Als we de evangelieverhalen horen, en zeker de verhalen uit het vierde evangelie, het evangelie van Johannes, zoals vandaag, moeten we erg op ons qui-vive zijn. Er staat altijd meer dan zomaar een verhaal. De evangelist heeft altijd meer bedoelingen. Als we het evangelie van vandaag wat nauwkeuriger bekijken, ontdekken we een heel rijke boodschap, een diepere laag onder het gewone verhaal.
We zijn na de verrijzenis. In het gewone leven waren de meeste apostelen vissers. Maar na de verrijzenis wordt dat “mensen vissen”, mensen voor Christus winnen. Dat laat de evangelist bewust meeklinken, al zegt hij het niet uitdrukkelijk. We herinneren ons de woorden van Jezus na de wonderbare visvangst in het Lucasevangelie: “Voortaan zullen jullie mensen vissen”. Als Petrus vandaag zegt: “Ik ga vissen”, dan klinkt daarin mee: “ik ga het evangelie verkondigen, we moeten aan de slag”. Petrus verschijnt hier duidelijk als de leider van de Twaalf, als het hoofd van de Kerk. Dan zeggen de anderen: “dan gaan we mee”. Ze klimmen in één boot. Ook dat is niet toevallig. Bij de wonderbare visvangst van Lucas zijn er twee boten. Hier is maar één boot. Het is duidelijk het scheepje van Petrus, de Kerk, bemand door de apostelen met aan het hoofd Petrus. Maar het zijn blijkbaar niet Petrus en de andere apostelen, die het op eigen houtje klaar krijgen mensen te vangen, veilig binnen te halen in de Kerk. Pas Jezus, die op een onzichtbare manier bij zijn Kerk is, kan vruchtbaarheid aan het werk van de apostelen geven. Het is Jezus, die ze aanvankelijk niet herkennen, die de leiding neemt: “werpt het net uit rechts van de boot, daar zult ge iets vangen”. Het mensenvangen van Petrus en de andere apostelen slaagt alleen maar, als de verrezen Heer erbij is. En Hij is erbij. Immers zijn Woord leidt de apostelen, leidt de Kerk. En het net raakt vol, 153 vissen. Ook dat getal is niet zonder betekenis. Volgens de geleerden in de oudheid waren er 153 soorten vissen. 153 is het symbool van alle vissen. En omdat het hier om mensen gaat, bedoelt de evangelist: de totaliteit van alle mensen. Jezus wil dus door de apostelen, door de Kerk onder leiding van Petrus alle mensen aan land trekken, dwz naar het leven brengen. Opvallend is ook dat er gezegd wordt, dat het net niet scheurde ondanks het grote aantal. Het net is een symbool van de Kerk. Het niet-scheuren is een symbool van de eenheid onder leiding van Petrus en de apostelen. Opvallend voor de plaats van Petrus in de kerk is ook het feit, dat hij het net alleen aan land brengt tot bij Jezus. En dan volgt de maaltijd op het strand: het samenzijn met de verrezen Heer in de maaltijd, een duidelijke verwijzing naar de eucharistie, waar de Kerk hier op aarde telkens bij haar Heer is; maar ook een verwijzing naar het bruiloftsmaal van het Lam, waar heel de geredde mensheid, de zegevierende Kerk in de thuishaven van het eeuwig leven het bruiloftsmaal van het Lam viert.
De kerkelijke dimensie van het verhaal en de speciale plaats van Petrus wordt nog eens extra onderstreept door de drievoudige opdracht van Jezus: “weid mijn lammer, hoed mijn schapen”.
En zo zien we dat de evangelist in het verschijning bij het meer veel meer vertelt dan een verschijningsverhaal. In het verhaal vertelt hij al de betekenis voor ons. Namelijk dat de Heer erbij is als zijn Kerk evangeliseert. De evangelieverkondiging geschiedt door de Kerk, die door de Heer zelf georganiseerd is. De leiding hebben de apostelen, nu dus de bisschoppen. En de universele leider van de Kerk is hier duidelijk Petrus, nu de paus. De ene boot van de Kerk wordt door hen bemand, het ene net van de Kerk dat niet scheurt en alle mensen kan bevatten wordt door Petrus bij de Heer gebracht. Dit evangelie maakt ons duidelijk hoe Jezus na zijn verrijzenis werkt. Dat de kerk, de paus en de bisschoppen niet zomaar toevallige organisatievormen zijn, maar dat de wijze is waarop de Verrezene de mensen wil thuisbrengen in de veilige haven bij God. Amen.