De advent is een ernstige tijd. Dat wordt onderstreept door het paars in de liturgie. Er wordt geen gloria gezongen. En midden in die advent staat daar Johannes de Doper, die ernstige profeet uit de woestijn in zijn ruige, kameelharen kleed en hij roept mensen op tot een ander leve. Immers het koninkrijk Gods staat voor de deur. De wereld waarin de heerschappij van God volledig is, het rijk van vrede en gerechtigheid staat voor de deur. Zorg dat je er voor klaar bent; zorg dat je erbij hoort, als dat Rijk komt. Want dat is niet vanzelfsprekend. Niet iedereen hoort er automatisch bij. Dat schijnt iedereen tegenwoordig wel te denken. Daar sust men zijn geweten mee in slaap. Maar dat zegt het evangelie niet, nergens en nooit. Als de Messias, de Christus, komt, zegt Johannes de Doper, brengt Hij niet alleen het Rijk Gods maar ook het oordeel. Johannes gebruikt dan een beeld uit het boerenleven dat iedereen kende. Als het koren gedorst is, de korrels uit de halmen zijn geslagen en het stro is bijeengebonden blijven op de dorstvloer de graankorrels achter, vermengd met kaf. Dan schept de boer die graankorrels met het kaf in de wan. En ronddraaiend laat hij het lichte kaf wegvliegen uit de wan en zo houdt hij het alleen het zuivere graan over. Zo doet ook de Messias, als Hij komt met de dorsvloer van de wereld. Hij zal die grondig zuiver maken. Hij heeft de wan van het oordeel in zijn hand. Hij schift de goede en de slechte mensen. De goeden laat Hij toe in de graanschuur van het koninkrijk Gods, de slechten worden uitgestoten in het onblusbaar vuur van de hel. Geen wonder dat de mensen aan Johannes vragen: wat moeten wij doen om bij het koren te horen en niet als kaf verbrand te worden? En het antwoord van Johannes is eigenlijk heel eenvoudig. God vraagt geen onmogelijke dingen. Je hoeft de wereld niet te verbeteren. Je hoeft alleen maar jezelf te verbeteren. Op de plaats waar je staat, in het beroep dat je hebt, in je gezin, in de parochiegemeenschap waartoe je behoort moet je je best doen de godsdienstigheid, de rechtvaardigheid en de liefde gestalte te geven. Als je hebt, moet je delen met wie niet heeft; je moet volstrekt tot op een cent eerlijk zijn. We dat rijtje dat bij Johannes komt nog best wat aanvullen. Ouders die vragen: wat moeten we doen: gewoon je kinderen naar eer en geweten opvoeden tot verantwoordelijke mensen in kerk en maatschappij; kinderen die vragen: wat moeten we doen? Gewoon: je ouders respecteren en gehoorzamen zonder gemopper. Parochianen in Oss die vragen: Johannes, wat moeten we doen? Gewoon je dagelijkse gebeden nauwgezet verrichten, op zondag aan de eucharistie deelnemen en als tijd hebt ook nog door de week, proberen te doen wat de kerk van je vraagt. En de priesters die vragen: wat moeten we doen? Trouw het woord Gods verkondigen zonder iets weg te laten of toe te voegen, of het nu welkom is of niet en trouw en zorgvuldig de sacramenten bedienen. Het zijn geen uitzonderlijke dingen die God vraagt in het zich van zijn komst. We kennen ze allemaal, maar we doen het vaak zo nonchalant, of maar half of helemaal niet. Dan zegt Johannes: neem het niet te licht; denk aan de wan, denk aan het oordeel. In die zin is de advent een hoogst ernstige tijde: bekeer je, voor het te laat is.
Maar tegelijk is de advent een vreugdevolle tijd, omdat ze uitkijkt naar de zekere komst van het rijk Gods. Als Christus komt zal ook alle narigheid, ziekte, verdriet, dood voorbij zijn. Dan begint voor hen die hier in trouw geloof hebben geleefd de onvoorstelbare vreugde van het rijk Gods, waarvan we iedere jaar iets mogen vieren in het kerstfeest. Die vreugde van het kerstfeest, die vreugde van de voltooiing werpt zijn licht al vooruit. Daarom mogen serieus levende christenen vreugdevolle mensen zijn. Daarom staan de eerste twee lezingen van deze zondag vol met woorden als juichen, jubelen, en blij zij. Deze zondag heet “Gaudete”, zondag “verheugt-u”. Het paars wijkt voor het lichtere roze. Verheugt u, zegt Paulus, nu al op deze aarde te midden van de wisselvalligheden. Verheug u in de Heer te allen tijde. Want de Heer is nabij. Als je bij Hem hoort, kan je niets gebeuren. Dan bij je veilig op weg naar zijn toekomst. Dan ben je geborgen bij God door alles heen. Amen.