven echt om gaat, om te doen zoals Jezus deed, al is het tegen de keer van de wereld in. Door Jezus, door Hem alleen worden onze ogen, onze oren, onze mond en ons hart geopend voor God en voor onze medemens. Door Jezus, door Hem alleen ontkomen wij aan het oordeel dat zich over de wereld voltrekt en worden wij gered tot het koninkrijk van God. Amen.