Vandaag wil even stil staan bij dat kleine zinnetje uit het evangelie van deze zondag: “Toen zijn verwanten dit hoorden trokken zij erop uit om Hem mee te nemen, want men zei, dat Hij niet meer bij zijn verstand was.” Jezus’ familie dacht dat Hij niet meer bij zijn verstand was. En dan kun je je afvragen: waarom dachten ze dat? Jezus deed dingen die niet in het gewone stramien pasten. Vlak van tevoren verhaalt de evangelist Marcus dat Jezus zijn leerlingen verdedigde omdat ze op de sabbat aren plukten; dat Hijzelf op sabbat een man met een verschrompelde hand genas en dat hij boze geesten uitdreef. Ongewone dingen en dat nog wel in de naam van God: dan moet je wel gek zijn. De Schriftgeleerden zeiden eigenlijk hetzelfde maar gaven een theologische verklaring: die Jezus van duivel bezeten. Als je niet in de pas loopt van de gevestigde orde, als je kritiek hebt op die gevestigde orde, word je voor gek versleten of voor bezeten. Dat overkwam zelfs Jezus. Dat overkomt ook Jezus volgelingen door de tijden heen, als ze leven in een maatschappij die van het christendom niet veel moet hebben. Als ze dan gewoon zijn die ze zijn, dan wekken ze de agressie op van velen. Ze worden voor gek versleten, voor de gek gehouden en heel vaak moeten ze het zelfs met de dood bekopen. Van Jezus zeiden ze dat Hij gek was en van de duivel bezeten en tenslotte sloegen ze Hem aan het kruis. De lange rij van christelijke martelaren getuigt van het feit dat de leerling niet beter is dan zijn Heer. Waarom zeg ik dat nou. Om onszelf te bemoedigen, om ons, christenen, te laten weten, dat het niet zo abnormaal is dat men je voor gek verslijt. Dat deden ze met Jezus ook. En wij leven nu eenmaal in een tijd en in een maatschappij waarin het christelijk geloof en de christelijke levenswijze niet meer bepalend zijn. Het is de marge gedrongen. We zijn maar een klein groepje geworden. Het verwarrende daarbij is dat we komen uit een christelijke samenleving, die nog niet zo lang geleden nog bestond met zijn talloze christelijke organisaties, die de maatschappij van christelijke waarden probeerden te doordringen. Het verwarrende is dat veel van die christelijke organisaties nog bestaan, dat er zelfs veel mensen hun kostwinning aan hebben, maar dat de inhoud langzamerhand voor een groot deel verloren is gegaan. Er zijn veel katholieke scholen – ik zeg niet allemaal maar wel veel – waar de meeste leraren weinig binding meer hebben met de katholieke kerk en er dikwijls zelfs vijandig tegenover staan. Als je dan zegt, dat dat onderwijs niet langer katholiek zou mogen heten of zich zou moeten hervormen, dan zeggen ze dat je er niets van begrepen hebt maar dat dat open katholiek is en dat je je mond moet houden. Hetzelfde geldt voor katholieke ziekenhuizen die openlijk of meer bedekt abortus en euthanasie praktiseren. Het verwarrende is dat veel organisaties en ook veel individuen zich christelijk, katholiek noemen, terwijl ze allerlei dingen doen en propageren die niet katholiek zijn. Dat gebeurt tot zelfs binnen de kerkelijke verbanden. Als iemand als maagd het huwelijk in wil gaan, dan lijkt dat in onze dagen een uitzondering en hij of zij wordt voor gek versleten en krijgt nogal wat over zich heen, zeker als je ervoor uit durft te komen. Als je zegt dat ongehuwd samenwonen geen christelijk gedrag is, dan krijg je steevast het verwijt over je heen, dat je hard en liefdeloos bent en dus eigenlijk geen christen. Hetzelfde geldt voor het bidden in het gezin, ‘s morgens, ‘s avonds en voor en na het eten, de verplichte eucharistie op zondag. Je wordt min of meer voor gek versleten of voor ouwerwets, zeker als je jong bent. Veel mensen die diep in hun hart weten, dat dat alles ons toch door Christus gevraagd wordt, dat dat wezenlijk hoort bij het katholiek zijn, worden onzeker, houden hun mond dicht of zeggen verontschuldigend: ik doe het nog wel, maar ja iedereen moet dat voor zichzelf weten. Het is de grote verleiding van onze tijd om met de grote massa mee te doen en als God ons zou vragen net als aan Adam: waarom doe je zo? Dan zouden wij net als Adam antwoorden: de anderen doen het ook. Ze hebben me verleid.
Laten we uit het evangelie vandaag de moed putten om net als Jezus maar om Godswil voor gek of bezeten versleten te worden, maar vast te houden aan de dingen die God van ons vraagt. En wat God van ons vraagt is niet wat “men” zegt of doet maar wat Hij door zijn Kerk ons onfeilbaar leert. Die dat doen zijn de familie van Jezus, zijn broeders en zusters. Niet die roepen “ik ben katholiek” of “mijn organisatie is katholiek”. Die zijn niet per se meer onze geloofsfamilie, al waren ze dat misschien ook. Van hen die met Hem voor gek en bezeten versleten werden, zegt Jezus: “ziehier mijn moeder en mijn broeders, want mijn broeder en mijn zuster en mijn moeder zijn zij, die de wil van God volbrengen.” Amen.