bij: Jer. 20, 10-13 en Rom. 5, 12-15 en Mt. 10, 26-33

Wij leven in een vrij land, wat moeten we dan aan met de lezingen van deze zondag, die duidelijk slaan op een situatie van kerkvervolging, op benarde tijden voor de gelovige. In de eerste lezing de profeet Jeremia, die er zich over beklaagt, dat iedereen, zelfs zijn vrienden hem ten val willen brengen, hem willen vermoorden. Ze zijn op hem gebeten en ze zijn bang van hem. Ze kunnen het niet verdragen dat hij steeds weer zegt dat hun gedrag niet deugt en dat hij ze dreigt met Gods straf. Ze hebben hem zelfs een bijnaam gegeven; “Ontzetting-overal”. En waarom? Omdat hij Gods woord spreekt, zijn oordeel aankondigt. En in de evangelielezing vinden we woorden van Jezus, die door Matteüs duidelijk opgetekend zijn om de eerste christengemeente tijdens haar ergste vervolgingen te bemoedigen. Denkt u in dit verband maar eens aan het gevangen zetten van de apostelen door de Joodse overheden, de moord op Stefanus, de latere vervolgingen door de Romeinse keizers. Tegen die achtergrond klinken de woorden van Jezus: “Wees niet bang voor de mensen, blijf mijn boodschap van de daken verkondigen, kruip niet in je schulp: wees niet bevreesd voor hen die wel het lichaam kunnen doden maar niet de ziel. Geef onder de druk van de omstandigheden het leven volgens Gods geboden niet op. Want als je dat doet ben je voor God verloren, dan gaan zowel je ziel als je lichaam eraan: dan verspeel je het eeuwig leven. Wees sterk, zegt Jezus, houd aan het geloof vast en word je dan door de mensen in de hoek getrapt, word je geroepen tot het martelaarschap, wees er dan van overtuigd, dat God je niet in de steek laat. Ieder haar op je hoofd is geteld. Je zult niet verloren gaan. Het gaat niet buiten God om, wat er met jullie gebeurt; je bent in Hem ondanks alle verschrikkingen veilig geborgen. Slaan die woorden ook op ons “wees niet bang voor de mensen”? We zijn toch niet bang voor de mensen? Of toch wel? Zijn we werkelijk niet bang van de geest van de tijd. Durven we vanuit het evangelie, vanuit ons geloof weerstand te bieden aan de geest van materialisme en gemakzucht, die ons van alle kanten overspoelt als een soort nieuwe dictatuur? Durven we vanuit het evangelie stelling te nemen tegen wat pers, radio en t.v. ons iedere dag willen doen geloven? Durven we het hoofd te bieden aan langzamerhand algemeen aanvaarde decadente opvattingen omtrent huwelijk en seksualiteit of is het misschien toch eenvoudiger het bange hoofd te buigen en je neer te leggen bij de mode van de dag. De meeste mensen zijn er sterk in om recht te praten wat krom is, dan hoor je tenminste bij de grote hoop.  Alles bij elkaar genomen: zijn er maar weinigen in onze samenleving anno 2017 die nog katholiek durven te zijn, principieel katholiek met liefde voor de kerk, met liefde voor haar geloof, haar moraal. Er zijn er maar weinigen die principieel hun leven ijken op haar geloof, die leven vanuit wat de paus en de bisschoppen ons voorhouden. 

Weest niet bevreesd voor de mensen, zegt Jezus ons vandaag. Ik denk, dat we die bemoediging heel hard nodig hebben. Het kost namelijk verschrikkelijk veel moeite om in onze tijd echt evangelisch te leven: je bent een eenling en je wordt voor gek versleten als je je losmaakt uit de materialistische levenswijze van iedereen, naastenliefde stelt boven geld, als je houdt van de katholieke kerk, als je je houdt aan haar richtlijnen, als je gelooft wat zij als van God komend aan je voorhoudt. Als je niet meegaat, niet meedoet met dingen die tegen je geloof ingaan, dan kun je je voelen als de profeet Jeremia: alleen tegenover een overmacht. Alleen Godsvertrouwen doet je dan volhouden. En bovenal de verzekering van Jezus: ieder die Mij bij de mensen belijdt zal Ik ook als de mijne erkennen bij mijn Vader die in de hemel is. Maar ieder die Mij zal verloochenen tegenover de mensen, zal ook Ik verloochenen tegenover mijn Vader die in de hemel is. Amen.