bij: Hand. 10, 34a.37-43 en Kol. 3, 1-4 en Joh. 20, 1-9
De Kerk jubelt het vandaag in alle toonaarden uit: de Heer is waarlijk verrezen, alleluja. Het is het feest der feesten; want zonder de verrijzenis van de Heer zou er geen Kerk bestaan; zou er geen reden voor ons zijn ons christen te noemen en rond Hem samen te komen in de eucharistie. Het is de verrezen Heer die door de tijden heen de mensen van goede wil samen brengt in zijn Kerk; die zijn Kerk opbouwt rond zijn levende en leven gevende aanwezigheid in de eucharistie. Het paasmysterie is de oorzaak van ons christen zijn. Het is de oorzaak omdat de verrijzenis van de Heer de apostelen langzamerhand tot geloof bracht. Niet een wensgedachte van de apostelen bracht hen ertoe te gaan geloven, maar zijn levende aanwezigheid zelf.
Niet het lege graf, niet de boodschap van de vrouwen, maar de zich opdringende aanwezigheid van de Heer in de diverse verschijningen brak hun ongeloof. Denkt u maar aan de Emmaüsgangers, Maria Magdalena, Thomas. en verschillende keren de apostelen: “Hij verscheen… aan ons die met hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de doden was opgestaan”. De levende Heer zelf overtuigde zijn leerlingen en gaf hen zijn Geest om van Hem te getuigen. En zo zijn de apostelen de wereld in getrokken met als eerste en praktisch enige boodschap we hoorden het in de eerste lezing : “de Heer is verrezen. Geloof in Hem, in wat Hij zegt en doet”. Als wij christen zijn, dan is het omdat wij geloven in die boodschap, geloven in het getuigenis van de apostelen, van de apostolische Kerk die in ononderbroken verbinding staat met de apostelen: Jezus leeft. Hij zit aan de rechterhand van de Vader, maar Hij leeft ook bij ons, in zijn Kerk, in zijn woord, in zijn sacramenten, in zijn gedoopten. De levende Heer is de oorzaak en de oorsprong van ons geloof. Het Paasmysterie is ook de weg van ons geloof, de manier van ons geloven: als christenen zijn wij geraakt door de levende Heer. Bij Hem willen we horen. Hij verbindt ons met God. Daarom zijn we in Hem gedoopt, hebben we ons door Hem in het doopwater laten omvormen tot nieuwe mensen, die op Hem gelijken. Nog op aarde levend hebben we van Hem reeds zijn paasleven ontvangen. Wij geloven in de werkelijkheid van het nieuwe leven in ons, door de doop geschonken door de levende Heer. We hebben ons in het vormsel laten sterken door zijn Pinkstergeest, de vrucht van Pasen en we hebben beloofd te lijken op Hem; leven als nieuwe mensen, die niet klakkeloos opgaan in de wereld, die aan God geen boodschap heeft. Wij willen naar de woorden van Paulus zinnen op het hemelse, niet op het aardse. Dat betekent dat wij kiezen voor de dingen van God en niet voor de voorbijgaande dingen, dat wij uit zijn op de eer van God en het geluk van de naaste. Dat is vaak geen gemakkelijke weg: het is de weg van kruis omdat de echte liefde offers vraagt. Het is de weg waarvan de wereld zegt: je bent gek dat je zoiets doet. Je leeft toch maar een keer. Profiteer ervan. En die roep van de wereld klinkt in onze dagen extra luid. Daarom is het ook moeilijk trouw te zijn aan onze doopbeloften. Maar we hoeven die weg niet alleen te gaan. De levende Heer gaat met ons mee. Hij is ons steeds nabij in de eucharistie. Daarin mogen we steeds het paasmysterie van de Heer vieren, zijn dood en de verrijzenis in zijn gebroken Lichaam en zijn vergoten Bloed. Met die gaven van zijn kruis voedt Hij ons. Zo wordt het leven van ons doopsel in ons bewaard en versterkt; het is niet voor niets dat de kerk haar gelovigen oproept telkens op de zondag, die de dag van de verrijzenis is, de eucharistie te vieren. Zo blijven we leven op de adem van het Paasmysterie, blijven we in contact met Christus de gestorven en verrezen Heer, die daar Gastheer en voedsel is. Eucharistie en leven in liefde naar de maat van het kruis horen bij elkaar. Zo leven wij uit de kracht van het paasmysterie en zo brengen wij het in praktijk. Er bestaat geen christelijke liefde zonder eucharistie en eucharistie die niet uitloopt op christelijke liefde is waardeloos, Het paasmysterie, de levende Heer is niet alleen oorzaak van ons geloof en de weg van ons geloof maar ook het einddoel van ons geloof. Immers verbonden met levende Heer vanuit de doop en gevoed door de eucharistie, levend vanuit zijn kruisliefde kunnen wij de tegenslagen van het leven aan, vrezen we zelfs de dood niet echt. Want met de verrezen Heer zijn we zelfs veilig in het duister van de dood. Hij belooft hen die de goede strijd ten einde toe strijden het eeuwig leven bij de Vader. Als we ten einde toe volharden, zal het paasmysterie dat we hier vieren in geloof, eens zichtbare werkelijkheid worden. Moge dit paasfeest ons helpen iedere dag te leven vanuit de kracht van het kruis, vanuit de kracht van de zichzelf gevende liefde naar de alles overtreffende heerlijkheid van de verrijzenis. Een zalig Pasen voor u allen. Amen.