Bij de profeten in het oude testament wordt de verhouding tussen God en zijn volk heel vaak beschreven in huwelijkstermen. Zo ook in de eerste lezing van deze zondag. God noemt zichzelf de bruidegom en zijn volk, Israël noemt Hij de bruid. Die huwelijksrelatie tussen God en zijn volk is begonnen bij de uittocht uit Egypte, in de woestijn. De huwelijkssluiting heeft als het ware plaats gehad in de verbondssluiting bij de Sinaï. Als de bruid ontrouw wordt in de tijd van de koningen en vreemde goden gaat nalopen, wordt dat door de profeten overspel genoemd. In de lezing van vandaag horen we hoe God de oorspronkelijke situatie van hoe het was in de woestijn weer zal herstellen en zegt tegen het volk: “Ik neem u als mijn bruid voor altijd, in onverbrekelijke trouw.
In diezelfde lijn noemt Jezus zich in het evangelie van vandaag “de bruidegom”. Hij is de bruidegom van het nieuwe Israël, de Kerk en de Kerk is zijn bruid. In de Efeziërsbrief schrijft Paulus dan ook, dat Christus zich voor zijn bruid de Kerk heeft overgeleverd en haar tot zich heeft gevoerd als een smetteloze bruid, haar reinigend in het waterbad van de doop. In het nieuwe testament speelt steeds de symboliek van de bruidegom Christus en zijn bruid, de Kerk. In de openbaring van Johannes is sprake van de bruiloft van het Lam met zijn bruid, de Kerk. Het eeuwig leven wordt daar voorgesteld onder het beeld van een eeuwig bruiloftsfeest van Christus met de Kerk. Dat beeld is een belangrijk beeld wat nogal wat consequenties heeft voor ons christelijk leven.
Allereerst wordt de eucharistie gezien als een onder tekenen vieren van dat grote bruiloftsmaal. In de eucharistie viert de bruidegom Christus, het Lam dat geslacht is en verrezen, zijn bruiloftsmaal met zijn bruid, de Kerk als een sacramenteel vooruitgrijpen op wat eens zal zijn en nu al is. Aangezien in de eucharistie Christus sacramenteel vertegenwoordigd wordt door de priester, die in zijn Naam het offer voltrekt, vertegenwoordigt de priester Christus als de bruidegom tegenover zijn bruid de Kerk. Dat is ook de reden waarom de bisschop als de eerste van de priesters een ring draagt, een soort trouwring. Hij vertegenwoordigt Christus, de bruidegom bij zijn bruid de Kerk. Maar nog belangrijker is, dat het juist vanwege deze vertegenwoordiging van Christus, de bruidegom is, dat de Kerk zegt dat het onmogelijk is vrouwen tot priester te wijden. Het man zijn is noodzakelijk om Christus als de bruidegom te kunnen representeren.
Het zijn de vrouwen die in die bruidsrelatie de Kerk als de bruid kunnen vertegenwoordigen. Daarom is als eerste van de vrouwen Maria het beeld van de Kerk. Maar in de lange traditie van de Kerk hebben vrouwelijke kloosterlingen in hun godgewijd leven zich beschouwd als bruiden van Christus, daarmee de overgave van de Kerk representerend. Daarom dragen de meeste vrouwelijke kloosterlingen een trouwring en is de bruidsmystiek in de beleving van vrouwelijke kloosterlingen altijd heel sterk geweest. Ook hier is het vrouw-zijn noodzakelijk om de Kerk te kunnen representeren binnen de bruidsrelatie tussen Christus en zijn Kerk.
Ook het huwelijk van gedoopten is juist een sacrament, omdat het opgenomen is in die bruidsrelatie tussen Christus en zijn Kerk. De apostel Paulus vergelijkt in het huwelijk van gedoopten de bruidegom met Christus. Hij moet in de huwelijksrelatie zijn bruid evenveel beminnen als Christus, zijn bruid, de kerk, heeft liefgehad. En hij moet daarbij bedenken dat Christus zelfs zijn leven heeft gegeven voor zijn bruid, de Kerk. De bruid moet haar man liefhebben zoals de Kerk Christus. Het leven van twee christengehuwden is een levend beeld van de huwelijksliefde tussen Christus en zijn Kerk en moet daarom even onverbreekbaar en trouw zijn. Vanuit die werkelijkheid ontvangen zij genade en kracht en het is voor hen de weg naar het heil.
Als we bij de bruidegom Christus zijn, hoeven we niet te vasten; dan overheerst de vreugde. Als de bruidegom is weggenomen, dan moeten we vasten: treurig zijn en boete doen. Dat betekent, als we gedenken dat de bruidegom lijdt en sterft, zoals in de komende veertigdagentijd; of ook wanneer wij ons persoonlijk hebben losgemaakt door onze zonde uit die bruidsrelatie, dan moeten we vasten als voorbereiding op herstel van de band, zodat we opnieuw de vreugde van de bruiloft kunnen vieren. Amen.