bij: Jes. 8, 23b-9, 3 en 1 Kor. 1, 10-13.17 en Mt. 4, 12-23
Het doel van Jezus’ komst in deze wereld is de prediking en de vestiging van wat in het evangelie genoemd wordt het Rijk der hemelen of het Rijk Gods. Dat is het rijk van vrede en gerechtigheid, omdat in dat rijk God mag regeren. Met de schepping van de mens heeft God, zou je kunnen zeggen, zich in deze wereld min of meer afhankelijk gemaakt van de mens. In zijn liefde gaf Hij de mens de mogelijkheid te kiezen: te kiezen voor de liefde tot God of die liefde af te wijzen. Kiezen voor die liefde zou betekenen: leven onder Gods heerschappij, in zijn Rijk; die liefde afwijzen betekent kiezen voor egoïsme, kiezen voor het rijk van de boze. En we weten dat de mens feitelijk tegen God gekozen heeft; dat hij in plaats van God de slang, de duivel over zich liet heersen. En die heerschappij waarin de mens zelf koning, zelf god wilde zijn, bleek een slavernij, die heel de mensengeschiedenis en nog altijd door zijn slachtoffers eist. Er is oorlog in plaats van vrede; steeds weer opnieuw is er de stang en de stok van de onderdrukking en de onvrijheid, het juk van honger en armoede, de duisternis van de godverlatenheid. God wil die situatie veranderen. Hij wil de mens bevrijden, maar niet met geweld; niet met een ingrijpen dat zijn vrijheid aantast. Hij wil de mens bevrijden van binnenuit, door een mens, in wie zijn heerschappij ten volle aanwezig is, op wie zijn Geest volledig rust, die aan alle verleidingen van de boze weerstand biedt, die zonder zonde is. En dat is zijn mens geworden Zoon, Jezus Christus. In Hem, met zijn persoon, komt het Rijk Gods, Gods heerschappij in ons midden. In Hem zal dat Rijk Gods onweerstaanbaar uitgroeien tot zijn voltooiing: een nieuw hemel en een nieuwe aarde, waarbij alle kwaad, inclusief de dood, voorgoed verdwenen zal zijn. Bij dat rijk hoor je niet door je natuurlijke geboorte, maar door een wedergeboorte: door geloof in Christus, door een leven in en met Hem, dat met de doop begint. Dan leef je hier en nu in het Rijk der hemelen, in het rijk Gods, onder Gods heerschappij en groei je met Christus toe naar de voltooiing. Daarom begint Jezus zijn prediking met de woorden: “Bekeert u, want het rijk der hemelen is nabij.” En dat betekent: ga anders leven, sluit je bij Mij aan, ga door Mij leven onder Gods heerschappij. Doe het nu, want de tijd van de keuze, de tijd van het geloof is maar kort. En om zoveel mogelijk mensen te redden, te winnen voor het koninkrijk roept Jezus zijn apostelen om Hem van heel nabij te volgen en te delen in zijn opdracht: “Ik zal u vissers van mensen maken”. Zij zullen het evangelie moeten verkondigen, mensen moeten winnen voor Christus, hen door het doopsel inlijven in het lichaam van Christus, zodat ze als zijn ledematen leven onder Gods heerschappij, veilig op weg naar de voltooiing. Die apostolische taak is op de Kerk overgegaan. Zo is de christelijke Kerk het teken en instrument van het Rijk Gods in de wereld. De Kerk is het teken van het rijk Gods, omdat zij in zich mensen van alle rassen en talen verenigt, die met Christus en met elkaar verbonden zich stellen onder Gods heerschappij. Zij is het instrument van het Rijk Gods omdat door haar Christus steeds de mensen probeert te verzamelen in zijn rijk van liefde en vrede. De Kerk blijft altijd dat teken en dat instrument, omdat de Kerk van Christus is. En Hij heeft beloofd altijd met haar te zijn door zijn Geest. Maar dat teken kan wel ernstig verduisterd worden en dat instrument kan wel eens minder effectief zijn. Want zolang de Kerk in deze wereld is, bestaat zij uit mensen, die zich ondanks hun geloof in Christus nooit helemaal ontworsteld hebben aan de macht van het kwade. We hoorden het vandaag in de eerste Korintiërsbrief. Vanaf het begin is er partijzucht in de gemeente van Christus. Dikwijls wordt zij bezworen, maar dikwijls ook – dat leert de geschiedenis – loopt het uit op scheiding. Dat is heel treurig, want eenheid rond Christus is een belangrijk iets om een sprekend teken van het Rijk Gods te kunnen zijn; één getuigenis naar de wereld toe versterkt de overtuigingskracht van het evangelie. Daarom is de oecumene een noodzaak. En oecumene is dan gezamenlijk op zoek gaan naar de door Christus gewilde eenheid, voortdurend voor die eenheid bidden en stukje bij beetje de belemmeringen wegruimen die door eeuwenlange scheiding zijn ontstaan. In de laatste decennia waarin de oecumene wordt bevorderd, hebben we al ontdekt, dat we heel veel hebben dat ons samenbindt; dat sommige van dingen waarom de scheiding ontstond, hun betekenis verloren hebben. We zijn er nog niet: er zijn nog belangrijke verschillen omtrent ambt en verstaan van kerk, omtrent sacramenten, ook rond de eucharistie. We danken God, dat we elkaar al hebben leren waarderen en we bidden, dat Hij ons leidt op de weg naar de volledige eenheid, zodat we met één stem van Christus kunnen getuigen, zijn evangelie kunnen verkondigen. Amen.