Hoe moet het met de kerk in de toekomst, vragen veel mensen zich af. Heeft de kerk nog wel toekomst. Steeds minder mensen interesseren zich voor haar boodschap. Veel mensen die gedoopt zijn en officieel katholiek willen heten, hebben nauwelijks of geen boodschap aan de kerk. Kinderen groeien op zonder gebed, zonder kerkelijke praktijk. Je hebt als gelovige katholiek vaak het gevoel een eenling te zijn, op je werk, op school en vaak, en dat is nog het ergste in het gezin. Ja soms kinderen die tot groot verdriet van hun ouders totaal andere wegen opgaan, als heidenen gaan leven. Maar ook soms omgekeerd dat kinderen of jongeren die naar aanleiding van bepaalde gebeurtenissen in hun leven zoals eerste communie, vormsel of een sterfgeval open gaan staan naar God en naar de kerk, bij hun ouders geen enkele aansluiting vinden.
Hoe moet het met de kerk in de toekomst. Een vraag die heel gemakkelijk opkomt en waaruit een zeker pessimisme spreekt. Zo van: het is wel jammer maar binnen een aantal jaren is het toch allemaal afgelopen. Het evangelie van deze zondag spreekt totaal andere taal: het gaat door; het is niet te stuiten. Net zo min als een graankorrel die gezaaid is tegen te houden is. Hij groeit onweerstaanbaar. Dat is namelijk geen mensenwerk. Als het rijk Gods, en daarmee ook de kerk, mensenwerk was, dan hadden we reden om wanhopig te zijn . Wat wij mensen ook aan goede en mooie dingen kapot kunnen krijgen, dat zullen we niet nalaten. Maar de groeikracht van het rijk Gods, zegt het evangelie, de groei van de kerk, is geen mensenwerk. Dat is Gods eigen werk. Het gaat onweerstaanbaar door. Mensen kunnen het Rijk Gods en daarmee de kerk niet kapot krijgen. Dat hebben ze de eeuwen door van binnen en van buiten de kerk steeds weer geprobeerd. En geregeld zijn er ook in het verleden mensen geweest die dachten: nou is het afgelopen met de kerk: de talrijke schisma’s, de reformatie, de talloze misbruiken die er geweest zijn, de verlichting, de Franse revolutie, het liberalisme, het communisme. Het heeft de kerk niet klein gekregen; telkens kwam ze er weer gelouterd en vernieuwd uit te voorschijn. Zo is die onweerstaanbare groeikracht van God zelf al in de geschiedenis aan te wijzen. Waarom zou het in onze dagen en na onze dagen anders zijn? Alleen niemand wordt gedwongen opgenomen te zijn in de groei van het Godsrijk. Er zullen in alle tijden grotere of kleinere groepen mensen zijn die geloven, die zich aansluiten bij het rijk Gods en het rijk Gods in zichzelf laten groeien. Er zullen ook kleinere of grotere groepen zijn, die het Rijk Gods afwijzen; die niets met God van doen willen hebben. Dat is het zaad op de rots uit die andere parabel van Jezus; de mensen die horen maar het woord van God afwijzen. Zij verwaaien op de wind van de tijd. Zij hebben geen toekomst, want de toekomst is alleen aan God. Alleen het rijk Gods heeft toekomst, ook al lijkt het van tijd tot tijd maar heel klein, zo klein als een mosterdzaadje. Het wordt een boom groter dan alle andere bomen. Dank zij Gods groeikracht. En wat is die groeikracht dan? Dat is de heilige Geest zelf, het eeuwige leven van God, dat aan de kerk gegeven door de dood en de verrijzenis van Christus.
Broeders en zusters, al heeft de kerk het niet gemakkelijk in onze dagen. We hoeven niet te twijfelen aan haar toekomst, omdat we niet hoeven de twijfelen Gods trouw en aan de groeikracht van zijn Geest. Laten we getuigen van dat geloof in Gods toekomst en laten we bidden dat zoveel mogelijk mensen zich 1aten bezielen door die Geest en zo deel hebben ‘aan de groeikracht van het rijk Gods. Niet het aantal en de grootte telt voor God: EzechiĆ«l zegt het al in de eerste lezing: God kan een grote boom doen verdorren en een klein takje doen uitgroeien tot een grote boom. Niet de ongelovigen, ook al zijn het er massa’s, hebben de toekomst, maar de gelovigen, ook a1 zijn het er weinigen. Zij maken deel uit van het rijk Gods uitgroeit tot iets groots en blijvends dank zij God zelf. Amen.